In de ZZP-special van HP/De Tijd, die vanaf vandaag in de winkels ligt, geeft oorlogsverslaggever Arnold Karskens zijn culturele smaak prijs. Hieronder vindt u enkele fragmenten uit het interview.
Over Joris Luyendijk en de EU…
“(…) En Dit kan niet waar zijn van Joris Luyendijk raad ik ook iedereen aan om te lezen. Wat ik aan hem bewonder, is dat hij veel tijd investeert in het onderzoeken van iets. Voor dit boek dompelde hij zich twee jaar lang onder in de financiële wereld in Londen. Hij bedrijft slow journalism, spreekt heel veel mensen en pikt alleen datgene eruit waarvan hij zegt: dat doet er toe. Hij weet moeilijke materie op een heldere manier op te schrijven
zodat je als leek zijnde precies begrijpt hoe het wereldje in elkaar steekt, en doet dat met de nodige humor.”
“Luyendijk zou voor een volgend project eens naar Brussel moeten komen, naar de Europese Unie en het Europees Parlement. Daarachter gaan precies dezelfde mechanismes schuil als bij de banken in Londen. Ook bij de Europese instellingen denkt men alleen aan zichzelf; wat de gevolgen zijn voor de klant, in dit geval de burger van de EU, deert ze niet. Wat hem misschien zou opvallen, is dat de besluitvorming heel erg eng is. Om een voorbeeld te geven: stel dat je bij een van die talloze commissies notulist bent, dan bepaal je voor een groot gedeelte al de wetgeving. Niemand leest later in de notulen nog eens na wat hij of zij gezegd heeft. Stel je voor dat je jezelf als notulist opwerpt voor een vergadering, dan kun je door te selecteren wat je wel en niet opschrijft al een heleboel sturen. Zo vernauwd zich dat allemaal. De Europese wetgeving is een hele enge selectie waar niemand grip op heeft.”
Cabaret…
“Mijn grootste droom is nog steeds om stand-up comedian te worden. Het is dat ik er geen tijd voor heb, maar ik weet zeker dat ik een goede stand-upper zou zijn. Ik kan heel goed grappen maken. Altijd als ik een ergens een lezing hou, en ik vertel op mijn manier over mijn werk, heb ik de lachers op mijn hand. Ik heb niet echt een komiek waarvan ik zeg: dat is een voorbeeld voor me. Daar ben ik misschien te eigengereid voor. De gevatte jongens van de Comedytrain, en stand-up gezelschap, vind ik wel leuk. Tegen Neerlans Hoop, Bram Vermeulen en Freek de Jonge, keek ik vroeger huizenhoog op. Ik ging al naar ze kijken voordat ze bekend werden, toen ze nog in van die kleine pokkenzaaltjes speelden. Het is jammer dat die ene dood is, en die ander van zijn geloof is gevallen. Dat opstandige wat Freek de Jonge vroeger nog wel had, het in actie komen tegen bijvoorbeeld het Videla-regime in Argentinië tijdens de boycotactie ‘Bloed aan de paal’ in 1978, is hij al lange tijd helemaal kwijt. Want als je hem nu iets vraagt over Jorge Zorreguieta houdt hij zijn mond. Daar hou ik niet van. Ik hou van consequente mensen. Hij zal wel te vaak met de koningin aan tafel zitten, dat hij zijn mond niet meer open kan doen.”
En American Sniper
“Over American Sniper, de film die Clint Eastwood onlangs heeft gemaakt over ’s werelds beste sluipschutter Chris Kyle, ben ik minder te spreken. Eastwood brengt in beeld wat het westen, en dan in het bijzonder Amerika, graag wil zien over de oorlog in Irak: dat zij ten oorlog zijn getrokken om het Iraakse volk te redden, terwijl ze er eigenlijk alleen maar heen zijn gegaan ter meerdere glorie van zichzelf. Flags of our Fathers en Letters from Iwo Jima, beide ook onder regie van Clint Eastwood, vind ik dan wel weer goed. Goed dat hij zowel de Amerikaanse als de Japanse kant van de slag om Iwo Jima in beeld heeft gebracht. Dat bouwt een evenwichtig beeld op.”
Het gehele interview met Arnold Karskens is te lezen in de nieuwe HP/De Tijd, die vanaf vandaag in de schappen ligt.