Kleinkunstkenner Jacques Klöters (76) over de oudejaarsconference. ‘André van Duin moet hem volgend jaar gaan doen.’
Lees verder Een borreltje met… Jacques KlötersCategorie: Cabaret
Het madeleinemoment van Youp van ’t Hek: de geur van een houten strandhokje
Welke geur of smaak brengt bij u een zoete of juist bitterzoete herinnering aan de vakanties uit uw jeugd naar boven?
Lees verder Het madeleinemoment van Youp van ’t Hek: de geur van een houten strandhokjeJeroen van Merwijk: ‘We worden geregeerd door cultuurbarbaren’
Jeroen van Merwijk (64) is beeldend kunstenaar en cabaretier. Onlangs werd bekend dat hij ongeneeslijk ziek is. Wat kijkt, leest en luistert hij in zijn vrije tijd?
Lees verder Jeroen van Merwijk: ‘We worden geregeerd door cultuurbarbaren’
Rob Kemps (Snollebollekes): ‘Ik hou helemaal niet van feesten’
Rob Kemps (34) is de uitbundig geklede en gekapte zanger van Snollebollekes. Deze maand staat hij vier avonden in een uitverkocht Gelredome. Playboy daalde af naar het zuiden des lands en sprak hem onder meer over het succes van de carnavalskraker Links/rechts, zijn liefde voor het chanson en de misverstanden die over hem bestaan. ‘Ik hou helemaal niet van feesten.’
Lees verder Rob Kemps (Snollebollekes): ‘Ik hou helemaal niet van feesten’
Stefano Keizers: ‘Ik ben de best functionerende junk van Nederland’
Stefano Keizers (pseudoniem van Gover Meit, 1987) werd bekend door zijn spraakmakende verkleedpartijen in De Slimste Mens. Inmiddels heeft de cabaretier zijn eigen televisieprogramma en staat hij met zijn tweede voorstelling in het theater. Playboy spreekt hem over de druk van zo’n tweede voorstelling, zijn lavalampen van zelf gefabriceerd slijm en zijn drugsgebruik: ‘Ik ben de best functionerende junk van Nederland.’
Lees verder Stefano Keizers: ‘Ik ben de best functionerende junk van Nederland’
Herman Finkers: ‘Ik geloof omdat het absurd is’
Herman Finkers (65) speelt, samen met Johanna ter Steege, de hoofdrol in de door hem zelf geschreven film De beentjes van Sint-Hildegard. Welke schrijvers, cabaretiers en filmmakers inspireren hem?
Philippe Geubels is een wandelende medische encyclopedie
Uit: Playboy 02, 2019. Lees het artikel hier.
Op de persdag van de nieuwe medische quiz Is er een dokter in de zaal (vanaf donderdag 24 januari op RTL4) was presentator Philippe Geubels zelf ziek. ‘Ik heb tussen de interviews door staan overgeven.’ O, ironie. Een paar dagen later is de Vlaming, bekend van zijn lijzige stem en droge humor, weer in betere gezondheid. Al is dat bij hem ook maar relatief. Geubels bedacht het programma, omdat hij zelf een wandelende medische encyclopedie is. Hij leest voor zijn plezier bijsluiters van medicijnen en heeft altijd een doos met pillen op zak. ‘Noem maar iets en ik heb het bij me.’ Diarreeremmers? ‘Zit erin.’ Hoesttabletten? ‘Ook.’ Niets laat hij aan het toeval over. Een chronische man flu is het niet, zegt hij zelf, hij is écht ziek. Het afgelopen jaar had hij onder meer een zware buikgriep en een langdurige pijn in zijn hoofd. ‘Ik denk dan wel meteen dat er een tumor in m’n kop zit.’ Toen de dokter voor de zoveelste keer zei dat hij niets had, dat hij een hypochonder is, antwoordde Geubels: ‘Dan heb ik dat toch?’ Hij is overigens niet de enige die bang is om ziek te worden. Ook Jörgen Raymann, Dennis Quaid en Hugh Jackman worden bestempeld als hypochonder. Naast hypochondrie heeft de kale komiek ook last van agorafobie (pleinvrees) en heeft hij een angst voor oneven getallen. ‘Al is dat misschien meer een dwangneurose. Als ik het volume van de tv harder zet, zet ik hem altijd op een even getal. Ik woon ook op een even nummer. Als ik in een hotel een oneven kamernummer krijg dan zal ik niet vragen of ik van kamer mag veranderen, maar het zit me dan toch niet lekker.’ En is hij weleens bang geweest voor vrouwen? ‘Ik ben nu een paar jaar getrouwd, dus die angst wordt alleen maar erger.’
De smaak van… Steven Brunswijk
Verschenen in Playboy 02 2019.
Steven Brunswijk (35) toert met de theatervoorstelling Van Slaaf tot Meester door het land.
Sushi of stamppot?
Stamppot.
Een week zonder seks of een week zonder Instagram?
Een week zonder Insta, uiteraard.
Expeditie Robinson of Wie is de Mol?
Expeditie Robinson. Dat is een stuk zwaarder dan Wie is de Mol, zowel geestelijk als lichamelijk.
Dikste wagen?
Een Rolls Royce Ghost.
Dikste horloge?
Ik verzamel horloges (Armani, Diesel, Hugo Boss) maar ik heb geen favoriet. Ik vind ze allemaal wel gaaf.
Wie zou je weleens naakt in Playboy willen zien?
Eva Mendes. Ik zag haar voor het eerst in Out of Time en vond het meteen een hele mooie vrouw.
Favoriete artiest:
Dave Chappelle. Dat is eigenlijk ook een artiest, toch? Ik snijd in mijn theatershow onderwerpen aan die je niet grappig mag vinden. Slavernij bijvoorbeeld. Chappelle doet dat ook. Hij is daar echt een meester in.
Mijn guilty pleasure is:
Geen idee, ik geniet intens van alles wat ik doe.
Ik geef veel geld uit aan:
Mijn vrouw en kinderen.
Mijn duurste kledingstuk is:
Ik heb een paar Lammy Coats.
Geert Wilders of Thierry Baudet?
Ik ben van allebei geen fan, maar dan kies ik toch voor Geert Wilders. Hij gaat soms ver, hij is soms ook wel racistisch, maar je weet tenminste wat hij wil. Baudet speelt het slimmer en sluwer. Ik weet niet zo goed wat hij precies wil.
Dit is mijn meest bijzondere ervaring met drugs:
Drugs is voor losers.
Dit staat er op mijn strafblad:
Een voorwaardelijke taakstraf in mijn tijd als horecaportier. Eén jongen wilde niet naar buiten, dus ik hielp hem een handje. Daarna kwam hij op me afrennen. Hij wilde op me spugen, dus ik steek mijn hand naar voren, want ik heb liever dat hij op mijn hand spuugt dan in mijn gezicht. Hij zei later dat ik hem heb geslagen, wat natuurlijk echt onzin is. De rechter oordeelde dat ik hem wél had geslagen, maar alleen op grond van die hand die ze op de camerabeelden had gezien. Die straf was dus totaal onterecht.
Dit geheim weet niemand van me, maar ga ik nu verklappen aan Playboy:
Ik ben gek van tekenfilms. Met name van anime uit Japan. Death Note, Dragon Ball, Shingeki… Mensen onderschatten tekenfilms. Denken al snel dat het alleen iets voor kinderen is. Ik keek laatst dus naar Death Note en dat is by far de spannendste serie die ik ooit heb gezien. Daar kan geen Netflix of HBO tegenop.
Hier kun je me ’s nachts voor wakker maken:
Heineken 0.0.
Brabander of Nederlander?
Brabander.
Deze persoon mag wat mij betreft direct van televisie verdwijnen:
Özcan Aklul. Die mafjoekel zei een keer dat hij niet snapt waarom ik een podium krijg op de publieke zender, dat ik geen talent heb. Als ik echt niets zou kunnen dan had ik nu geen volle theaterzalen. Die gek kan trouwens door zijn geschreeuw zijn eigen land niet meer in. Ik kan nog wel gewoon naar Suriname.
Veronica Inside of Studio Sport?
Veronica Inside.
Deze game speel ik het liefst:
Pro Evolution Soccer.
Met deze overleden persoon zou ik nog weleens een drankje willen doen:
Michael Jackson. The King of Pop. Ik zou wel een avond met hem willen doorzakken en het dan niet over de showbusiness hebben of over al die aanklachten, maar gewoon eens vragen: hoe gaat het nu met je? En gewoon een avond slap met hem ouwehoeren.
Dit is mijn grootste angst:
Dat er iets met mijn kinderen gebeurt.
Freek en Hella de Jonge: ‘Als het ons niet bevalt, dan zijn we weg’
Freek (74) en Hella de Jonge (69) wonen zes weken in het Groninger Museum voor de expositie Het Volle Leven. Aan de hand van hun kunstcollectie vertellen ze over hun decennialange samenwerking. Hoe heeft hun culturele smaak zich door de jaren heen ontwikkeld?
Lees het gehele interview in het septembernummer van HP/De Tijd. (2018)
BOEKEN
Hella: “Freek leest bijna nooit een boek helemaal uit. De boeken die ik lees, vat ik voor hem samen, zodat hij ze niet meer hoeft te lezen. En de boeken waarin hij niet verder leest, maar die wel goed zijn, lees ik uit en vat ik ook voor hem samen.”
Freek: “Jij leest dus eigenlijk ook voor mij. Het belangrijkste boek van de laatste tijd is Leerschool van Tara Westover. Het gaat over een meisje dat opgroeit in een mormoons milieu waarin allerlei sektarische regels gelden. Een daarvan is dat ze niet naar school mogen. Alles wat van de staat komt, deugt volgens haar ouders namelijk niet.”
Hella: “Ze leven ook heel sterk met het idee dat de wereld ten onder gaat en dat zij zullen overleven.”
Freek: “Ja. Zij vinden dat ze zuiver leven. Ik zei meteen tegen jou: dit moet je lezen. Jij bent in gelijke mate, zij het op een andere manier, ook getraumatiseerd in je jeugd. Dat zeg ik goed, toch?”
Hella: “Ja. Daarom vond ik het ook zo goed. Ik zag veel van mijn eigen jeugd terugkomen in dat boek. Jij hebt ooit eens gezegd dat Brief aan mijn moeder van Ischa Meijer je geleerd heeft hoe ik in elkaar steek. Het boek van Tara Westover had datzelfde effect op mij. Ik zag opeens hoe mijn vader macht op mij uitoefent, want hij leeft nog steeds, en dat het heel moeilijk is om je daaraan te ontworstelen.”
Freek: “Brief aan mijn moeder gaat heel erg over de worsteling van de overlevenden van de Holocaust en dan vervolgens…”
Hella: “De hardheid van de overlevenden.”
Freek: “Die hardheid inderdaad, en hoe ze met zo’n verleden hun kinderen probeerden op te voeden en daar zowel bij Ischa als bij jou niet in zijn geslaagd. Dat is natuurlijk op allerlei manieren wel te billijken, maar voor de kinderen is dat heel hard geweest. Ischa is niet veel ouder dan vijftig geworden. Hij is ook echt aan die moeilijke jeugd ten onder gegaan. Jij bent bijna zeventig en worstelt ook nog steeds met je vader (de inmiddels 95-jarige Eli Asser, red.) en de rest van de familie. Omgekeerd heb jij mij denk ik wel beter leren begrijpen door Knielen op een bed violen van Jan Siebelink.”
Hella: “Hmmm, nee. Ik vond dat wel een geweldig boek maar ik betrok dat verhaal nu niet per se op jou. Boeken zijn voor mij wel het belangrijkste hulpmiddel om het leven te leren begrijpen. Op mijn 24ste, kort na de dood van onze zoon, las ik het dagboek van Etty Hillesum. Dat gaf me toen heel veel troost. Ik verkeerde in die tijd in redelijk erbarmelijke omstandigheden. Als je dan zo’n boek in handen krijgt en ziet dat er mensen zijn die in veel erbarmelijker omstandigheden het hoofd boven water hebben gehouden, dan is het veel makkelijker om te denken: ik moet niet klagen, ik moet door.”
THEATER
Hella: “Naar opera moet je wel leren kijken. Twintig jaar geleden had ik niet zo opgetild kunnen worden door de muziek en het acteren als nu. Jij ook niet.”
Freek: “Er zit zoveel meer in opera dan in een gewoon toneelstuk. Maar je hebt gelijk. Je smaak ontwikkelt zich natuurlijk ook. Ik luister nu bijvoorbeeld ook veel meer naar klassieke muziek dan vroeger.”
Hella: “Dat heeft misschien met onze leeftijd te maken. We willen steeds minder rotzooi en zijn steeds meer op zoek naar het abstracte. Klassieke muziek is veel abstracter dan popmuziek. Ballet is veel abstracter dan toneel.”
Freek: “Dat klopt, terwijl opera nu juist natuurlijk niet erg sterk is met het weglaten van dingen.”
Hella: “Dat is waar.”
Freek: “Ik weet niet of het komt omdat je het vak zelf beoefent, maar over het algemeen moet een toneelstuk wel aan hele hoge eisen voldoen om ons te verrassen. Geheel in de geest van de tijd zitten we een beetje zapperig op de stoel. Als het ons niet bevalt, dan zijn we weg. En dat gebeurt redelijk vaak moet ik zeggen. Ook bij cabaret. Dat komt toch door de strengheid van de normen waaraan ik zelf wens te beantwoorden…”
Hella: “En die je bij anderen niet terugziet.”
Freek: “Nee. Ik heb ze nog niet gezien die de normen hoger hebben liggen dan ik. De meeste cabaretiers vinden het al een hele prestatie om zeventig minuten op het toneel te staan.”
Hella: “Ik ga niet zo graag naar cabaret. André van Duin is wel iemand waar ik vreselijk om kan lachen. Hij ís gewoon leuk. Net als jij.”
Freek: “Kees van Kooten noemt dat ‘natuurleuk’. Herman Finkers heeft dat, Jochem Myjer heeft dat, Brigitte Kaandorp heeft dat…”
Hella: “Je wordt ermee geboren of niet. Mijn vader vind ik bijvoorbeeld niet leuk. Die probeert leuk te zijn. Jij maakt cabaret omdat het je roeping is. Cabaret waarin allerlei ordinaire grapjes worden gemaakt, dat doorspekt is met flauwiteiten en vrouwonvriendelijke humor heeft niets met een roeping te maken. Dat heeft ook niets met cabaret te maken. Ik vind dat soort cabaretiers altijd heel pijnlijk om te zien.”
Freek: “Nu hebben we er wel weer genoeg over gezegd.”
MUZIEK
Hella: “Buiten Het Concertgebouw gaan we ook wel naar popconcerten. We zijn laatst naar Kensington in de Johan Cruijff Arena geweest, maar dat was te massaal.”
Freek: “Bij Jay Z en Beyoncé zijn we weggelopen. De muziek was veel te hard en de artiesten veel te onzichtbaar. Dat is natuurlijk het toppunt van marketing: de mensen komen naar buiten en zeggen dat ze een geweldige avond hebben gehad, terwijl ze in wezen twee uur zijn gemarteld.”
Hella: “Ed Sheeran hebben we niet eens gehaald. We dachten: we blijven lekker thuis.”
Freek: “Het samenzijn is de kick. De muziek is bijzaak. Bij die grote stadionconcerten worden bij voorbaat al oordoppen uitgedeeld. Dat is natuurlijk waanzin. Zet gewoon het geluid twintig decibel zachter.”
Hella: “Laatst zagen we Lavinia Meijer en Remy van Kesteren in Paradiso. Dan word je gewoon naar de hemel getrokken.”
Freek: “Er waren vijftig kaarten verkocht voor die avond.”
Hella: “Ik hou ook heel erg van Natalie Merchant. Als ik dood ben mogen ze Motherland wel draaien.”
Freek: “Jij wilt dan toch ook Bridge over Troubled Water van Simon & Garfunkel gedraaid hebben?”
Hella: “Ja, die ook. Graag veel tearjerkers. En jij? We moeten die nummers eigenlijk even opschrijven en aan elkaar geven.”
Freek: “What’ll I Do van Kate en Anna Mcgarrigle. En die ene van Procol Harum.”
Hella: “We moeten onze euthanasieverklaring ook nog regelen.”
Freek: “A Salty Dog. En ik wil ook graag een video maken waarin ik de nummers zelf aankondig. Daar moeten we maar eens even een keer voor gaan zitten.”
Freek en Hella de Jonge ontvangen Nick Muller op dinsdag 18 september om met hem verder te praten over kunst. Plaats: Groninger Museum. Aanvang: 13.00 uur.
Javier Guzman: ‘Ik heb me lange tijd verantwoordelijk gevoeld voor de dood van mijn vader’
Interview voor Playboy. November 2017.
In zijn nieuwe voorstelling Ga-Bie-Jer maakt Javier Guzman (40) korte metten met zijn driftkikkerimago. Hij stelt zich voor als de verlegen en bescheiden man die hij eigenlijk meent te zijn. Maar vals bescheiden is hij niet: dat hij tot ’s lands beste cabaretiers behoort, durft hij best te erkennen.
1. Reken jij jezelf tot de tien beste cabaretiers van Nederland?
Het is dat anderen het zoveel gezegd hebben, zowel critici als publiek, dat ik wel durf te zeggen dat ik tot de top tien behoor. Een aantal jaren geleden was ik van management veranderd en stond ik opeens tegenover een van de beste theaterboekers van Nederland. Hij keek me aan en zei: ‘Je weet nu wel tot welke categorie je behoort?’ Ik antwoordde zonder valse bescheidenheid: ‘Ik denk dat ik wel tot de vijftig beste cabaretiers van Nederland behoor.’ Hij keek me beduusd aan. ‘Vijftig? Je staat op dit moment in de top vijf van beste cabaretiers van ons land!’ Toen pleurde de tonic uit m’n poten. Ik was alleen maar bezig met spelen. Ik had daar totaal geen zicht op.
2. Zou je iets aan jezelf willen veranderen?
Ik zou me minder schuldig willen voelen. Ik voel me altijd schuldig. Over alles. Ik hoop dat ik het niet alleen op het toneel maar ook privé fijn zal hebben. Ik heb het nu fijner dan ik lange tijd heb gehad. Ik heb een hele lieve vriendin en ben steeds beter in balans. Ik heb het gevoel dat ik op een kantelpunt in mijn leven sta: ik vind steeds meer innerlijke rust, ik weet mijn tijd steeds beter in te delen en wordt steeds gelukkiger.
3. Wat is op dit moment het grootste verdriet in je leven?
De zelfmoord van mijn vader. In het laatste gesprek dat we hadden kregen we ruzie. Ik onderhield hem financieel en zei dat ik daar even mee zou stoppen. Dat het voor hem tijd werd om op eigen benen te gaan staan. En toen zei hij: ‘Dat kun je wel doen, maar dan maak ik er een eind aan.’ Ik dacht dat het gewoon bluf was. Want dat deed hij wel vaker. Bluffen. Maar dit was een van de weinige keren dat hij dat niet deed. Ik heb me lange tijd verantwoordelijk gevoeld voor zijn dood. En nog steeds. Daar komt dat altijd aanwezige schuldgevoel ook vandaan, denk ik.
4. In je voorstelling Ga-Bie-Jer stel je jezelf ‘opnieuw voor aan het publiek’. Wat is de grootste misvatting die onder dat publiek er over jou bestaat?
Na lang aarzelen: “Dat ik op het toneel net zo ben als in het echt. Ik denk dat mensen verwachten dat ik in het dagelijks leven een nietsontziende rauwdouwer ben, maar eigenlijk ben ik een heel bescheiden en verlegen man. Ik ben wel een enfant terrible maar dat zit hem niet in fysieke agressie”
5. Hoe kan het dan dat je meermaals in het nieuws bent geweest met vechtpartijen?
Dat berust allemaal op een misvatting. Van het eerste incident waarmee ik het nieuws haalde, die vechtpartij op de Zeedijk, was ik niet de agressor. Mijn broer en ik werden tot pulp geslagen en wij sloegen terug. Ik kreeg wel van alle kanten de schuld in de schoenen geschoven. Als ik al vecht, dan vecht ik voor mijn vrijheid. Ik ben nog nooit een vechtpartij begonnen. En de keren dat ik agressief was en iets moest het ontgelden, dan waren dat tafels en stoelen. Geen mensen.
6. Toch kwam je in 2013 weer in het nieuws omdat je cabaretier Martijn Koning bij zijn huis met een stroomstootwapen zou hebben bedreigd. Is dat dan verzonnen?
Lees het antwoord op deze vraag op Blendle.