Paul Verhoeven: ‘Film is een snel verouderende kunstvorm’

Paul Verhoeven (83) is ’s lands bekendste filmregisseur. Onlangs kwam zijn nieuwste film uit: Benedetta. Waar laat de gelauwerde filmmaker zich zoal door inspireren?

Zes pagina tellend interview uit het dubbeldikke winternummer van HP/De Tijd. (2021) Lees het gehele interview hier.

Boeken

“Heel veel boeken die ik lees hebben te maken met het idee: kan ik er iets mee voor een film? Ik werk op dit moment aan verschillende projecten en ben altijd op zoek naar nieuwe ideeën. Ik ben nu bijvoorbeeld geïnteresseerd geraakt in het gedrag van Nederlandse SS’ers aan het Oostfront. Ik weet niet of daar iets uit gaat komen, het is natuurlijk heel prijzig om zo’n grote productie te draaien, maar ik vind het interessant om me in die periode te verdiepen. Soldaat van Oranje gaat over de helden van de oorlog, maar het lijkt mij nu juist ook eens aardig om een film te maken over de mannen die fout waren. Dat is nauwelijks nog gedaan in Holland. De SS’ers van Armando en Hans Sleutelaar is misschien het eerste boek waar je aan denkt bij dit onderwerp, maar dat had ik al bestudeerd in de tijd van Soldaat van Oranje. Een buitengewoon interessant boek, trouwens. Inmiddels heb ik tientallen boeken over deze materie gelezen en het voert te ver om ze allemaal op te noemen, maar een van de aardigste titels is Mannen die niet deugden van Ger Verrips. Dat gaat over een zestienjarige jongen die zich meldt bij de Waffen-SS, en laat heel goed zien hoe hij tot die keuze is gekomen. Mussertman aan het Oostfront van Paul Metz en Wiking van Henk Kistemaker zijn andere titels die zeer de moeite waard zijn, evenals De NSB van Robin te Slaa en Edwin Klijn. Daarvan heb ik de eerste twee delen inmiddels gelezen. Het derde deel, dat tijdens de bezetting speelt, is in aantocht. Meest recentelijk is Veldgrauw van Evertjan van Roekel. Ik ben ook net begonnen in Mijn lieve gunsteling van Marieke Lucas Rijneveld. Een producent tipte me dat dat misschien iets voor me was. Haar stijl doet me een beetje denken aan Céline. Mijn lieve gunsteling gaat over een 49-jarige veearts die een verhouding krijgt met een 14-jarig meisje. Filmisch is dat best lastig. Hoe moet je dat doen op de set? Je kunt geen intieme scènes opnemen met iemand van veertien. Ik moet daar nog ’s goed over nadenken.”

Turks Fruit is nog steeds een van de beste boeken die ik ooit heb gelezen. In een van de kritieken op Benedetta las ik zoiets als: ‘Whatever je tegenwoordig ook denkt van Turks Fruit…’ Zo van: het boek en de film zijn fout met de blik van nu. Dat vind ik stupide. Je kunt ongelukkig zijn met het verleden, maar je kunt het niet ontkennen. Wat Wolkers heeft geschreven is namelijk wáár. Er is niet veel aan verzonnen. Olga is gebaseerd op twee vrouwen uit zijn leven: Annemarie, zijn tweede vrouw, en een andere vrouw. De meeste scènes die hij beschrijft zijn waargebeurd. Lees het maar na in zijn biografie; daarin blijkt het allemaal nog een graadje ‘erger’ te zijn geweest. Ik snap ook niet zo goed waarom het boek en de film door sommige mensen opeens als ‘fout’ worden bestempeld. Mensen doen wel ergere dingen, toch? Ik ben echt tegen de nieuwe preutsheid. De male gaze is er natuurlijk, als je op een ‘lekkere’ manier naar vrouwen kijkt, maar darwinistisch gezien is die male gaze wel noodzakelijk. Als mannen niet meer op die manier naar vrouwen kijken, komen er ook geen baby’s meer en is het gedaan met onze soort. Dat verhaal hoor je alleen niet. De biologie is uit het debat verdwenen. Mensen willen niet erkennen dat we niets meer zijn dan vergevorderde apen.”

Film

“Wat de tien beste films zijn die ooit zijn gemaakt? Dat vind ik moeilijk om te zeggen. Laat ik een poging wagen, niet per se in deze volgorde: La dolce vitaSome Like it Hot, de beste komedie aller tijden, Touch of Evil, de beste B-film aller tijden, Lawrence of ArabiaJules et JimBen-Hur, maar dan alleen de scène met de wagenrennen, Sunset BoulevardVertigo en North by Northwest. Die hebben de tand des tijds doorstaan. Van de laatste tien jaar beklijven Dolor y gloria van Almodóvar en Once Upon a Time in Hollywood van Tarantino. Ik vond die laatste film zo geestig. Ik geloof niet dat ik de laatste jaren harder heb gelachen om een film. Aan het eind denk je: nu worden Sharon Tate en haar vrienden afgemaakt, maar dan gebeurt er iets totaal anders. Ik lag echt dubbel. Brad Pitt is ook zo goed als hij in zijn auto langs de zonnige boulevards van Los Angeles rijdt en dan dat liftende meisje oppikt. De sfeer van de jaren zestig is echt goed gevat: een beetje zoals ik het zelf meemaakte toen ik voor het eerst in Amerika kwam. 

Brimstone vond ik ook heel interessant. Martin Koolhoven is niet iemand die continu met scenaristen werkt, zoals ik altijd heb gedaan. Ik geloof dat hij het liefst alles zelf wil verzinnen, maar in zijn geval werkt dat goed. Hij maakt ook een heel leuk programma over films waar ik graag naar kijk: De kijk van Koolhoven, waarvan binnenkort weer een nieuw seizoen verschijnt. Dick Maas vind ik ook goed, als we het over Nederlandse regisseurs hebben. Ik heb erg moeten lachen om Flodder en om Moordwijven. In die laatste film komt een huurmoordenaar aan op Schiphol, klaar om de mannen van de moordwijven te killen, maar hij is nog niet het airportgebouw uitgelopen of hij wordt, BANG!, door een bus platgereden. Echt prima.”