De beste grap volgens Kick van der Veer

Kick van der Veer (69) is cabaretkenner. Hij presenteert elke zondag het radioprogramma Andermans veren op NPO Radio 5.

Verschenen in VARAgids 20, 2024.

Andermans veren brengt al meer dan dertig jaar bijzondere cabaret- en kleinkunstfragmenten op radio, televisie en in het theater. Kick van der Veer (Bloemlezer des vaderlands van de Nederlandse kleinkunst, aldus Herman van Veen) stelt het radioprogramma al vanaf de eerste uitzending samen. Hoe geeft een van de grootste kleinkunstkenners van het land antwoord op de vraag: wat is de beste grap aller tijden?

Kick van der Veer: “Toen je me die vraag stelde, schoot me meteen een grap te binnen van Fons Jansen. Dat is namelijk een van de meest geniale grappen die ik ken: ik vertel hem je zo. Later ben ik er nog even over gaan nadenken, want je hebt natuurlijk veel verschillende soorten grappen, en zo kwam ik tot mijn persoonlijke top drie.

“Nummer drie is een visuele grap uit Dat heeft zo’n jongen toch niet nodig van Herman Finkers. Die voorstelling begint met een filmpje: op een groot filmdoek zie je een fragment uit Tarzan. Johnny Weissmuller hangt aan een liaan en komt iets of iemand te hulp. Je hoort zijn beroemde kreet en hij komt als het ware op je af geslingerd. Precies op dat moment slingert Finkers, gekleed in een kaki overhemd en met een tropenhelm op zijn hoofd, dwars door het doek het podium op. Finkers wordt vaak geprezen om zijn verbale humor, ook in deze rubriek, maar zijn visuele grappen zijn minstens net zo sterk. Die man is werkelijk geniaal. 

“Op de tweede plaats staat wat mij betreft een grap uit Weerzien in Panama van Neerlands Hoop. De programma’s van Bram en Freek zaten stikvol met grappen. Zij waren de meesters van de stapelgrappen: zoveel grappen vertellen dat het publiek vanzelf de slappe lach krijgt. Ronald Goedemondt is daar nu de grootmeester in. In de voorstelling zit een grap over een meneer die naast een korfballer ligt die door de mand is gevallen en die zijn gehoorapparaat heeft ingeslikt. Een korfballer die door de mand is gevallen is natuurlijk een verschrikkelijk slechte woordspeling, maar als je er daar maar genoeg van hebt, wordt het vanzelf leuk. Freek zegt dan tegen die man: ‘Je mag blij zijn dat je niet blind bent, want die geleidehonden zijn niet te vreten vandaag de dag.’ Dat is een meesterlijke grap. Als je dat kan verzinnen, zoiets absurds, dan kan je wel wat, hoor.

“De grap die me meteen te binnen schoot is van Fons Jansen. Je moet deze grap in zijn tijd zien. In de jaren zestig liepen de katholieke geestelijken nog in lange zwarte jurken. Ik ben zelf misdienaar geweest, ik weet er alles van. 

Een onkerkelijk persoon zit naast mij op de bank. Op het altaar staat de pastoor, in het lang – het is avond, waarom niet? De pastoor staat te zwaaien met het wierookvat. Opeens rent dat onkerkelijk persoon naar voren, zo dat altaar op en zegt tegen de pastoor: ‘Mevrouw, uw tasje staat in brand.’ 

Dit vind ik een geniale grap, omdat er in één regeltje drie misverstanden zitten: de pastoor is geen mevrouw, het wierookvat is geen tasje en de wierook is geen brand. Fons Jansen was in de cabaretwereld beroemd om zijn fantastische grappenarsenaal. Toon Hermans was er jaloers op. Jansen lijkt inmiddels een beetje vergeten, maar ik merk wel dat als ik een conference van hem draai op de radio, dat ik heel veel respons krijg. Meer dan bij wie dan ook. Dat zegt denk ik genoeg.”