Bennie Jolink (73) zou het 45-jarig jubileum van Normaal vieren met een groot concert, maar dat gaat vanwege het coronavirus niet door. Wel verschijnt er tegen het eind van dit jaar een 35-delige cd-box met alle singles en het boek Normale verhalen. Wat leest, luistert en ziet deze boerenrocker in zijn vrije tijd?
Selectie. Verschenen in het meinummer van HP/De Tijd. (2020) Het gehele interview is hier te lezen.
BOEKEN
“Drie van mijn favoriete schrijvers zijn John Fowles, Roald Dahl en Maarten ’t Hart. Fowles’ bekendste boek is The French Lieutenant’s Woman. Ik ben zelfs nog in Lyme Regis geweest, de Engelse badplaats waar het boek zich afspeelt. Wat hem zo goed maakt, is dat je meteen vanaf de eerste pagina het boek in wordt gezogen. Sommige schrijvers hebben dat. Roald Dahl heeft dat ook. Dahl wordt vaak ten onrechte bestempeld als kinderboekenschrijver, maar hij heeft ook veel voor volwassenen geschreven. Een van mijn favoriete boeken is Oom Oswald. Oom Oswald is een man die alleen maar aan neuken denkt. Overal waar hij is, wil hij neuken. Een zekere mate van herkenning zal waarschijnlijk een rol spelen bij mijn waardering van dit boek. Maarten ’t Hart is een van de weinige schrijvers van wie ik alles heb gelezen. Wie God verlaat heeft niets te vrezen is mijn favoriet. Hij betwist op geestige wijze allerlei onvolkomenheden uit de Bijbel. ‘God is liefde’ is de boodschap van het Nieuwe Testament, maar in het Oude Testament is dat wel anders. ’t Hart rekent uit dat daarin – onder de goedkeurende blik van God – zeshonderdduizend mensen worden vermoord. De Bijbel is een uiterst gewelddadig boek waar je beter maar niet te veel geloof aan kunt hechten.”
KUNST
“Wat ik het mooiste schilderij vind van Rembrandt? Ik denk zijn laatste zelfportret. Daaraan kun je zien dat hij een groot kunstenaar was, want hij bleef zichzelf ontwikkelen. Hoe ouder hij werd, des te beter hij ging schilderen. Ik raak ook niet uitgekeken op Het Joodse bruidje. Als je de jurk van dichtbij bekijkt, zie je dat die uit klodders verf is opgebouwd die met de achterkant van het penseel op het doek zijn aangebracht. Het is net een maanlandschap, maar als je een paar passen afstand neemt, is het opeens waanzinnig realistisch. Vincent van Gogh was zo onder de indruk van dit schilderij dat hij in een brief aan zijn broer Theo schreef dat hij er tien jaar van zijn leven voor over zou hebben om twee weken voor dit schilderij te zitten met enkel een korst droog brood voor voedsel. De brieven van Vincent van Gogh zouden samen met het dagboek van Anne Frank verplicht gesteld moeten worden op middelbare scholen. Elke kunstuiting gaat gepaard met pijn, net als een geboorte. Zijn brieven maken dat perfect duidelijk en laten zien wat het betekent om kunstenaar te zijn.”
THEATER
“Eind jaren zestig heb ik een jaar in Amsterdam gewoond en toen werkte ik bij Toneelgroep Studio. Dat was experimenteel theater, dus met andere woorden: geen zak aan. Misschien dat ik daar die antipathie tegen theater heb ontwikkeld. Er was doordeweeks geen reet te doen in de stad, dus werd ik lid van het COC, zodat ik met die jongens van het toneel naar de homokroegen kon. ‘Is meneer homoseksueel?’ vroeg dan zo’n grote nicht met zo’n roze palfrenierspak aan de deur. ‘Ja hoor,’ antwoordde ik dan, en dan mocht ik naar binnen. Ha! Oeh, ik moet niet te hard lachen, want dan ligt m’n gebit op tafel. Ik was dit weekend jagen in Duitsland en daar is m’n gebit doormidden gebroken. Godverrrdomme. Sorry, ik kan heel hartstochtelijk vloeken, maar dat zal je al wel opgevallen zijn. Dat vloeken doe ik omdat de mensen die zich daaraan storen ook de mensen zijn die tegen het vaccineren van kinderen zijn en vaak niet met de poten van hun dochter af kunnen blijven. Daar vloek ik godverrrdomme nog een keer extra voor! Als je met timmeren op je duim slaat dan moet je heel hard godverdegloeiendegeilekrommekutjezusmoederneukenindehel roepen. Daarna is de pijn meteen over.”
MUZIEK
“Mijn favoriete muzikanten? Ik zou niet weten waar ik moest beginnen. Laat ik er gewoon eens een paar noemen. Als je het hebt over country, dan luister ik graag naar mensen als Hank Williams, Carl Perkins en Johnny Cash. Walk the Line – over het leven van Johnny Cash – vond ik trouwens een slechte film. Cash werd gespeeld door een nicht met een piepstem. Nee, neem dan Ray, met Jamie Foxx als Ray Charles. Die was goed! Robert Williams, B.B. King en Muddy Waters zijn mijn favoriete bluesmuzikanten. Als je country en blues samenvoegt, dan krijg je rock-’n-roll. Over het algemeen wordt beweerd dat Bill Haley de eerste was, met Rock Around the Clock, maar dat is niet waar. In de jaren veertig maakten zwarte jongens al muziek die ze ‘rocking and rolling’ noemden. Neem Louis Jordan, Lionel Hampton en Wynonie Harris. Fantastische muzikanten. Later kwamen natuurlijk Chuck Berry, Fats Domino en Little Richard. Zelf zing ik in het Achterhoeks, maar het Engels is eigenlijk veel mooier om in te zingen. Ik vind zelf dat ik wel een redelijk goede Johnny Cash in huis heb: ‘When I was just a baby, my mama told me: son, always be a good boy, don’t ever play with…’ Godverrrdomme, m’n gebit.”