Herman Brusselmans leest: Reve, Salinger en Waterhouse

Dit artikel is eerder verschenen op literair weblog De Contrabas en op de website van HP/De Tijd.

Schrijvers lezen ook. Maar wat lezen ze eigenlijk? In navolging van Ernest Hemingway geven twintig vooraanstaande Nederlandse en Vlaamse literatoren een klein college literatuur. Wat moeten we absoluut gelezen hebben, en waarom? Deze week: Herman Brusselmans.

Herman Brusselmans (1957) werd geboren in Hamme, Oost-Vlaanderen. Na het beëindigen van zijn voetbalcarrière (Brusselmans speelde linksbuiten bij onder meer Vigor Hamme en Sporting Lokeren) stortte hij zich op het schrijven. En hoe. In 1985 brak ‘de beste beffer van Vlaanderen’ door met zijn debuutroman De man die werk vond, over een verveelde bibliothecaris die zijn dagen vult met het fantaseren over het koffiemeisje; Louis Tinner (de bibliothecaris) heeft wel wat weg vanFrits van Egters. Herman Brusselmans schreef tot op heden zo’n zestig romans, waarvanAutobiografie van iemand andersHet einde van mensen uit 1967 en Uitgeverij Guggenheimenkele bekende titels zijn.

/Nachtkastje
Op dit moment lees ik De waarheid over de zaak Harry Quebert van Joël Dicker.

/De Grote Drie
Wat zijn volgens u de drie beste romans ooit geschreven, en waarom?

De Avonden – Gerard Reve (1947)
Ik las dit boek voor het eerst als achttienjarige jongen (1975) in mijn studeerkamertje in Hamme. De Avonden is zeer leesbaar voor jong en oud. Het vertelt een verhaal van alle tijden, zit vol grollen en moppen, en laat je achter met zowel een gevoel van troosteloosheid als een opstoot van energie. De les die ik uit dit boek trok is: het leven is niks, maar we moeten erdoorheen.

The Catcher in the Rye – J.D. Salinger (1951)
Salinger kan met een grote eenvoud de belangrijke thema’s des levens verwoorden, maar het is een bedrieglijke eenvoud: bijna niet na te doen. The Catcher In The Rye is het ultieme puberboek, maar overstijgt dat genre: eenieder kan er een les uit trekken. Deze les is dezelfde als die bij Reve: het leven is niks, maar we moeten erdoorheen.

Billy Liar – Keith Waterhouse (1959)
Waterhouse vermengt slapstick met ernst, hij brengt in Billy Liar een twintiger ten tonele die het allemaal niet meer weet en maar wat aanmoddert. Derhalve is de les die uit dit boek te trekken valt dezelfde als die bij Reve en Salinger. Niet toevallig noem ik deze drie schrijvers in één rijtje.

/De Grote Een
Gerard Reve. Hij is de beste stilist in onze letteren, is ongehoord grappig en kan iedere vorm van literatuur tot kunst verheffen. Hij maakt z’n  eigen regels, die later oneindig veel geïmiteerd werden, vaak met desastreuze resultaten.

/Literatuurlijst

Handschrift-Herman-Brusselmans-leeslijst-voor-HP-De-Tijd-Nick-Muller

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s