Poezenpoëzie

In de nalatenschap van Drs. P (pseudoniem van Heinz Polzer, 1919 – 2015) vond biograaf Michèl de Jong (39) honderden berijmde prentbriefkaarten. De kaarten en de verzen hadden twee dingen gemeen: ze gingen over poezen en waren gericht aan Mieke Polzer-Burgers, de vrouw van de taalvirtuoos. De mooiste exemplaren zijn nu gebundeld in het boek De hartelijke poezen van Drs. P. HP/De Tijd belt met de biograaf annex samensteller.

Michèl, uit de door jou gebundelde ansichtkaarten blijkt een enorme genegenheid tussen Heinz en Mieke Polzer. Je moet wel heel erg van iemand houden als je haar ruim twintig jaar lang uit alle hoeken van het land minimaal eenmaal per week een poezenkaart stuurt met bijpassend gedicht, lijkt me. Hadden ze een goed huwelijk?

“Het is in het algemeen heel hachelijk om uitspraken te doen over andermans huwelijksleven, maar als biograaf kan ik niet anders. Zoals Elsbeth Etty ooit treffend opmerkte: ‘wie zich te hoog acht voor het sleutelgat moet geen biograaf worden’ en zo is het ook. In de inleiding van het boekje schrijf ik over ‘het voor de buitenwacht vaak zo ondoorgrondelijke huwelijksleven van het echtpaar P.’ Heinz en Mieke Polzer waren erg op zichzelf en lieten zelden iets los over hun privéleven. Dat was hun goed recht, maar voor een biograaf niet zo handig. Ik kan wel citeren wat hij zelf eens over zijn huwelijk heeft gezegd in Panorama: ‘Ik kan u zeggen dat het geen verstandshuwelijk was, maar ook zeker geen verstandeloos huwelijk.’ Heinz was 45 toen hij met haar trouwde; Mieke was 35. Hij had al veel van de wereld gezien: hij had de oorlog meegemaakt in Rotterdam, Scheveningen, Zwitserland en Parijs en had in die jaren daarna niet stilgezeten, ook niet op geslachtelijk gebied. Hij vond het tijd geworden voor een wat geregelder leven. Ook zijn stiefvader zag hem – de ‘normaalste’ van de drie Polzerkinderen – graag een normaal burgermansbestaan leiden. Ik heb derhalve het idee dat hij dat huwelijk mede is aangegaan om zijn stiefvader een plezier te doen. Daar kwam nog bij dat hij niet voor zichzelf kon zorgen; hij kon letterlijk nog geen ei bakken. Ivo de Wijs vertelde me eens over de koffie die aan de gasten werd geschonken als Heinz alleen thuis was: die stond al vanaf half negen ‘s ochtends in te dampen op een warmhoudplaatje, waardoor het aan het eind van de middag een soort afgewerkte motorolie was geworden. Anderzijds heb ik de foto’s gezien van een jonge Mieke: werkelijk een beauty! Ik heb haar persoonlijk alleen meegemaakt als een imposante, beetje pluizige matrone, maar het is goed te begrijpen dat hij indertijd op haar viel.”

Hij had haar in zekere zin ook nodig: zonder haar had hij nooit de carrière kunnen hebben die hij heeft gehad. 

“Ik denk dat het huwelijk inderdaad een enorme voorwaarde is geweest voor het ontstaan van het fenomeen Drs. P. Heinz werkte medio jaren 60 als tekstschrijver bij een reclamebureau en had daar helemaal geen zin meer in. Mieke was daar secretaresse, zo kennen ze elkaar ook, en verdiende haar eigen geld. Dat gaf hem de ruimte om zijn artistieke talenten te ontplooien. Ik denk dus dat het mes aan beide kanten sneed, maar hij voelde zich zeker tot haar aangetrokken. Op haar beurt was Mieke in die beginjaren stapelgek op Heinz, echt helemaal hoteldebotel. En ik denk dat ze in die staat niet helemaal heeft kunnen overzien wat ze in huis haalde, zoals ook hij wist niet precies wist waar hij aan begon. Mieke stond onder Heinz’ vrienden bekend als een notoir lastige vrouw. Ze is geboren in Balikpapan, en bij haar thuis was ze al berucht om haar tinka’s – Maleis voor ‘grillen’. Ze was altijd ontzettend jaloers en bezorgd. Heinz moest haar steevast bellen, vanaf elke plek waar hij optrad, al lang voordat die eerste poezenkaarten werden gepost. Hij had daarentegen een grote hang naar vrijheid, en dat zorgde toch voor wrevel, temeer omdat hij in hoge mate afhankelijk van haar was. Ze was zijn huishoudster, zijn kleedster, zijn manager, zijn secretaresse – ze beheerde kortom alle praktische kanten van het bestaan. Heinz was op zijn beurt ook geen makkelijke man. Hij leefde nogal slordig en was voornamelijk met zichzelf en zijn schrijverij bezig. Uit eigen ervaring weet ik dat hij een geweldige man was om als vriend te hebben, maar ik betwijfel of het nou zo leuk was om met hem getrouwd te zijn.”

Ik kan niet wachten op de biografie die je over hem schrijft. Wanneer kunnen we die verwachten?

“Ik hoop hem volgend jaar rond zijn tiende sterfdag af te hebben, maar pint u mij nergens op vast.”

Tot slot: wat is je favoriete kaart uit de collectie? 

“Ik heb er een paar, maar laat ik deze uitlichten: het kaartje van de kat met de vikinghelm. Daarin laat hij ‘Noorman’ rijmen op ‘spoor van’ en ‘door kan’. Een typische doctorandusvondst. Sowieso is de kwaliteit van de versjes erg hoog. Daarom heb ik ook aan deze publicatie meegewerkt: het is geen indiscrete openbaarmaking van hitsige puberbrieven, nee, de versjes passen naadloos in zijn bekende oeuvre, en stammen uit een tijd dat hij nog volop actief en creatief was. Een heuse aanwinst dus.”

De hartelijke poezen van Drs. P

Drs. P, samenstelling Michèl de Jong
Nijgh & Van Ditmar
€16,50