Reinbert de Leeuw: ‘Naar muziek luister ik bijna nooit’

Op 26 november ontvangt dirigent en componist Reinbert de Leeuw (80) de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs voor zijn gehele oeuvre. Hoe heeft zijn kijk op kunst zijn muzikale ontwikkeling beïnvloed – en vice versa?

Verschenen in HP/De Stijl 3, 2018.

BOEKEN
“Ik denk dat je in je jonge jaren ontvankelijker bent voor kunst dan wanneer je wat ouder bent. Als ik denk aan de boeken die een overweldigende indruk hebben gemaakt, dan kom ik altijd uit op boeken die ik als adolescent heb gelezen. De idioot van Dostojevski heeft in die tijd de meeste indruk gemaakt. Ik weet er eerlijk gezegd niet zoveel meer van, behalve dat ik uit school kwam en thuis meteen naar dat boek greep om erin verder te lezen. Het had iets magisch wat bewerkstelligde dat ik er niet meer los van kon komen. Ik ging er als het ware in wonen – mijn hele lijf werd vervuld van dat boek. Het belangrijkste boek over muziek is voor mij Doctor Faustus van Thomas Mann. Het gaat over de fictieve componist Adrian Leverkühn, die zijn ziel aan de duivel verkoopt om de volmaakte compositie te schrijven. Mann geeft in een van de hoofdstukken een ongelooflijk gedetailleerde beschrijving van dat stuk en doet dat zo goed dat je het meteen wilt horen – maar dat kan dus niet. Er is bij mijn weten nooit zo intens en zo geniaal geschreven over muziek die niet bestaat als in dit boek. Mann werd beinvloed door de filosofie van Schopenhauer, die muziek als de hoogste kunstvorm zag. Harry Mulisch werd ook beïnvloed door Schopenhauer. Zijn De compositie van de wereld verklaart de historie van de mens en van de wereld aan de hand van octaviteit: de paradox dat twee tonen van het octaaf gelijk aan elkaar zijn en toch ook weer niet. Grote kunstenaars zijn altijd op zoek naar die paradox. Dat is ook de reden waarom je niet kunt uitleggen waarom je een boek, een schilderij of een compositie mooi vindt – een paradox is niet uit te leggen. De wereld is verdeeld in waar, niet waar en tegelijkertijd waar en niet waar. Dat is een fascinerend gegeven dat in dit boek aan de orde wordt gesteld. Ik moet wel eerlijk bekennen dat ik van de laatste honderd pagina’s geen zin heb begrepen. Dat ging mij boven de pet.”
“Ik lees veel boeken over muziek. De laatste jaren houd ik me veel bezig met Johann Sebastian Bach, omdat ik de Johannes-Passion en de Matthäus-Passion heb gedirigeerd. Het boek J.S. Bach – Johannes-Passion versus Matthäus-Passion van Kees van Houten hielp mij enorm om de verschillen tussen die twee stukken te begrijpen. Er is namelijk een wereld van verschil tussen die twee evangeliën. De Matthäus-Passion gaat over het lijden van Jezus Christus. Hij zegt: ‘Meine Seele ist betrübt bis an den Tod.’ Hij heeft Todesangst. We zijn allemaal getuige van zijn lijden. In de Johannes-Passion komt dat lijden helemaal niet voor. Hij kent geen angst, hij weet wat er gaat gebeuren en waartoe het dient. ‘Es ist vollbracht,’ zegt hij. Dat is heel wat anders dan het ‘Mein Gott, warum hast Du mich verlassen?’ uit de Matthäus. Dat is het kernverschil. De Matthäus gaat over de menselijke kant van Christus. Al onze angsten heeft hij ook. De Johannes gaat over zijn goddelijke kant. Hij is vanaf het begin degene die het superieure overzicht heeft en weet wat hij moet doen om de mensheid te verlossen van haar zonden.”

MUZIEK
“Ik luister bijna nooit naar muziek. Ik moet het zelf doen. En als ik eenmaal weet hoe ik het moet doen, kan ik ook niet meer naar andere uitvoeringen luisteren. Dat klinkt misschien een beetje arrogant, want niemand heeft de wijsheid in pacht, maar zo werkt dat nu eenmaal bij mij. Ik heb vroeger natuurlijk wel veel naar klassieke muziek geluisterd. Ik weet nog dat ik Le sacre du printemps van Stravinsky voor het eerst hoorde. De haren gingen me rechtovereind staan. Ik vind het nog steeds een waanzinnig stuk, ik heb het ook een paar keer mogen dirigeren, maar zo’n overweldigende ervaring is het nooit meer geworden.”

(…)

“Bach is het hoogste wat de menselijke geest ooit heeft voortgebracht. De Matthäus – die ik begin volgend jaar weer ga dirigeren – is zijn absolute meesterstuk. Hoe is het mogelijk dat iemand zoiets kan schrijven? Dat stuk is oneindig rijk. Misschien is dat wel iets wat alle vormen van grote kunst met elkaar gemeen hebben: je kunt er eindeloos mee bezig zijn. Je weet ook steeds meer dat je het niet weet. Muziek heeft in tegenstelling tot taal geen directe betekenis. Het maakt iets duidelijk wat je niet in taal kunt uitdrukken. Ik ben mijn hele leven al bezig om dat geheim te ontrafelen en ik weet dat het me nooit zal lukken. En eigenlijk is dat maar goed ook, want dat is waarom het muziek is.”

Het gehele interview met Reinbert de Leeuw leest u hier.