Douwe Bob Posthuma (28) komt binnenkort met een nieuw album. Playboy vraagt de rebelse singer-songwriter van welke tattoo hij spijt heeft, wat hij van het begrip ‘woke’ vindt en hoe hij gezond probeert te blijven tijdens de pandemie: “De beste remedie om niet ziek te worden is, tegen de coronamaatregelen in, veel te knuffelen en veel te naaien.”
Twintig vragen aan Douwe Bob. Verschenen in het maartnummer van Playboy. (2021)
1. Binnenkort verschijnt je nieuwe album. Een jaar geleden zei je dat je met dit album terug wilde naar de basis. Het zou vooral een countrysound bevatten en je zou het opnemen in Nashville. In hoeverre heeft corona wat betreft dat voornemen roet in het eten gegooid?
Corona heeft alles veranderd. Om te beginnen kun je natuurlijk geen plaat opnemen in Nashville – dus dat werd Haarlem. Aan de andere kant heb ik het idee dat bij elke deur die je dichtslaat weer een andere deur opengaat. Ik heb gebroken met mijn oude band en een hele goede nieuwe band bij elkaar gevonden. Een nieuwe band zorgt ook voor een nieuwe sound. Ik heb nu bijvoorbeeld een contrabassist in plaats van een elektrische bassist. Die brengt wat subtielere klanken. Het is net wat meer country. Als ik naar mijn vorige album luister, dan neigt dat meer dan rock. Dat is ook leuk, maar het is wel frappant dat ik ben opgegroeid met country, maar nog nooit een countryplaat had gemaakt. Tot nu.
2. Hold On is de eerste single van je nieuwe album. Het nummer gaat over pesten. Ben je zelf vroeger ook gepest?
Ik ben niet gepest op het niveau waarop sommige kids worden gepest, maar ik voelde me zeker niet thuis op de basisschool. Dat was ook omdat ik daar het enige jochie was met Hollandse ouders. Ik kom uit De Pijp, maar ik zat op school in de Diamantbuurt. Ik was het enige witte kindje op een zwarte school, als je dat zo kunt zeggen, want vandaag de dag moet je ontzettend oppassen met wat je zegt. Ik werd daar gediscrimineerd op dezelfde manier waarop een zwart kind gediscrimineerd zou worden op een witte school. Ik hoorde er niet bij. Dat vormt je als je jong bent.
3. Op welk nummer van je nieuwe album ben je het meest trots?
Mijn tweede single Was It Just Me, die nu net uit is, is heel belangrijk voor me. Het nummer gaat over liefdesverdriet. Wat is het geweest waarom je me hebt verlaten? Eigenlijk een heel klassiek verhaal, maar het werkt bij dit nummer heel erg. De manier waarop het tot stand is gekomen is ook bijzonder. Ik heb het samen gemaakt met Daniël Lohues en Maurice van Hoek. We begonnen met een rifje en een kwartier later was het nummer klaar. Dat had ik in lange tijd niet zo meegemaakt. Het klinkt misschien stom om over jezelf te zeggen, maar ik denk dat dit een van de mooiste nummers is die ik tot nu toe heb geschreven.
4. Je bent sinds kort ambassadeur van whiskymerk The Glenlivet. Whisky is ook de favoriete drank van veel muzikanten – denk aan Bob Dylan en Johnny Cash. Helpt drank bij het maken van nieuwe muziek?
Pfff, nee. Bij mij in ieder geval niet. Het ding met alcohol is dat het geen geestverruimend middel is. Het werkt juist geestvernauwend. We drinken niet omdat we meer willen voelen. Daar heb je andere middelen voor. Sommige schrijvers zeggen: ‘Ik ben een antenne. De nummers die ik maak zijn al ergens, ik hoef ze alleen uit de lucht te plukken.’ Dat is bullshit. Het zit allemaal tussen je oren, maar je moet het wel vinden. Een paar hijsjes van een joint of een glaasje whisky kan soms werken om dat deurtje op een kier te zetten, maar je moet niet overmatig gaan drinken of gaan snuiven. Ja, dat kan wel, maar dan krijg je punk. Dat is ook vet.
5. Wat zijn de drie beste kroegen van Amsterdam?
De Drie Flesjes vind ik een hele goede tent. De Druif, een oud café in Amsterdam-Oost, bezoek ik ook graag. Daar haalde Piet Heyn vroeger nog zijn likeurtjes, want Amsterdam is geen jeneverstad, maar een likeurenstad. Hermes op de Ceintuurbaan is de kroeg waar ik ben opgegroeid. Daar kwam ik al toen ik in de babywagen lag. Ik hoop dat we daar snel weer wat kunnen drinken.
6. Wat vind je het meest vervelende aan deze coronaperiode?
Ik vind het vooral heel erg dat ik niet even met m’n maten een biertje kan drinken. Dat is voor mij namelijk een uitlaatklep. Het klinkt misschien stom, maar je moet je op een gegeven moment af gaan vragen of de remedie niet erger is dan de kwaal. Niet dat ik dat vind, maar dat is wel een vraag die ik stel. Ik zie mensen in mijn omgeving, ook stoere jongens waar je echt niet mee kunt sollen, in hun schulp kruipen. Ze zijn timide geworden. Ik vind dat wel zorgelijk. Ik probeer zelf zoveel mogelijk aan mijn immuunsysteem te werken. Wie een sterk immuunsysteem heeft, is veel minder vatbaar voor het virus. De beste remedie is, tegen de coronamaatregelen in, dus om veel te knuffelen. Een partner vinden en de hele dag naaien werkt ook heel goed. Dat is in ieder geval wel hoe ik gezond probeer te blijven, haha.
7. In welke auto rijd je?
Ik heb geen autorijbewijs. Ik kom uit Amsterdam, jonge, ik ga op de fiets. Ik heb wel een motor. Een ouwe Honda uit 1969.
8. Kleine jongen van André Hazes of Energie van Ronnie Flex?
Ja, wat denk jij, jonge. Ik kom uit dezelfde buurt als Hazes. Ik kwam samen met mijn vader in de Eddy Bar. We zijn allemaal met zijn muziek opgegroeid. De Vlieger jaagt mij nog steeds de tranen naar de ogen. Dat is van een kinderlijke puurheid. Als ik langs zijn standbeeld loop in de Albert Cuypstraat, dat moet ik hem altijd even een kusje geven.
9. Drank of drugs?
Op dit moment even geen van beide, maar uiteindelijk kies is toch voor drank. Ik hou van een mooie rode wijn en een lekkere whisky.
10. Wie zijn je muzikale helden?
Ik vind het begrip ‘helden’ iets moeilijks. Een held doet iets voor andere mensen. Een verpleegster, dat is een held. Een kunstenaar doet niets voor andere mensen. Er is geen kunstenaar die iets maakt om andere mensen te helpen. Kunst maken is per definitie iets egoïstisch: dat doe je alleen voor jezelf. Bob Dylan is een waanzinnige schrijver. In zijn teksten zit een oerkracht, daar kun je niet omheen, maar een held? Ik vind die man geen held. Ik vind hem zelfs een beetje een nare gast, dus hoe kan dat dan mijn held zijn? Gandhi is mijn held. Bob Dylan is eigenlijk gewoon een sukkel.
11. Je woont sinds kort op een woonboot. Wat is de charme van een woonboot?
Vooral dat je kunt zeggen dat je op een woonboot woont. Voor de rest is het kut. Het schip roest onder je reet weg en je kunt nog geen kast neerzetten. Alles pleurt om. Laatst kwam er een heel groot schip langs. Ik had een pan soep op het vuur staan, en die hele pan flikkerde er gewoon af. In de zomer is het wel heel erg nice. Ik lig aan het IJ, dus dan is het een grote waterpret. We springen van het dek af in het water en BBQ’en op het dek.
12. Met welke bekende vrouw zou je weleens een beschuitje willen eten?
Georgina Verbaan is wel een beetje mijn droomvrouw. Daar heb ik van kinds af aan al een crush op. Ze is niet alleen heel erg knap, maar ze is ook nog eens heel erg leuk.
13. Met hoeveel vrouwen heb je het bed gedeeld?
Dat weet ik niet. Dat weet ik echt niet. Ik heb het wel een paar jaar flink bont gemaakt. Mijn vader zei altijd: ‘Verslijt hem niet met pissen, jongen.’ Dat advies heb ik in m’n oren geknoopt. Jeroen Pauw heeft met driehonderd vrouwen het bed gedeeld, zeg je? Dat lijkt me wat aan de lage kant in zijn geval. Ik denk dat hij makkelijk richting de duizend gaat met zijn manier van leven. Ik wil niet zeggen dat ik dat heb, hoor, want ik ben niet echt zo. Het is wel zo dat ik, mocht ik dat zouden willen, makkelijk elke dag iemand zou kunnen krijgen. Ik ken jongens die dat ook doen. Ik merk dat ik zelf wat rustiger ben geworden. Het is niet eens bewust, maar naarmate je ouder wordt, verlies je je wilde haren een beetje. Je wilt wat serieuzer worden.
14. Je verloor vorig jaar twee vaderfiguren. Kort voor de eerste lockdown overleed je vader die al langere tijd ziek was. Aan het eind van het jaar overleed ook je beste vriend, kunstenaar Steven Oprinsen. Wat zijn de belangrijkste lessen die je van hen hebt geleerd?
Van mijn vader heb ik geleerd om de schoonheid van het leven te zien. Hij liet me kennis maken met muziek en leerde me te observeren. Steven heeft me echt leren leven. Hij heeft me bijvoorbeeld geleerd hoe je met vrouwen moet praten en me streetwise gemaakt. Ik heb het nog steeds heel erg moeilijk met het feit dat hij er plotseling niet meer was. Hij is echt uit het leven gerukt. Van mijn vader had ik door zijn ziekte eigenlijk een paar jaar geleden al afscheid genomen.
15. Ben je woke?
Woke? Hahaha. Ik vind dat zo’n rare term. Als je zegt dat je ‘woke’ bent, dan ga je al een gevaarlijke kant op. Je zegt dan eigenlijk: ik ben wakker en de rest slaapt. Een tijd geleden werd ik voor ‘racist’ uitgemaakt omdat ik naar aanleiding van de moord op George Floyd niet zo’n zwart vierkant had geplaatst op Instagram. Een heel legertje van woke meisjes kwam achter me aan. Waar ben je dan mee bezig? Ik hoef toch niet mee te doen met zo’n hype om te laten zien dat ik geen racist ben? Echt, je komt ze niet meer kleurenblind tegen dan ik. Heel veel van die woke meiden komen waarschijnlijk uit een omgeving die niet woke is – Amsterdam-Zuid of ‘t Gooi. Als ik zou verkondigen wat die dames zeggen in mijn plaatselijke kroeg, dan zouden ze zeggen: ‘Ja, gap, dat weten we toch allemaal al?’ Voor mij is het heel normaal om met alle kleuren en alle lagen van de bevolking op dezelfde manier om te gaan. Het was een zware jeugd, maar aan de andere kant is het een van de mooiste rijkdommen die ik met me mee mag dragen.
16. Welke plaat neem je mee naar een onbewoond eiland?
Ik denk Dusty in Memphis van Dusty Springfield. Dat is echt een waanzinnig album. Ik vind het verhaal ook heel gaaf. Springfield werd geboren in Engeland, maar werd als tiener naar het zuiden van Amerika gehaald en zong als een chick die daar was geboren. Haar songs zijn op en top soul, en dat van een klein meisje uit Engeland.
17. Wat is je laatste financiële uitspatting geweest?
Een hele mooie oude Mont Blanc. Daar ben ik heel blij mee, maar ik ben een beetje voorzichtig geworden met dure klokken. Het is uit het nieuws gebleven, maar het maakt me geen moer uit, iedereen mag het weten: ook ik ben beroofd van mijn klok. Ik was met Steven, mijn vriend die nu dood is, een avond wezen stappen. Op de terugweg werd ik op m’n kop geslagen en kreeg hij een pistool in z’n gezicht. Ze hebben zo m’n klok van m’n pols gerukt. Sindsdien kijk ik dus wel wat beter uit.
18. Wanneer had je voor het eerst door dat je beroemd was?
Dat moment weet ik nog heel goed: dat was het moment waarop ik voor het eerst werd herkend. Het was in de zomer van 2012. Ik deed toen mee aan De Beste Singer-Songwriter van Nederland. Ik was negentien, ik was met m’n maatjes aan het stoeien op straat, toen opeens iemand naar me schreeuwde: ‘Hé, Douwe Bob!’ Ik dacht: hè, ken ik die gast ergens van? Maar ik kende hem helemaal niet. Later kwam ik erachter dat hij me herkende van tv. Dat was een lekker gevoel, en dat is het nog steeds wel. Het is leuk als mensen je herkennen. Als artiest moet je toch een beetje exhibitionistisch zijn ingesteld.
19. Van welke tattoo heb je spijt?
Geen een. Ik zie het als een soort dagboek. Een tattoo is een momentopname. Daar moet je gewoon respect voor hebben als drager. Er zijn wel een paar tatoeages die ik nu misschien niet meer zou nemen. Ik heb best wel veel namen van vrouwen op m’n lichaam. Tatoeages weg laten laseren gaat helemaal tegen mijn principes in, maar je kunt er wel overheen blasten. Op mijn been staat bijvoorbeeld de naam van mijn ex. Ze heette Eva, maar ik noemde haar altijd Eefje. Mijn overleden vriend heette Steven, maar die noemde ik altijd Steefje. Ik wil er dus misschien een -S en een -t voor laten tatoeëren.
20.Wat wil je over tien jaar in ieder geval nog bereikt hebben?
Een paar leuke kinderen. Ik wil een tweeling als me dat gegund wordt. Het liefst twee meiden. Ik was zelf enig kind en heb altijd een zusje of een broertje willen hebben.