Arjan Ederveen over Coco Schrijber, Marten en Oopjen en het Nederlands theater

Arjan Ederveen (1956) toert op dit moment met de tragikomische voorstelling Walden door het land. Zelf gaat hij nauwelijks naar het theater. ‘Ik vind het vaak lulkoekerij en niet goed.’ Wat leest, luistert en ziet hij verder zoal?

Verschenen in HP/De Tijd, september 2016. Gehele interview is op Blendle te lezen.

BOEKEN
“Ik ben dyslectisch dus ik kan niet zomaar ergens gaan zitten en iets lezen. Pas als ik me heel erg concentreer, lukt het me. Dus ik lees eigenlijk nauwelijks iets.
Het laatste boek dat ik gelezen heb, is van Coco Schrijber, een filmregisseuse die een dikke vriendin van me is. De luchtvegers heet het. Ik heb het van begin tot eind uitgelezen toen ik op vakantie was in India. Het boek gaat over haar ouders en hoe die elkaar gevonden hebben, maar het gaat ook over de geschiedenis van haar familie, haar Joodse achtergrond, de Tweede Wereldoorlog – allemaal ellende eigenlijk. Eigenlijk heb ik daar wel genoeg van, van die Joodse ellende. Ik ken het wel. Maar omdat het over haar en haar familie gaat, heb ik het gelezen. Soms vond ik dat Coco een beetje tulpen rood aan het verven was om te laten zien: ik kan echt goed schrijven. Maar dat had niet gehoeven. Want ze kán echt goed schrijven.”

BEELDENDE KUNST
“Aatje en Oopje, of Oepje en Oopje, of Opje en Uupje of hoe ze ook mogen heten (Marten en Oopjen, van Rembrandt – red.) heb ik nog niet gezien. Wat een lelijke schilderijen zeg. Waarom zou je daar tachtig miljoen voor betalen? En waarom zijn die schilderijen zo belangrijk? Omdat ze worden verheerlijkt door de minister van Cultuur? Voor mij had het niet gehoeven. Omdat ik het geen mooie schilderijen vind. Het zijn twee sombere schilderijen van twee lelijke mensen. Het is een beetje zwart met ergens een kanten kraag. Maar het is dan kennelijk bijzonder omdat ze ten voeten uit zijn geschilderd en dat in die tijd alleen voor royalty was en niet voor gewone mensenmensen. Maar als gewone mensenmensen zoveel geld hebben als Aatje en Ootje, dan knijpt zelfs Rembrandt een oogje dicht. Die man was natuurlijk ook niet gek.”

THEATER
“Ik vind alle kunstuitingen interessant en oninteressant tegelijkertijd. Als het op mijn pad komt: prima. Maar van het meeste denk ik: laat maar aan mijn huisje voorbijgaan. En dat heb ik vooral met theater.
Ik ga niet graag naar het theater. Ik denk dat het beroepsdeformatie is, omdat ik altijd aan het kijken ben… Je moet van goeden huize komen wil ik het mooi vinden van begin tot eind. Ik ga meestal toch halverwege de voorstelling lampen tellen of kijken hoe de techniek is gedaan en of de buren wel opletten en dat soort dingen. Ik vind theater vaak lulkoekerij en niet goed. Niet! Goed! Toneelgroep Amsterdam heeft er bijvoorbeeld altijd een handje van om over elk stuk een artistiek sausje te gooien. Daar is vormgeving heel belangrijk. En ze spelen ook altijd van die zware stukken, van die klassiekers. Ik hou toch meer van vernieuwing. Schuif eens een nieuwe Shakespeare naar voren. Schrijf eens een nieuwe Hamlet in plaats van die oude versie weer opnieuw uit te braken. Het is veel beter om een nieuw stuk te schrijven dan je weer te verdiepen in die oude tekst, die dan weer in het Engels is vertaald moet worden naar het Nederlands en dat moet dan weer op rijm… Zucht.
Ik kan me mijn laatst bezochte voorstelling niet meer herinneren. Zo lang geleden is dat. Ik ging altijd naar de voorstelling van theatergroep Carver van Beppie Melissen, en naar Orkater – maar dat doe ik de laatste tijd niet meer. Geen zin en geen tijd. Ik ga nog wel naar de voorstellingen van het Ro Theater, maar dat is meer beroepsmatig, om te zien waar ze mee bezig zijn en om er als collega iets over te kunnen zeggen. En ik ga altijd graag naar Alex Klaassen. Dat is een van de weinige collega’s naar wie ik niet met tegenzin ga kijken. Alex is zo goed omdat hij zo veelzijdig is, zo eigen is. Omdat hij kan zingen en kan dansen en kan spelen en omdat hij zowel grappig en dramatisch kan zijn en ook nog eens kan schrijven. En dat zie je niet vaak. De nieuwe lichting houd ik eigenlijk niet meer bij. Het gaat allemaal maar door. En dat is maar goed ook. Er zal zelfs toneel worden gespeeld als ik er niet meer ben. Ik kan het me niet voorstellen, maar toch gebeurt het.
Heb je wat aan mijn antwoorden? Ik zit ook maar wat te zwammen hoor. Zit ik weer af te geven op Toneelgroep Amsterdam… Omdat ik met mijn kontje in het Ro zit, natuurlijk. Maar Ro is ook veranderd hoor. Er gaat een heel nieuwe artistieke scepter zwaaien. Alize (Zandwijk, artistiek directeur van het Ro Theater – red.) gaat volgend jaar weg en daarvoor in de plaats komen drie artistiek directeuren, drie zakelijke leiders en worden alle acteurs ontslagen.” Ironisch: “Dat zal wel goed gaan dus.”