Helemaal geven

Roel Maalderink (33) van het satirische programma Plakshot over De Beste Grap. ‘Een grap moet natuurlijk grappig zijn, maar ik vind het altijd mooi als er ook andere emoties in zitten.’

Verschenen in VARAgids 19, 2024.

“Het eerste wat ik dacht toen je me deze vraag stelde was: help. Wat is in vredesnaam de beste grap aller tijden? Ik heb het er met Jos, mijn broer, over gehad. Hij moest meteen denken aan clown Bassie. Bassie heeft ooit gezegd dat een oude circusmop de beste grap aller tijden is. De clown is een paar dagen van huis. Om zich warm te houden, kruipt zijn vrouw tegen de circusdirecteur aan. Ze kruipen nog wat dichter tegen elkaar aan, en nog wat dichter, en net als ze beginnen seks te hebben, komt haar man binnen. Zegt de directeur: ‘Ha, de clown. Nu gaan we lachen.’ 

“Een grap moet natuurlijk grappig zijn, maar ik vind het altijd mooi als er ook andere emoties in zitten: boosheid, pijn of ontroering. Dat is voor mij een belangrijk criterium. Het grote verschil tussen komedie en satire zit wat mij betreft ook in die dubbele laag. Een komisch programma gaat over de lach, maar een satirisch programma maakt ook een punt: goede satire laat je anders naar een onderwerp kijken. Een goed Plakshot-item heeft in mijn ogen twee lagen: de André van Duin-laag en de Bas Heijne-laag. Met die eerste laag bedoel ik dat een item gewoon grappig moet zijn. Je moet bij het kijken een lach niet kunnen onderdrukken. Met die tweede laag bedoel ik dat je over een item na gaat denken. Je ziet iets wat je nog niet eerder had gezien.”

“Er zijn een aantal cabaretshows die een onuitwisbare indruk op me hebben gemaakt. Ik moet meteen denken aan Opslaan als van Eva Crutzen. Dat vond ik een fantastische show. Rudiversum van Ruud Smulders zit daar ook bij. Ik zag laatst deze voorstelling en had echt buikpijn van het lachen. Het gaat over zijn alcoholische moeder, maar er zit naast humor ook zoveel mededogen in, dat is fenomenaal. Maar wie ik wil nomineren is Marc-Marie Huijbregts. Op de middelbare school keken we tijdens Nederlands naar zijn allereerste voorstelling Marc-Marie H. uit 2000. Hij was nog helemaal niet bekend, dus hij begon de voorstelling met de mededeling dat dit zijn echte stem is en dat die de rest van de voorstelling ook zo blijft. Dat heeft meteen al iets ontroerends. Het fragment waaraan ik moest denken heb ik in geen twintig jaar gezien. Ik heb het proberen op te zoeken op internet, maar ook daar is het nergens te vinden. Toevallig hebben we onlangs mijn ouderlijk huis opgeruimd en heb ik een paar oude dvd’s mee naar huis genomen waar ik geen afstand van kon doen, waaronder die met deze voorstelling. Ik heb vanmorgen een oude laptop uit de kast gehaald om de dvd af te spelen zodat ik de grap letterlijk kan citeren. Ik zal hem voorlezen:

(Met een Brabants accent): Ik wilde mezelf heel erg graag helemaal geven. En dan realiseer ik mezelf [sic] ook wel dat er dan iemand moet zijn die mij helemaal wil hébben. Ik zal eerlijk zijn: waar ik dan bang voor ben, is dat ik mezelf dan helemaal geef. En dat niemand het dan wil hebben. En dat ik dat dan zelf weer op moet gaan pakken. En dat er dan stukjes af zijn of kapot.

“Ik denk dat elke maker dat gevoel wel herkent: je geeft jezelf helemaal, maar je hebt altijd de angst: zitten de mensen wel op mij te wachten? Straks wil niemand me hebben en moet ik mezelf gaan oprapen. Ik vind dat een prachtige metafoor. Om te zeggen dat het mijn levensmotto is gaat misschien wat ver, maar ik denk nog vaak aan dit fragment.”

Vanaf maandag 6 mei is Plakshot te zien met een nieuw seizoen bij de VPRO om 20.30 uur op NPO 3, YouTube en NPO Start.