Lale Gül: ‘Over mijn veiligheid maak ik me grote zorgen’

Schrijfster Lale Gül (23) maakte eerder dit jaar furore met haar debuutroman ‘Ik ga leven’. Het boek is een groot succes, maar brengt ook de nodige risico’s met zich mee. ‘Als ik na een televisieoptreden naar huis moet, denk ik bij het verlaten van de studio altijd: shit, mensen die kwaad willen, weten nu waar ik ben.’

Verschenen in het oktobernummer van Playboy. (2021)

Q1. Je autobiografische debuutroman Ik ga leven, waarin je beschrijft hoe het is om op te groeien in een streng-islamitisch gezin en daaruit los te breken, is dé literaire sensatie van dit jaar. Hoe verklaar je het succes van het boek?

Dat heeft denk ik met een aantal zaken te maken. Ten eerste is het een uniek verhaal. Er zijn weinig meisjes uit een streng-islamitisch gezin die een boek schrijven over hun opvoeding. Ten tweede is het autobiografisch. Dat spreekt mensen aan. Ik hoor heel vaak van lezers dat ze me ergens zagen, bijvoorbeeld in een talkshow, en door mijn manier van vertellen nieuwsgierig zijn geworden naar mijn boek. Ik hoor ook weleens dat ze het uit medelijden kopen, omdat ze horen of lezen over de dreigementen die ik sinds het verschijnen van dit boek dagelijks ontvang. 

Q2. Staat jouw verhaal op zichzelf of zijn er meer meisjes in vergelijkbare situaties?

Er zijn heel veel meisjes met mijn verhaal. Ik krijg berichten uit Nederland, maar ook uit België en Duitsland. Het zijn er wereldwijd miljoenen. Daarom hoop ik ook dat m’n boek in zoveel mogelijk talen vertaald zal worden, zodat ik ze misschien kan helpen met mijn verhaal. Hoe het komt dat er in ons land zo’n grote groep is die gebukt gaat onder een streng-islamitische opvoeding? Dat zal deels met een gebrek aan integratie te maken hebben. Nederland heeft daar steken laten vallen. De politiek houdt zich daarover angstvallig stil. Laatst was in het nieuws dat homo’s in Amsterdam vooral door moslims belaagd worden. Heb je een linkse partij daarover gehoord? Ik niet. Ze denken: ‘Dat hoort bij hun cultuur dus daar mogen we niets van vinden.’ Dat is natuurlijk onzin.

Q3. Je was laatst in een van je columns ook niet te spreken over Sigrid Kaag. Is zij een voorbeeld van zo’n politicus die niets durft te zeggen?

Ja. Kaag wenste iedereen een fijn offerfeest, terwijl dat hele feest erom draait dat je een koe onverdoofd slacht en vier dagen heel veel vlees eet. Kaag zegt tegelijkertijd: boeren moeten de veestapel halveren en we moeten minder vlees eten met z’n allen. Dat vind ik hypocriet. Nog een voorbeeld: laatst plaatste ze een foto op haar Instagram-pagina van een wandeling die ze maakte door de Schilderswijk in Den Haag. Ze kwam een groep kinderen met hoofddoekjes op tegen. Ze schreef onder de foto dat deze diversiteit een verrijking is voor de samenleving. Dan denk ik: die kinderen komen net van de koranschool, wat denk je dat ze daar hebben geleerd, allemaal progressieve dingen? Dat schuurt gewoon heel erg.

Q4. Je woonde tot voor kort bij je ouders. Na het verschijnen van je boek ben je uit huis gegaan en is het contact met je ouders gestopt. Denk je dat dat ooit nog goed komt?

Nee, dat denk ik niet, maar dat hoeft ook niet. Dat ik mijn zusje niet meer zie vind ik wel lastig, maar ze gaat volgend jaar naar de brugklas en heeft dan veel meer vrijheid om mij op te zoeken. Het enige waar ik echt mee zit is het veiligheidsrisico. Daar maak ik me grote zorgen over.

Q5. Je krijgt dagelijks dreigementen. Ben je weleens bang?

Tekstuele bedreigingen doen me niet zoveel, dat zijn maar woorden, maar foto’s en filmpjes van wapens zijn niet fijn. Ze sturen er dan ook geen tekst bij. Zo van: je begrijpt wel wat ik bedoel. Ik heb van vijftien accounts dergelijke foto’s en filmpjes gehad. Ik heb daar aangifte van gedaan, maar de politie kan er niet zoveel mee. 

Q6. Loop je zonder beveiliging over straat?

Ja, maar altijd vermomd, zodat ik niet wordt herkend, en bijna altijd met iemand anders naast me. Ik probeer zo min mogelijk buiten de deur te komen en als ik ergens heen moet dan reis ik per taxi. Televisie-optredens vind ik wel spannend. Als ik na de uitzending naar huis moet, dan denk ik bij het verlaten van de studio altijd: shit, mensen die kwaad willen weten nu waar ik ben. Ze hoeven je adres niet eens te weten als ze je iets aan willen doen, ze hoeven alleen maar te weten waar je bent. Dat zie je wel aan de moord op Peter R. de Vries.

Lees het gehele interview in het oktobernummer van Playboy.