Zo vlak voor de feestdagen verschijnt de derde druk van Gedichten die mannen aan het huilen maken. Ik was al verbaasd dat er een tweede druk kwam, maar een derde druk had ik zeker niet verwacht.
Gisteren las ik het gedicht Koud van Remco Campert. Hij schrijft: ‘Winter nadert. / Ik voel het aan de lucht / En aan de woorden die ik schrijf. / Alles wordt klaarder: de straat / Is tot aan zijn eind te zien. De woorden / Hebben geen eind.’
Woorden hebben geen eind.
Poëzie heeft geen eind.
‘Poëzie is het vuur dat naar de mensen gebracht moet worden’, schreef ik in mijn voorwoord. De vuurdragers hebben hun werk goed gedaan.