Kunsthistoricus Taco Dibbits (49) is directeur van het Rijksmuseum. Nu is daar de portrettententoonstelling High Society te zien. Wat leest, kijkt en luistert hij in zijn vrije tijd?
Uit: HP/De Tijd, 05, 2018. Het gehele interview leest u hier op Blendle.
BEELDENDE KUNST
“Het Rijksmuseum heeft meer dan een miljoen objecten in zijn collectie. Het grootste gedeelte daarvan hebben we inmiddels gedigitaliseerd, maar er komen nog steeds verrassingen tevoorschijn. Laatst zag ik een ongelooflijk mooie slaapmat, bestaande uit allemaal heel fijn gewoven ivoorstripjes, waarvan ik was vergeten dat we hem hadden. Zo’n ontdekking maakt je dag. Wat mijn favoriete werk is uit onze collectie? Dat wisselt met je leeftijd en je humeur. Op dit moment is dat Het Joodse Bruidje van Rembrandt. Dat heeft met het verhaal van het schilderij te maken. Op het doek zie je twee mensen die elkaar met vertwijfeling in de ogen omhelzen, maar je weet niet wie het zijn. Door de titel van het schilderij denk je dat het twee geliefden zijn, maar waarom kijken ze dan zo droevig? Eigenlijk weten we pas sinds het begin van de jaren twintig, toen er een schets van het schilderij werd gevonden, wie erop staan afgebeeld. Het zijn Isaak en Rebekka. Als ze zich op de vlucht voor een hongersnood vestigen in een ander land, doet Isaak zich voor als haar broer, om te voorkomen dat hij wordt vermoord en zij wordt verkracht. Op het moment dat ze zich onbespied wanen en elkaar omhelzen, kijkt de koning uit het raam. In het uiteindelijke schilderij heeft Rembrandt de koning weggelaten en is het de toeschouwer die hen betrapt. Met alle mensen die nu op de vlucht zijn naar een ander land is dit schilderij natuurlijk bijzonder actueel.
“Ik kom veel in andere musea, ook omdat ik vind dat je moet weten wat er speelt. Meest recentelijk bezocht ik de overzichtstentoonstelling van Rineke Dijkstra in Museum De Pont. Je voelt je heel ongemakkelijk als je naar haar foto’s kijkt. Door het gestileerde en het geposeerde krijgt het werk een enorme diepgang. Je hebt het idee dat je iemand recht in de ziel kijkt, maar daarmee kijk je ook bij jezelf rechtstreeks naar binnen. Dat vind ik het interessante aan haar werk. Wat mij wel opviel bij deze tentoonstelling is dat om al haar foto’s een standaard passe-partout en een standaardlijst zaten. Dat kan heel sterk zijn, die eenheid, maar in dit geval kregen de foto’s daardoor iets vlaks. Ik werd er bijna door afgeleid. Dat vond ik interessant om te constateren.
“Wat het beste museum is naast het Rijksmuseum? Ik kijk dan altijd heel erg naar de collectie. Galleria Borghese in Rome vind ik ongelooflijk. Als ik daar rondloop, denk ik continu: dit zou ik anders hebben gedaan. Dat kan soms irritant zijn, want daardoor ben je afgeleid van de kunst, maar als ik de beelden van Bernini en de schilderijen van Caravaggio zie, vergeet ik alles en word ik naar die kunst toe getrokken. Het Metropolitan in New York is buitengewoon. Als je daar binnenkomt, heb je het gevoel dat je erbij hoort. Dat komt door de proporties van de entree. Het verheft je, maar het is niet arrogant, je voelt je er niet door gekleineerd. Bij ons is dat atrium een geniale ingeving geweest van de architecten. Het is een plein voor iedereen geworden. En het grappige is: ik heb het tijdens de verbouwing opgemeten en het is precies even groot als de hal van het Metropolitan.”