Verschenen in het februarinummer van HP/De Tijd. (2013)
Als wethouder van de gemeente Zaanstad had Barbara Visser (35) zich één doel gesteld: haar liefde voor de Zaanstreek overbrengen op andere mensen. Die missie zet ze in Den Haag onverminderd voort. “Eigenlijk heeft alles in deze kamer wel een link met de Zaan,” zegt ze, enigszins verbaasd over haar eigen constatering. En inderdaad: zelfs de pennen en koffiemokken op haar bureau zijn bedrukt met een wervende tekst voor deze streek. De politica is druk doende om haar nieuwe werkkamer in te richten. Nog niet elk schilderijtje hangt waar het moet hangen – daar heeft de timmerman in de paar weken dat ze in deze kamer werkt nog geen tijd voor gehad. Het doek waar ze de meeste waarde aan hecht heeft ze daarom zelf maar opgehangen, schuin boven haar bureau. Het is een foto van het Rijksmonument nummer acht, een oud wapendepot op het Hembrugterrein in Zaandam. Een monumentaal pand dat door bomen en struiken is overwoekerd, maar wie beter kijkt ziet dat het pand in de steigers staat. Het wordt gerenoveerd. De foto kreeg ze vorig jaar bij haar afscheid als wethouder. Op de valreep van haar wethouderschap ondertekende ze namelijk een contract voor een twintig jaar durende sanering en renovatie van het terrein. “Mijn ouders vertelden me vroeger als kind al: als je iets wilt veranderen, moet je daar zelf verantwoordelijkheid voor nemen. Bij dit project realiseerde ik me voor het eerst dat ik daadwerkelijk iets had veranderd.”
Het opknappen van een oud militair terrein is een opvallend project voor iemand in wier leven oorlog een belangrijke rol heeft gespeeld. Haar moeder is geboren en getogen in Kroatië, maar ontvluchtte destijds haar communistische vaderland om, ironisch genoeg, in het van oudsher communistische Zaandam te gaan wonen. Bij haar vakantiegeliefde, de vader van Barbara, een liberaal. In haar tienerjaren zag de jonge Barbara beelden van bombardementen op haar geboortestad. Ze hoorde verhalen van haar grootouders die voor het oorlogsgeweld op de vlucht waren geslagen en hoorde later van hen dat haar ouderlijk huis in vlammen op is gegaan. “Ik weet dus ook wat de andere kant van de politiek is. Letterlijk en figuurlijk.” De oorlog is inmiddels achter de rug. De symboliek van de foto, een verpauperd wapendepot dat tot hotel wordt omgebouwd, is dan ook treffend. Terug naar het heden. Is haar liefde voor de Zaanstreek misschien niet iets té groot voor een rol in de landelijke politiek? Had ze niet liever wethouder willen blijven in dat o-zo-mooie Zaandam? Nee, zegt ze beslist. Ze heeft geen minuut na hoeven denken toen haar werd gevraagd naar Den Haag te komen. “Volksvertegenwoordiger zijn in Den Haag is echt het meest eervolle beroep dat je kunt uitoefenen. Als je dit kan, kun je alles.” En, ook niet geheel onbelangrijk, ze heeft nu een groot podium om haar liefde voor de Zaanstreek op ons over te brengen.