Jim Bakkum (34) kruipt deze maand niet alleen onder de huid van Frank Sinatra, hij komt ook met zijn eigen biografie. Is hij daarvoor niet veel te jong? Playboy spreekt hem over zijn ervaringen als tieneridool, zijn guilty pleasure en zijn brave imago: “Kom op, Jim, het is maar een kus, denk ik nu. Ik vind het gewoon heel vervelend om mensen voor het hoofd te stoten.”
Deel van het vier pagina tellende interview dat is verschenen in het novembernummer van Playboy. (2021)
Q1. Je staat, samen met Sergio Vyent en de Dutch Concert Big Band in de theaters met de voorstelling Sinatra – Under His Skin. Welk lied van ‘The Voice’ is jouw lijflied?
Voor mij is dat Nancy with the laughing face, een lied over zijn dochtertje Nancy, inmiddels een vrouw van in de tachtig. Ik heb het vijf jaar geleden al eens gezongen in het DeLaMar Theater en zong het toen met de naam van mijn dochtertje: Posy with the laughing face. Het lied verwoordt precies de liefde die ik voel voor mijn eigen dochter. Send in the clowns is een andere favoriet. Ik heb meer met de hidden tracks dan met bekende nummers als Fly me to the moon, al gaan we de grote hits natuurlijk ook gewoon spelen. Wat ik ook wel lekker vind is dat ik me deze voorstelling een keer alleen hoef te focussen op het zingen: Sergio vertelt zijn levensverhaal, hij gaat letterlijk under his skin, en ik zing zijn nummers.
Q2. Is zijn muziek eigenlijk nog populair?
Ik denk niet dat hij erg populair is, nee. Ik denk wel dat hij in zekere zin tijdloos is. New York, New York en My Way zullen altijd gedraaid blijven worden. Dat zijn evergreens. Ik ben wel benieuwd welk publiek naar deze show zal komen. Misschien komt er wel niemand. Ouderen denken: ik heb niets met Jim, en jongeren denken: ik heb niets met Sinatra. Dat zou vervelend zijn, haha.
Q4. Begin november verschijnt je biografie Jim, de weg naar Bakkum. Ben je niet een beetje jong voor een biografie?
In het begin was dat ook mijn eerste gedachte: moet je niet aan het eind van je carrière zitten of dood zijn voor een biografie? Later dacht ik: dat verhaal over de bizarre start van mijn carrière, dat blijft altijd. Ik was vijftien, gaf me op voor de eerste Idols en binnen een paar weken wist heel Nederland wie ik was. Ik kan nog wel twintig jaar wachten met een boek, maar misschien kent niemand me dan meer. De generatie die die gekte bewust heeft gemaakt is nu tussen de dertig en de veertig en die vinden het misschien wel leuk om eens te lezen hoe ik die tijd heb beleefd. Het werkte ook therapeutisch. Ik ben al bijna twintig jaar non-stop aan het doorgaan: carrière maken als zanger, carrière maken als acteur, verhuizen, verbouwen, trouwen, kinderen… De biografie dwong mij om even stil te staan en te overzien wat ik allemaal heb gedaan. Ook al leest geen kip het, voor mijzelf was het fijn om mijn levensverhaal tot nu toe eens op te schrijven.
Q5. Je hebt eigenlijk ook een veel te braaf imago voor een biografie. Vind je jezelf ook te braaf?
Ik ben wie ik ben en hoe ik ben. Als dat voor sommigen te braaf is, dan is dat zo. Nee, ik heb nooit een grammetje drugs aangeraakt. Maar ik ben vaak genoeg laveloos een kroeg of club uit gezwalkt. Alleen ik kom daar niet mee in het nieuws. Ook ben ik een enorme gevoelslul. Een van mijn allereerste boekingen in 2003 was op een verjaardag van een meisje. Ik voelde me nadien helemaal kut omdat ik met een vriendinnetje van de jarige job had gezoend. Kom op, Jim, het is maar een kus, denk ik nu. Ik vind het gewoon heel vervelend om mensen voor het hoofd te stoten.
Q6. Wat is de grootste onthulling in het boek?
Ik heb vooraf tegen de uitgever gezegd dat ik geen schandaalboek ga schrijven. Ik hou er niet van om andere collega’s naar beneden te halen. Ik ben wel heel open over dingen: een manager waar het niet goed mee is afgelopen, een accountant die me een financiële strop heeft aangedaan… Dat zijn twee mensen die ik nooit meer hoef te zien. Ik ben helemaal geen haatdragend persoon, maar als je echt op m’n ziel trapt, als je misbruik maakt van mijn loyaliteit, dan hoef ik je ook niet meer in mijn leven te hebben. Ik benoem die twee trouwens niet bij hun echte naam. Dat vind ik niet sjiek. Het leuke aan dit boek zijn de kleine details, denk ik. Een kijkje achter de schermen. Ik was bijvoorbeeld twee jaar het gezicht van Mars, maar ik hou helemaal niet van Mars. Tell Her, de eerste single die ik kreeg toegewezen bij Idols, vond ik helemaal niet goed. Step Right Up van Jamai vond ik veel beter. Dat soort dingen.
Q7. Oude stukken teruglezend valt me op hoeveel kritiek er was op je stem. Onder meer Rob Bolland zei dat je ‘ontzettend saai zingt’. Wat doet dat met een jongen van vijftien?
Albert Verlinde zei het zelfs live op televisie: dat ik zo vals zong als een kraai. Mijn zangkunst was natuurlijk ook niet je-van-het, mijn stem was nog lang niet ontwikkeld, maar ze zeiden het wel tegen een kind van vijftien. Die kritiek heeft er wel voor gezorgd dat ik altijd onzeker ben gebleven over mijn stem en dat ik nog steeds last heb van bewijsdrang, zo van: jongens, ik kan best wel zingen. Nu ga ik ervan uit dat de helft het leuk vindt wat je doet en de andere helft niet. Hoe mooi je ook kan zingen, er zijn altijd mensen die het niet goed vinden wat je doet. Dat geldt zelfs ook voor Sinatra. Ik maak me daar dus niet meer zo druk om.
Q14. Je bent naast zanger ook de koning van de romkoms. Hoe lang speel je nog de knappe bink? Doe je dat op je veertigste ook nog of ga je dan andere rollen spelen?Nee, ik sta nu wel op een kantelpunt. Ik ben veel kritischer geworden op de rollen die ik speel. Ik merk dat ik me, tot grote ergernis van producenten en regisseurs, steeds meer bemoei met het filmproces. Ik wil geen poppetje meer zijn die een tekst oplepelt en weer naar huis gaat. Ik wil alleen nog maar dingen maken waar ik achteraf echt trots op kan zijn. Dat betekent ook dat ik kritischer ga zijn op romkoms, hoe leuk het draaien ervan ook is. Als daarvan de consequentie is dat ik geen rollen meer krijg omdat mensen me alleen in romkoms willen zien, dan is dat maar zo. Het betekent ook niet dat ik nooit meer een romkom zal doen. Maar ik heb nu onderhand alle cliché romkom- scènes wel een keer gespeeld, dus tijd voor wat uitdaging. Er zijn bepaalde regisseurs die mij niet eens zien als acteur. Die zeggen: ‘O, dat is Jim van Idols.’ De komende jaren wil ik laten zien welke andere kanten wat ik in mijn mars heb, bijvoorbeeld in een mooie dramafilm van Will Koopman, waar ik groot fan van ben. Dat lijkt me echt te gek. Ik zou ook gewoon eens auditie willen doen voor regisseurs die mij niet kennen.