Kajsa Ollongren: ‘Als André Hazes door het stadion schalt, krijg ik kippenvel’

Kajsa Ollongren (51) is minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Hiervoor was ze namens D66 wethouder en locoburgemeester in Amsterdam. Wat leest, kijkt en luistert ze in haar vrije tijd?

Verschenen in het decembernummer van HP/De Stijl. (2018)

(Selectie)

BOEKEN
“Ik heb de gewoonte om meerdere boeken tegelijk te lezen. Op mijn nachtkastje ligt op dit moment 1793 van de Zweedse schrijver Niklas Natt och Dag. Een prachtige achternaam trouwens, Natt och Dag. Het betekent letterlijk ‘nacht en dag’. Het boek is een kruising tussen een historische roman en een thriller. Het speelt zich af in 1793 in Stockholm. Er wordt een verminkt lijk opgevist, een romp en een hoofd zonder ogen, en een man krijgt de onmogelijke taak om uit te zoeken wie het slachtoffer en zijn moordenaar zijn. Verder zal ik niet te veel verklappen. Het is niet alleen een heel spannend en gruwelijk boek, het geeft ook een mooi tijdsbeeld, bijvoorbeeld van de extreme armoede die er toen heerste. En het is ook nog eens prachtig opgeschreven, in een rijke taal. Verder lees ik op dit moment in de onlangs verschenen biografie van Thorbecke, Thorbecke wil het van Remieg Aerts. Er staan veel dingen in die voor mij nieuw zijn. Over de relatie met zijn vader bijvoorbeeld. Zijn vader had grootse plannen met zijn zoon, maar mislukte zelf in alles. De jonge Thorbecke was uiteindelijk tot ver in zijn volwassenheid bezig om de problemen van zijn vader op te lossen.”

BEELDENDE KUNST
“Mijn ouders zijn enorme kunstliefhebbers. Hun hele huis hangt vol met kunst die ze in de loop der jaren verzameld hebben. Dat zijn niet per se werken van bekende kunstenaars die veel geld waard zijn, maar ze kopen iets omdat ze het mooi vinden. Ze hebben bijvoorbeeld een hele wand met prachtige etsen van José Calsina. Hij is niet beroemd, maar mijn ouders zijn bevriend met hem, we kwamen ook wel bij hem thuis, en hij maakte echt prachtig verfijnde werken. Zo hebben zij hun kunstcollectie opgebouwd en zo kijk ik ook naar kunst. Een kunstwerk hoeft niet per se van een grote kunstenaar te zijn om iets op te roepen. Een mooi voorbeeld: kort na het overlijden van Johan Cruijff liep ik over een van de grachten en zag in een etalage een prachtig waterverfportret van hem. Iedereen die langsliep bleef even kijken. Dat is toch hartstikke mooi? In mijn werkkamer hangt nu een schilderij uit de kunstcollectie van het Rijk – een schilderij van Steven Aalders uit Amsterdam. Het toeval wil dat in mijn vorige werkkamer ook een werk van hem hing, maar dat kwam uit het depot van het Stedelijk. Ik ben er dol op. Zijn werk lijkt wel een beetje op dat van Malevitsj en Mondriaan. Met een paar simpele lijnen en een beperkt aantal kleuren weten zijn schilderijen een enorme indruk te maken op de toeschouwer.”

FILM

“Ik ben muzikaal heel breed georiënteerd. Ik heb piano en saxofoon gespeeld. Ik speelde klassieke stukken, maar ik heb ook in bandjes gezeten en zelfs in een bigband. Als ik ooit weer meer tijd heb, lijkt het me leuk om zelf weer meer muziek te maken. Je verleert het namelijk niet. Als ik muziek luister, switch ik makkelijk van Bach naar Foo Fighters naar Anouk. Anouk vind ik geweldig. Ik heb net haar nieuwe album gehoord: Jij. Niet elk nummer spreekt me aan, maar het is wel echt een fantastische plaat. Het maakt niet uit wat ze maakt; als ze iets nieuws heeft, dan luister ik het.
Als ik hardloop, dan luister ik het liefst naar een beetje opzwepende muziek. Op een paar lekkere gitaarsolo’s schijn je beter te lopen. Spotify is wat dat betreft echt een uitkomst: je zet een hardrock-playlist aan en je gaat naar buiten. Soms hoor je een nummer waarvan je denkt: hé, dat ken ik, maar vaak hoor je het voor het eerst. Naar concerten ga ik heel weinig, moet ik eerlijk zeggen. Mijn vrouw is van oudsher Madonna-fan, dus ik ben weleens mee geweest naar een concert van haar, maar dan denk ik na een paar nummers toch: ik vind het leuker om dit thuis op te zetten. Daar hoef ik niet een hele avond voor naar Ziggo Dome. Ik ga wel iedere twee weken naar de thuiswedstrijden van Ajax. Ik krijg dan toch altijd kippenvel als Bloed, zweet en tranen van André Hazes door het stadion schalt. Het is ook mooi om te zien dat Dré junior nu bijna dezelfde status als zijn vader heeft bereikt.”

Het gehele interview leest u hier.