Jan Siebelink: ‘Film heeft mij laten zien hoe mooi de wereld is’

Jan Siebelink (81) is dit jaar de auteur van het Boekenweekgeschenk, Jas vanbelofte. Wat leest, luistert en ziet hij zoal?

Interview in HP/De Tijd 03, 2019. Lees het gehele stuk hier.

BOEKEN
“Voordat je kwam was ik wat aan het grasduinen in mijn boekenkast en kwam ik dit boekje tegen: La symphonie pastorale van André Gide. Ik heb het in mijn tijd als leraar op de middelbare school vaak klassikaal gelezen. Het gaat over een dominee die in het gebergte een blind weesmeisje tegenkomt en haar in huis neemt. Hij is getrouwd en heeft kinderen, maar wordt verliefd op haar. Uiteindelijk wordt ze geopereerd en kan ze weer zien. Dan blijkt dat de liefde niet wederkerig is en dat ze verliefd is op zijn zoon. Een schitterend thema. À rebours van J.-K. Huysmans heb ik ook maar even meegenomen naar beneden. Dat is mijn lijfboek. Er gaat nauwelijks een dag voorbij dat ik er niet even in blader. In mijn persoonlijke ontwikkeling speelt het boek ook een belangrijke rol. In 1973 werd ik gevraagd om de vertaling te maken, die vier jaar later verscheen onder de titel Tegen de keer. Het maken van die vertaling heeft ertoe geleid dat ik zelf ben gaan schrijven.”

BEELDENDE KUNST
“Klaas Gubbels is niet alleen een van mijn beste vrienden, hij is ook een van mijn favoriete kunstenaars. Overal in huis hangen schilderijen en staan beelden van hem. Van kunst kun je soms denken: hier begrijp ik niets van, maar van zijn werk begrijp je alles. Hij schildert voornamelijk koffiekannen en tafels, maar hij heeft ook een serie litho’s gemaakt bij citaten uit Knielen op een bed violen. Die litho’s staan in het boek Het gat in de heg, maar we hebben ze ook hier in de woonkamer hangen. Moet je eens zien hoe hij dat gedaan heeft. Hoe hij met een paar lijnen heel veelzeggende beelden neerzet. Het heeft wel wat weg van Matisse, vind je niet? De allermooiste vind ik misschien wel de laatste steendruk uit deze serie: het doodsbed van mijn vader met daaromheen de broeders. Hij heeft er meerdere versies van gemaakt, maar deze is niet minder dan perfect.”

MUZIEK
“Mijn favoriete muzikant is klarinettist André Kerver. In Theater Concordia in Enschede, zo’n heel oud theatertje met van die mooie balkonnetjes, organiseert hij een paar keer per jaar een middag met muziek en literatuur. Hij vraagt dan een schrijver om uit zijn of haar werk voor te lezen en voorziet de tekst met zijn ensemble al improviserend van muziek. Ik heb daar vorig jaar aan mee mogen werken en het was een van de leukste ervaringen die ik op dat gebied heb gehad. In september doen we het nog een keer over in Eindhoven. Kerver is ook een heel aangename man. Hij speelde jarenlang bij het Orkest van het Oosten, maar werd door een oogziekte bijna blind en moest het orkest verlaten. Ik ben zelf inmiddels ook blind aan mijn rechteroog en voor mijn linkeroog krijg ik oogdruppels. Misschien dat ik daarom ook wel verwantschap met hem voel. Ik weet hoe onthand je bent. Omdat mijn ogen niet meer bij elkaar komen, kan ik bijvoorbeeld niet op een scherm kijken. Dat is heel vervelend als ik bijvoorbeeld foto’s of berichten doorgestuurd krijg van mijn kleinkinderen. Schrijven doe ik daarom ook gewoon met potlood. Daarna typ ik het over op mijn Adler Gabriele 25.”