Ineens weer dertien

Coos (36) deed een gebeurtenis uit zijn jeugd lang voor als een smakeloze grap. Totdat het trauma zich jaren later in volle hevigheid openbaarde. Voor het verwerkingsproces zocht hij de daders op.

Fragment. Lees het hele verhaal in VARAgids 15, 2024.

Het is een warme zomerdag aan het begin van deze eeuw. Coos (toen 13 jaar) zit
pas twee weken op de middelbare school. Het is een dinsdag, herinnert hij zich,
zoals men zich vaak alle details van een onheilsdag herinnert. Hij is die dag vroeg uit
en fietst met zijn vrienden richting het Hartelkanaal. De groep (25 jongens en meiden
waarvan hij er 23 goed kent) zoekt een plek aan de waterkant. Daar doen ze wat
tieners op een mooie dag aan het water doen: chillen, zwemmen, een beetje
ravotten. Coos is zo ongeveer de jongste van het stel. Aangemoedigd door de rest
rookt hij die middag zijn eerste joint, maar die valt verkeerd. Na iets te veel hijsjes
gaat hij compleet out. Het geschreeuw van de jongens en het gekletter van het water
wordt steeds zachter en langzaam zakt hij weg in een roes. Abrupt komt hij weer bij
zinnen wanneer hij voelt dat zijn broek naar beneden wordt getrokken. Hij raakt in
paniek. Als onzekere dertienjarige, bij wie alles nog moet groeien, ben je er in zijn
woorden ‘nog niet klaar voor om in je nakie te staan’ voor je vrienden. Eén jongen
houdt zijn armen vast, anderen pakken z’n benen. Dan hoort hij: je moet z’n knieën
in z’n nek leggen. Niet veel later voelt hij een onbeschrijfelijke pijn. Een van zijn
vrienden, jongens die hij voor honderd procent vertrouwt, stopt een colafles in zijn
kont. Iemand anders trapt de fles nog eens genadeloos aan. Een derde schopt
vervolgens zo hard tegen de zijkant van de fles dat deze wegschiet. De omstanders
lachen hard. Coos snelt zich naar huis, waar hij van zijn vader een pak slaag krijgt
omdat hij geblowd heeft en te laat is voor het eten. Over het incident vertelt hij niets.
Ruim twintig jaar later horen zijn ouders pas wat er die middag exact is gebeurd: zijn
leven is dan al door de colafles vergald.

Het keerpunt kwam bijna twee jaar geleden, toen een van de jongens die erbij was
een foto plaatste van de dertiende verjaardag van zijn zoon. Coos, een barber pur
sang, inclusief Peaky Blinders-pak en een dozijn tatoeages op alle zichtbare
plekken, zegt al kettingrokend in zijn barbershop: ‘Ik keek naar die foto en dacht: ja,
zo oud was ik, maat. Ik was een kind. Kun je je voorstellen dat ik nu bij jouw zoon
zijn broek naar beneden trek en er een colafles in trap? Ik heb er jaren geen last van
gehad, maar toen besefte ik opeens hoeveel schade ik heb geleden en kreeg er
ineens weer last van. En ik zal heel eerlijk zijn: ik wilde ze zelfs vermoorden.’