Delphine Lecompte (45) is dichter en columnist. Op 28 april verschijnt haar nieuwe boek Wie heeft Delphine Lecompte vermoord? HP/De Tijd toog naar Brugge om te horen of haar culturele universum net zo eigenzinnig is als haar literaire universum.
Verschenen in het aprilnummer van HP/De Tijd. Lees het gehele interview hier.
Boeken

“Ik vind het belangrijk dat een schrijver moedig is en controversiële standpunten durft in te nemen. Schrijvers zijn tegenwoordig allemaal zo braaf en kneuterig. Er is weinig lef en branie in de literatuur. Tot mijn grote ergernis sprongen honderden schrijvers en dichters enkele weken geleden op de bres voor Pim Lammers. (Lammers, aangekondigd als schrijver van het Kinderboekenweekgedicht, kreeg doodsbedreigingen omdat hij in het verleden een verhaal over pedofilie schreef – red.) Anton Dautzenberg en ik kregen ook doodsbedreigingen omdat we pleitten voor meer mededogen voor de pedofiele medemens. Waar waren die honderden verontwaardigde mensen toen? Ik heb ze niet gehoord, maar ze nemen het wel op voor die lieve, kleffe, kleurloze jongen die op literair vlak weinig voorstelt. Uiteraard verdient hij het niet om met de dood bedreigd te worden, maar het is ook flauw om te zeggen dat het schrijven van een gedicht je geen doodsbedreigingen waard is, zoals hij heeft gedaan. Je moet het juist als een compliment beschouwen dat fundamentalistische christenen en extreemrechtse zotten aanstoot nemen aan je werk. Het laatste wat je als dichter moet doen is capituleren of weglopen. Ik blijf mijn standpunten verdedigen, omdat ik dat belangrijk vind, zelfs als dat betekent dat ik onder politiebegeleiding naar een lezing moet. Ik houd er nog steeds rekening mee dat er op een dag een gek voor me staat die me iets aandoet, maar dat weerhoudt me er niet van om voor mijn mening uit te komen.
Kunst
“Ik mis de morsigheid, de heftigheid, de verdorvenheid en de aberraties in de kunst van nu. Ik hou van kunstenaars die de grenzen van de goede smaak opzoeken en overschrijden en die gewelddadig zijn of gewelddadige thema’s exploreren. Francis Bacon is daar een goed voorbeeld van. Alleen al zijn levensverhaal: opgegroeid met een militaristische, homofobe vader met een manege die zijn stalknechten geld gaf om zijn verwijfde zoon mores te leren. Het werkte averechts: de kleine Francis vond de stalknechten juist erg prikkelend. Die duistere, tumultueuze jeugd is een vruchtbare voedingsbodem gebleken voor zijn kunst. Er zit zoveel pijn, zoveel donkerte, zoveel rauwheid en zoveel lelijkheid in zijn schilderijen. Je kunt nauwelijks kijken naar een schilderij als Head VI. Die mond, die tanden… Je hoort hem bijna schreeuwen. Joseph Beuys is een andere favoriete kunstenaar. Ook in zijn werk is het weer de lelijkheid die me aanspreekt en ook hier spreekt zijn levensverhaal mij aan. Als piloot is hij in de oorlog neergeschoten. De mensen die hem meer dood dan levend uit zijn wrak hebben gehaald, smeerden hem in met vet en wikkelden hem in vilt om niet dood te vriezen. Die materialen zie je terug in bijna al zijn werk. Beuys heeft zijn leven lang geconfabuleerd. Dat begrijp ik wel, dat is ook helemaal niet erg, dat doe ik zelf ook. Als ik schrijf dat ik als vijfjarige een pedofiele tuinman heb verleid, dan is dat deels verzonnen, al belde m’n moeder wel in paniek op toen ze dat las.