RTL-nieuwslezer Rick Nieman (1965) presenteert deze maand zijn romandebuut: Altijd Viareggio. Wat leest, luistert en ziet hij zoal?
BOEKEN
“Ik lees veel, ik denk zo’n dertig boeken per jaar. En dan met name Engelstalige non-fictie. Ik ben nu bezig in The Churchill Factor van Boris Johnson. Johnson, die naast burgemeester van Londen ook historicus en journalist is, vertelt hierin tal van smakelijke anekdotes over de door hem bewonderde Winston Churchill. Bijvoorbeeld over de laatste keer dat Churchill, die toen al achter in de tachtig was, van Amerika naar Engeland vloog. Ik weet het niet precies uit mijn hoofd, maar ze hadden ongeveer twee flessen cognac, zeven flessen witte wijn, een fles port en nog wat sterke drank aan boord gebracht voor het geval hij tijdens de vlucht dorst zou krijgen. Of hij alle flessen ook daadwerkelijk heeft aangeroerd weet ik niet, maar dat Churchill meerdere flessen drank per dag dronk staat vast. Right or Wrong van Tim Bell – of eigenlijk: Lord Bell – is ook een schitterend boek. Lord Bell is een van de oprichters van het wereldberoemde reclamebureau Saatchi & Saatchi en was jarenlang een van de belangrijkste reclameadviseurs van Margaret Thatcher. Hij is ook de bedenker van de kreet: ‘Labour Isn’t Working’, een kreet die ik overigens heel geestig vind maar waar The Iron Lady de humor niet van in kon zien. In dit boek kijkt hij terug op zijn tijd bij Thatcher. Heel interessant. En Augustus van John Williams moet ook iedereen lezen. Wat een fenomenaal boek is dát. Vanuit verschillende perspectieven – vrienden, familie, geliefden – wordt een beeld geschetst van het leven van de stichter van het Romeinse rijk. Het is allemaal verzonnen, want van Augustus is bijna niets bewaard gebleven, en toch komt die man tot leven. Heel knap gedaan.”
BEELDENDE KUNST
“Musea vind ik prachtig, ik kom er alleen te weinig. Neem bijvoorbeeld het Guggenheim Museum in New York. Alle dat prachtige ronde gebouw al, bijna zestig jaar geleden ontworpen door Frank Lloyd Wright. Dat moet je gezien hebben. De koepel die ze onlangs op Museum de Fundatie in Zwolle hebben geplaatst vind ik ook schitterend. Sacha (de Boer, zijn vrouw, red.) en ik hebben een vakantiehuis in de buurt van Zwolle. De Fundatie is echt een prachtig museum. De overzichtstentoonstelling Cremer in verf, 1954 – 2014 van Jan Cremer opent op 19 april aanstaande en ga ik zeker bezoeken. De laatste tentoonstelling die ik in De Fundatie heb gezien is Dum Vivimus Vivamus van Jeroen Krabbé, een tentoonstelling van diens kindertekeningen. Ik vind Jeroen Krabbé een hele aardige vent, maar dit ging mij wat te ver. Ik dacht alleen maar: dit is toch gewoon een kindertekening? Jij tekende toch ook gewoon een arm als een hark, net als ik? Kunst moet niet pretentieus worden. Vooral kunstenaars onderling of van die grachtengordeltypes hebben er een handje van om heel interessant over kunst te praten. ‘Oh, begrijp je de kunst van Marlène Dumas niet?’ Ik wil dan schreeuwen: ‘Nee! Leg het me uit! En wat is er zo bijzonder aan die vette lelijke oude vrouwen die Francis Bacon schildert?’ Ik begrijp dat niet.”
“Kunst wordt mooi als het de essentie van iets vat. Het zelfportret van Rembrandt van Rijn dat in de Frick-collectie is opgenomen – een schilderij dat hij als 52-jarige heeft geschilderd – maakt op mij een verpletterende indruk. Hoe die oude, wijze, zelfverzekerde man, toen nog niet vermoeid, met licht opgekrulde mondhoeken, je aanstaart. Fenomenaal. Bernini kon ook heel goed de essentie van iets vatten in zijn beelden. Kijk

bijvoorbeeld eens naar het beeld Pluto en Proserpina. Je ziet de hand van Pluto in het dijenvlees van Proserpina verdwijnen. Je vergeet heel even dat het keihard marmer is waar je naar staat te kijken. Mondriaan en de zijnen konden de essentie ook heel goed vatten. Vlak na de meest vernietigende oorlog die de geschiedenis tot dan toe had gekend, zochten kunstenaars begin jaren twintig naar een universele taal waardoor de mensheid samen zou komen. Heel erg idealistisch. Primaire kleuren, rechte lijnen – dat begrijpt iedereen, en zo ontstond het werk van die groep moderne kunstenaars. Rietveld, Van Doesburgh, Mondriaan, Malevich en Rothko: ik mag er graag naar kijken. Jeroen Henneman vind ik op dit moment een van de grootste kunstenaars van ons land. De wijze waarop hij de essentie van iets of iemand vat is heel erg goed. Heb je dat portret gezien dat hij van Leo Vroman heeft gemaakt, en dat binnenkort op zijn honderdste geboortedag wordt onthuld? Daarin zie je hoe goed Henneman is.”
FILM
“La grande bellezza van regisseur Paolo Sorrentino is de beste film die ik in jaren heb gezien. Het gaat over de 65-jarige journalist Jep Gambardella (gespeeld door acteur Toni Servillo, red.) die zijn leven overdenkt. Ik word dit jaar vijftig, dus dan ga je automatisch de balans opmaken: wat heb ik tot nu toe gedaan, en wat wil ik nog gaan doen? Daar ben ik nog niet helemaal uit. Wat ik mooi vind aan deze film? Jep Gambardella ziet, ondanks dat hij alles heeft wat zijn hart begeert, ‘de grote schoonheid’ in de kleine dingen: in een lachend nonnenmeisje, in een hondje bij de fontein, in een avondwandeling langs de Tiber. Daar kunnen veel mensen nog wat van leren. Il Divo en La conseguenze dell’amore, twee andere films van Paolo Sorrentino met in de hoofdrol Toni Servillo, raad ik ook van harte aan.”

”Platoon, JFK en Natural Born Killer van regisseur Oliver Stone zijn fenomenale films. Er was een tijdje dat ik alles van hem volgde, maar na zijn verschrikkelijk slechte film over het leven van George W. Bush ben ik een beetje op hem afgekickt. De films van de Nederlandse documentairemaker Joris Ivens zouden wel wat meer aandacht verdienen. Ivens was een van ’s lands grootste filmmakers aller tijden – maar ook communist, en daarom verguisd. The Spanish earth, een film over de Spaanse Burgeroorlog waar nota bene Ernest Hemingway de voice-over nog voor heeft ingesproken, is een klein meesterwerk. Zijn belangrijkste werk is samengebracht in de dvd-box Joris Ivens – Wereldcineast. Gaat dat zien. En waar ik oprecht nieuwsgierig naar ben is de film Bloed, zweet & tranen van regisseur Diederik Koopal, over het leven van volkszanger André Hazes. Hij is ook de regisseur van De Marathon, een komedie over vier vrienden op leeftijd die de marathon van Rotterdam lopen. Ik heb wel eens gezegd: ‘Als Diederik Koopal mijn roman nu eens zou kunnen verfilmen…’ Dat zou echt prachtig zijn.”
