Het publiek is misschien wel het geheime ingrediënt van het succes van Spijkers met Koppen. Vijf vaste bezoekers over waarom zij er élke zaterdag weer bij willen zijn.
Verschenen in de VARAgids, 25 november 2025. Op de omslagfoto: Elles en Jan.
Bijna elke zaterdagochtend staan ze om half tien voor de ingang van café The Florin in Utrecht: Jan, Elles, Ton, Rita en Raymond. Dat de deuren pas om half elf open gaan, deert ze niet. Ze wachten met hun vaste clubje gerust een uur om als eerste naar binnen te kunnen en de beste zitplekken te bemachtigen, ook als het regent. “Alleen als het echt slecht weer is, sla ik weleens een weekje over,” zegt Rita Groenewoud (75) uit Nieuwegein. “Maar in principe ben ik er elke week. Het is een soort verslaving.”
Eenmaal binnen proberen ze een plek te bemachtigen op de houten bankjes die pal voor de gesprekstafel staan. Het valt op hoe dicht het publiek op de presentatoren en de gasten zit in deze ouderwetse pub – de voorste rij zit bijna met de knieën tegen de tafel. “Vroeger zaten we helemaal vooraan,” zegt de 72-jarige Jan de Birk uit Hilversum, “maar die plaatsen zijn de laatste jaren gereserveerd voor de gasten en hun aanhang.” Lachend: “Ik heb ook begrepen dat de VARA niet altijd hetzelfde smoelwerk in beeld wil hebben, want het programma wordt sinds enige tijd ook gefilmd. Sindsdien zijn we verbannen tot de zijbeuken.”
Links naast hem zit Ton Verschuren (61) uit Zeist. Door een spierziekte zit hij al een groot deel van zijn leven in een rolstoel, maar dat belet hem niet om elke week live naar zijn favoriete radioprogramma te komen luisteren. “Ik kom hier al 31 jaar,” zegt hij met enige trots. “In die eerste jaren werd het nog gepresenteerd door Jack Spijkerman en Felix Meurders. Wat ik zo leuk vind aan het programma, is dat het zo afwisselend is. Ja, het stramien staat natuurlijk vast: ze beginnen met muziek, dan komt er een actueel onderwerp, dan een stukje cabaret, dan weer muziek, maar het is nooit hetzelfde. Het gaat ook lekker snel: een onderwerp duurt hooguit een minuut of zeven.”
Voor de enkeling die het programma niet kent: Spijkers met Koppen is een satirisch radioprogramma dat al sinds 1988 op zaterdagmiddag tussen 12:00 en 14:00 uur live wordt uitgezonden op NPO Radio 2. Het programma wordt gepresenteerd door Dolf Jansen en Willemijn Veenhoven. Zij wisselen gesprekken over opvallend nieuws en culturele onderwerpen af met bijdragen van cabaretiers en live-muziek.
De groep vaste bezoekers informeert elkaar via de speciaal daarvoor opgerichte Whatsappgroep ‘De Spijkers App’ over wie er deze week gaan en wie niet. “Of, als er tickets beschikbaar komen voor de opnames Even Tot Hier, dan laten we dat ook aan elkaar weten via deze appgroep,” zegt Rita, die naast een fervent bezoeker van Spijkers met Koppen ook vaak te vinden is in de studio’s van Pauw & De Wit en Even Tot Hier. “Ja, allemaal VARA-programma’s. Ik ben al bijna mijn hele leven lid en trouw geabonneerd op de VARAgids. Doe jullie hoofdredacteur trouwens de hartelijke groeten. Hij was hier een tijd geleden met zijn kinderen, die ik toen een pepermuntje heb gegeven. Tot mijn grote verrassing schreef hij daar een week later over in zijn column. Dat stukje heb ik natuurlijk uitgeknipt.”
De ‘vaste koppen’ zijn inmiddels goede bekenden van elkaar geworden, al zien ze elkaar alleen bij Spijkers met Koppen. Rechts naast Jan zit Elles Westerop (61) uit Hilversum. “Jan en ik zien elkaar twee keer per week: doordeweeks bij het salsadansen, waar we elkaar van kennen, en op zaterdag bij Spijkers.” Jan komt hier al sinds 2007, Elles sloot iets later aan. “Omdat je buiten elke week een uur met elkaar staat te praten, leer je elkaar best goed kennen,” zegt Elles. “Je weet zo’n beetje wat in elkaars leven speelt en bespreekt het nieuws. Rita heeft naast pepermuntjes altijd een krant bij zich.” Elles was vandaag door omstandigheden iets later, maar Jan hield een kruk voor haar vrij. “Dat mag natuurlijk niet, maar het is wel gelukt.”
Raymond Tamis (72) uit Velsen komt hier al twaalf jaar. Hij woont verder weg dan de anderen, maar dat weerhoudt hem niet. Voor Raymond is Spijkers met Koppen onderdeel van een volledige radiodag. “Als het afgelopen is, dan ga ik altijd met de trein naar Hilversum, naar Muziekcafé in de Vorstin. Dat doen trouwens wel meer mensen. Spijkers is om twee uur afgelopen, Muziekcafé begint om vier uur. Het is een mooie dagbesteding en nog gratis ook. Je ziet de beste muzikanten van het land in een café-setting: hier treedt Waylon zo op, bij Muziekcafé komen Sam Bettens en Bertolf. Waar vind je dat?”
Rita komt niet zozeer voor de muziek alswel voor de mix aan interessante onderwerpen. “En ik vind Dolf geweldig. Ik ben afgelopen week naar zijn oudejaarsconference geweest en heb hem even verteld hoe geweldig ik dat weer vond. Dolf is heel adrem met zijn humor, maar kan ook heel serieus zijn. Hij heeft alles in huis. Met Felix Meurders was het altijd vreselijk leuk. Dat was een geolied duo. Willemijn moest in het begin even wennen, maar ook die zit nu helemaal in haar rol.”
Jan en Ton missen echter wel iets: politiek. Rond de verkiezingen zijn er nauwelijks politici te gast geweest. “Dat is jammer,” zegt Jan, “want ik had een Jetten en een Timmermans wel tegenover elkaar willen zien.” Willemijn Veenhoven herkent dat probleem. “Vroeger, ver voor mijn tijd, waren politici nog niet gemediatraind. Wiegel en Bolkestein waren hier vaak te gast en durfden dan ook echt iets te zeggen. Nu durven politici niet meer het achterste van hun tong te laten zien, maar bovenal: ze komen gewoon niet meer.” Ze legt uit: “Spijkers is een onvoorspelbaar en dus gevaarlijk programma. Je kunt zomaar afgezeken worden door het cabaret. Verder hebben ze tegenwoordig de keuze uit achthonderd programma’s en kiezen ze eerder voor televisie dan voor radio. Wij kozen daarom rond de verkiezingen bewust voor een andere invalshoek. Elke week een goede cabaretier iets over de politieke actualiteit laten zeggen is veel sterker dan een politicus uitnodigen die, als hij al wil komen, toch niets zegt. Het cabaret is ons unique selling point: geen enkel ander radioprogramma doet dat.”
Het bijzondere aan Spijkers met Koppen is dat het programma opgenomen wordt in een echt café, met alle geluiden die daarbij horen. “Het rinkelen van glazen, de koffiemachine, het geroezemoes van de mensen,” somt Jan op. “Dat is heel gezellig.” Raymond knikt instemmend. “Op de radio hoor je dat, maar het is nog veel leuker om het te zien, al die drukte. Wat je op de radio ook niet ziet: Dolf die een gekke blik trekt of een gast die een foto in de lucht houdt. Dolf roept dan weleens: hé, het is radio, hoor! Dan zie je die gast denken: oja, ik moet de foto even beschrijven.”
Simon Griffiths, de eigenaar van café The Florin, heeft in 28 jaar maar twee uitzendingen gemist. “Spijkers met Koppen is uniek in zijn soort”, zegt hij met een charmant Engels accent. “Het café krijgt op zaterdagmiddag ook een heel andere sfeer dan de rest van de week. Doordeweeks is het hier overdag vrij rustig, maar op zaterdagmiddag hebben we soms tweehonderd man over de vloer.” Het café staat inmiddels in het hele land bekend als het Spijkers-café. “Soms, als ik buiten de stoep aan het vegen ben, hoor ik mensen tegen elkaar zeggen: ‘O, kijk, dat is het café van Spijkers met Koppen! Dat is natuurlijk heel leuk en ook gratis PR voor ons.”
De vaste gasten hebben nog wel een tip voor Simon. Het koffiezetapparaat is te langzaam, vinden ze. Simon lacht. “Dat hoor ik vaker, maar als je goede koffie wil hebben, dan duurt dat even. Ik kan een sneller koffieapparaat kopen, maar dan krijg je een slappe bak. Ik wil gewoon goede koffie serveren. Andere mensen vinden het juist gezellig, dat ze even moeten wachten, omdat ze dan aan de bar even een praatje kunnen maken. Dat werkt ook goed op de radio. Je moet die café-sfeer hebben. Als het allemaal snel gaat, dan hoor je die hustle bustle misschien ook minder.”
Wat was het hoogtepunt van het afgelopen jaar? Jan en Elles noemen het item met de Palestijnse arts Salih El Saddy, die vertelde over het leed dat hij zag in Gaza. Het was een van die momenten waarop de zaal muisstil werd. Willemijn Veenhoven legt uit wat er dan gebeurt. “Normaal hoor je wat geroezemoes uit het publiek. Mensen die anders gaan zitten, iets in het oor fluisteren van hun buurman, dat soort geluiden. Bij dit gesprek hoorde je het langzamerhand helemaal doodstil worden, alsof iedereen zijn adem inhield. Dat hoor je op de radio terug. De stilte van een zaal vol mensen is anders dan de stilte van een radiostudio. Je gaat door die stilte als luisteraar automatisch geconcentreerder luisteren.”
Voor haar is het publiek een essentieel ingrediënt voor de succesformule van het programma, waar wekelijks honderdduizenden mensen naar luisteren. “We hebben het er weleens over: wat maakt Spijkers nu Spijkers? Nou, natuurlijk het cabaret en de live band, Dolf en ik, maar een heel belangrijk onderdeel is: live in een café met publiek.”
Soms maken ze een uitstapje naar een theater, maar dan is de sfeer van een uitzending toch anders. Veenhoven: “Dolf is als cabaretier natuurlijk in zijn sas voor een volle zaal, maar ik heb het publiek liever dichtbij. Omdat je dan de lach direct hoort. Het klinkt vreemd, maar als we een uitzending maken vanuit een theater, duurt het een halve seconde voordat we de lach horen, omdat er toch meer afstand is.”
In het begin vond Veenhoven het eng om zo dicht op het publiek te zitten. “Ik ben begonnen in coronatijd, toen was er helemaal geen publiek. Later mochten er maximaal twintig mensen op gepaste afstand in het café: daardoor kon ik alvast een beetje wennen. Nu wil ik de ruimte het liefst helemaal stampvol hebben. Midas Dekkers heeft eens een boek geschreven over de liefde voor de kleine ruimte, het verlangen naar geborgenheid. Het publiek geeft mij die geborgenheid.”
Ze kent de vaste gasten inmiddels goed. “Als ik bijvoorbeeld een weekend wegga en ik heb mijn reistas mee, dan vragen ze: ‘Waar ga je naartoe? Veel plezier!’ Of als ik jarig ben geweest, dan feliciteren ze me. Een tijd geleden stond ik met mijn partner in jullie rubriek Buis & haard, dat krijg ik dan meteen te horen: ‘O, dus dat is je vriend. Wat een leuk huis hebben jullie!’ Ik ken ze niet allemaal bij naam, maar ze kennen ons en de redactie natuurlijk wel. ‘O, dat is Mariëlle, de eindredacteur. O, dat is de moeder van Mariëlle, die komt ook vaak kijken.’ Op die manier voelen ze zich een onderdeel van ons programma en dat zijn ze ook. Het voelt als één grote familie. Niet alleen voor hen is het een uitje op de zaterdag, ook voor mij. Ik kan me in de trein naar Utrecht al verheugen op de gezelligheid en het kopje koffie van Simon.”
Jan en Elles maken zich wel zorgen over de samenstelling van het publiek. “Kijk maar even om je heen: dit collectief is aan het uitsterven,” zegt Jan met enige ironie in zijn stem. “Allemaal grijs, wit en middelbaar. Ik zou ze zo graag een wat jonger publiek gunnen, maar het lijkt wel of er helemaal geen nieuwe aanwas komt. Misschien moeten ze het slimmer gaan marketen.” Elles vult aan: “Aan het programma ligt het niet. De gasten zijn vaak jong, het cabaret is jong en ook de muziek spreekt volgens mij een jongere doelgroep aan. Waar het dan wel aan ligt? Geen idee. Misschien luisteren jongeren minder radio.” Jan haakt aan: “Mijn kinderen luisteren helemaal geen radio. Mijn oudste kleinzoon is dertien. Die luistert ook nooit naar de radio. Ik wil hem binnenkort eens meenemen om hem te laten zien hoe leuk het is om zo’n live-uitzending bij te wonen.”
Aan de vaste gasten ligt het niet: volgende week zijn ze hier weer, zelfde tijd, zelfde plaats. Spijkers voelt voor hen als thuis, zegt Rita. Om daaraan toe te voegen: “Wil je een pepermuntje?”