Freelance journalist Bas Paternotte heeft naar eigen zeggen ‘de afgelopen tien jaar bijna elke politicus wel eens geïnterviewd.’ Tegenwoordig verzorgt Paternotte onder meer de rubriek Haagse Post in HP/De Tijd. Over zijn werk zegt hij: ‘Interviewen is eigenlijk een kwestie van luisteren.’ (Schoolopdracht.)
Als journalist heb je in de afgelopen jaren tientallen, zo niet honderden interviews afgenomen. Waar moet volgens jou een goed interview aan voldoen?
‘Wanneer je iemand interviewt moet je in de eerste plaats altijd een aanleiding hebben voor dat interview. Ik ben begonnen bij de krant en dan ben je altijd op zoek naar iets actueels. Wanneer je over politiek schrijft (zoals ik) is er altijd een actuele aanleiding, bijvoorbeeld het vertrek van een Kamerlid. Daarnaast moet je van tevoren al een beeld hebben over de lijn van je interview, en je afvragen: wat wil ik weten, en wat wil de lezer weten?’
Wat is de belangrijkste eigenschap voor een interviewer?
‘Voor een interviewer is zelfkennis eigenlijk het enige wat je moet hebben om een goed interview af te kunnen leveren. Je moet als journalist weten waar je goed in bent, en waar je verstand van hebt. Bij mij is dat politiek. Een interview met een schrijver of toneelspeler gaat mij minder vlot af, denk ik Verder moet je goed observeren. Een kleine verspreking kan al een teken aan de wand zijn dat iets niet deugt. En dan vraag je natuurlijk door. Het is een kwestie van luisteren.’
Hoe ben je zelf ooit begonnen met interviewen?
‘Op de school voor de journalistiek in Utrecht, het derde jaar denk ik, heb ik Hans Janmaat geïnterviewd. Dit was gelijk mijn eerste, echte interview. Niet omdat ik ‘m per se wilde interviewen omdat hij een omstreden politicus was, maar vanwege de aanleiding: Janmaat was kort daarvoor niet herkozen in de Tweede Kamer. Mijn toenmalige docent voor het vak ‘interviewen’, Remko van Broekhoven, zei dat ik de straat op moest gaan, mensen interviewen. Dat heb ik toen goed in m’n oren geknoopt.’
Éen van jouw bekende interviews is dat met Pim Fortuyn, enkele weken voordat hij lijsttrekker werd van Leefbaar Nederland. Een interview dat pas ná de moord nieuws werd. Een interview met Pim Fortuyn lijkt mij ontzettend makkelijk. Je geeft een steekwoord, bijvoorbeeld Islam, en je hebt een nieuwswaardige uitspraak voor in je interview.
‘Nee, in mijn geval was het helemaal niet zo. Fortuyn liet gelijk al blijken dat hij hélemaal geen zin had in het interview. Dat bleek bijvoorbeeld al uit het feit dat ik geen koffie kreeg. Uiteindelijk mocht ik een sigaretje opsteken toen Fortuyn een sigaar opstak, maar hij was niet blij. De reden van deze irritatie werd mij later bekend. Onze fotograaf (van Panorama, red.) was eerder die dag langs geweest voor een foto voor bij het artikel, en had hem vanuit kikkerperspectief gefotografeerd. ‘Mussolini-perspectief’, zei Fortuyn. Al voordat ik met het interview begon kreeg ik allerlei verhalen te horen over die ‘verschrikkelijke media’. ‘Het lijkt wel of ze het land tegen mij willen waarschuwen’, zei hij. Toch heb ik naar mijn idee een goed interview met hem gehouden. Zelfs nu, bijna tien jaar later, zou ik het niet anders hebben gedaan. Er zat relatief veel nieuws in dit interview. Dat komt omdat dit één van de eerste interviews met hem was, en hij dus veel vertelde wat verder niemand nog wist.’
Je zegt dat een interview altijd een goede aanleiding moet hebben. Wat was de aanleiding voor dit interview?
‘De aanleiding voor het interview met Fortuyn, begin november 2001, was dat hij later die maand lijsttrekker van Leefbaar Nederland zou worden. Insteek: een leuk, informatief interview maken. Het interview schreef ik voor Panorama. Daar hadden ze elke week de zogenaamde ‘ABC-vorm’; bij elke letter moest ik dan een steekwoord verzinnen en daar een vraag over stellen. ‘Het ABC van Pim Fortuyn’ heette dat artikel dan ook. In de praktijk duurde dat natuurlijk veel te lang, dus heb ik maar enkele letters behandeld.’
Je bent dus geen fan van de ABC-vorm.
‘Nee, ik vind het echt een rotvorm om een interview in te passen. Bij Metro maakte ik vraag/antwoord interviews. Dat vind ik persoonlijk de leukste interviews om te maken. Voor de rubriek ‘Haagse Post’ in HP/De Tijd doe ik dit nu ook. Het is geen lopend verhaal, maar toch geef je de lezer informatie. Ook kun je met de vraagstelling spelen; er extra informatie inzetten of er gewoon een keer ‘duh’ tussen zetten, bijvoorbeeld. Zo wordt een interview grappig en dynamisch, en dus leuk om te lezen.’
Maar Fortuyn heb je wel in de ABC-vorm geïnterviewd. Vooral de ‘V’ was een belangrijke letter, niet?
‘Ja, inderdaad. De ‘V’ stond voor veiligheid. Het viel me namelijk direct al op dat er geen veiligheidsmaatregelen waren getroffen, ondanks dat hij landelijk bekend begon te worden. De deur van zijn huis stond open en ik wandelde ongezien naar binnen. Toen ik hem later vroeg naar zijn veiligheid, zei hij dat hij ‘vreesde voor zijn goed en leven’. Dit was de eerste keer dat hij dit tegen een journalist zei. Ook vertelde hij terloops in het interview dat hij het idee had dat hij werd afgeluisterd voor de BVD, tegenwoordig de AIVD genoemd. Ik keek hier wel van op, maar het effect na de publicatie was nihil. Het was een andere tijd, niemand hield zich nog bezig met de veiligheid van politici zoals dat nu het geval is. Niemand had het er eigenlijk over.’
Tot na zijn dood…
‘Inderdaad. Een paar maanden na zijn dood zat ik in mijn kantoor in Den Haag, en zag opeens op teletekst een bericht voorbijkomen dat zijn beste vriend had gezegd dat hij vermoedde dat Fortuyn werd afgeluisterd. Deze uitspraak deed hij naar aanleiding van de oprichting van de commissie Van den Haak (onafhankelijke commissie die onderzocht of de moord op Fortuyn voorkomen had kunnen worden, red.), een paar maanden na de moord. Toen viel alles op zijn plaats. Ik dacht: hé, dat heeft Fortuyn mij ook verteld. Ik heb dus gelijk de telefoon gepakt en met iemand van de commissie gesproken. Pas toen kwam dat interview in het nieuws.’
Vorig jaar mei, op zijn achtste sterfdag, ben je Fortuyn nog eens tegengekomen in de Italiaanse stad Provenzano, las ik op opiniewebsite DeJaap.nl.
‘Haha! Inderdaad: ik heb ook nog een droomversie van dit interview gemaakt. In Panorama verschenen lange tijd interviews met overleden mensen, bijvoorbeeld met Rembrandt van Rijn. Op een nacht heb ik het ABC-interview met Fortuyn omgewerkt tot een droominterview, door er wat dingen over Fortuyn’s kijk op de actualiteit bij te verzinnen. Hij zat zogenaamd op een terras in Provenzano (Italiaanse stad waar Fortuyn een tweede huis had, red.) en was wat aan het drinken met Theo van Gogh. Ik kwam hem zogenaamd toevallig tegen en heb een laatste interview met hem gemaakt, met een knipoog naar de eerdere droominterviews die in Panorama waren verschenen. Als aardigheidje.’
Tot slot: heb je nog een laatste tip voor je toekomstige collega-interviewers?
‘Vraag aan het eind van een interview altijd: was er nog iets wat u zelf wilde zeggen? Soms heb je geluk, en krijg je een primeur. Het is het proberen waard.’
Is er nog iets wat u wilt zeggen?
‘Toen ik bij Fortuyn aankwam spuugde ik mijn kauwgum tussen de kiezels van de oprit. Eén van die malle hondjes, ze stonden in de deur, zag dat en at dat gelijk op. Ik was even bang dat het beestje er in zou stikken. Dat had namelijk een hele slechte start van het interview betekend. ’