Peter Gillis (59) is bijna wekelijks te zien in zijn realityserie Massa is Kassa. Playboy spreekt de kleurrijke ondernemer en SBS6-ster over zijn kutjeugd, de doodsbedreigingen aan zijn adres en zijn miljoenen. “Ik hoor gewoon in de Quote 500. Punt.”
Deel van het interview dat is verschenen in het februarinummer van Playboy. (2022)
Q1. Je bent eigenaar van twaalf vakantieparken, die voor een groot deel afhankelijk zijn van horeca-inkomsten. Hoeveel tonnen ben je misgelopen door de twee lockdowns?
We hebben juist super gedraaid! Heel veel mensen gingen de afgelopen twee jaar ook op vakantie in eigen land, dus eigenlijk hebben we het nog nooit zo druk gehad. We hebben één voordeel en dat is dat we een seizoensbedrijf zijn. We zijn open van maart tot en met november, dus dat viel net buiten de lockdowns. We hebben door deze crisis ook geleerd dat je met minder mensen misschien wel meer kunt doen. Voor corona hadden we alle horecapunten op onze parken altijd open, maar nu zijn er vaak vier van de acht open – alleen op de piekuren wordt de rest ook bemand. Dat scheelt een enorme klap geld.
Q2. Ben je bang voor corona? Je behoort immers tot de risicogroep.
Nou, ik vind het wel beangstigend allemaal. Ik moet er toch niet aan denken dat ik ziek word. Ik ben gevaccineerd, maar dat zegt natuurlijk niets. Waar ik vroeger altijd vooraan stond, denk ik nu: doe maar een beetje voorzichtig. Ik hou me aan de regeltjes, zoals iedere verstandige Nederlander, en als ergens veel volk is dan gaan wij een deurtje verder.
Q3. Onlangs verscheen je biografie: Massa is kassa, dezelfde naam als je realitysoap op SBS6. Je bent zeer openhartig in je boek. Je hebt het over je vervelende jeugd, over de dodenlijst waar je op staat, over je buitenechtelijke affaires. Welk onderwerp vond je het moeilijkst om over te praten?
Ik heb geen geheimen, dus alles staat erin. Ik heb het boek geschreven om de mensen te laten zien dat het mij ook niet allemaal is aan komen waaien. Mensen zien mij op televisie en denken: ‘Ach, die Peter, die rijdt in een Rolls Royce en doet net waar die zin in heeft.’ Iedereen denkt dat ik een makkelijk leven heb gehad en dat ik het allemaal in de schoot geworpen heb gekregen, maar ik ben een self made millionair. In het boek kun je lezen over mijn jeugd. Ik had echt een kutjeugd. Geld hadden we niet en ons pap wilde altijd zijn borreltje. De oudste was voor hem alles, ik was niks en moest het maar uitzoeken. Daar leer je wel door te vechten. Ik ben daardoor een echte straatvechter geworden. Ik heb ook een goede handelsgeest. Dat zit in mijn bloed, dat kun je niet leren. Die combinatie heeft me gebracht waar ik nu ben.
Q8. Ben je over vijf jaar nog op televisie?
Nee, dat denk ik niet. Als er de kijkers het leuk blijven vinden dan is het natuurlijk moeilijk om te stoppen, want dan moet je veel mensen teleurstellen. Maar over vijf jaar… Dat is een lange tijd. Zoals het er nu naar uitziet willen we nog wel even doorgaan, maar dat hangt natuurlijk ook af van SBS. Voor ons is het geen moeten: als we er geen zin meer in hebben, dan kappen we ermee.
Q10. Quote schat je vermogen op 85 miljoen euro, waardoor je net buiten de Quote 500 valt, maar jij zegt zelf op papier 250 miljoen euro waard te zijn. Waarom vind je het belangrijk om dat bedrag wereldkundig te maken?
Omdat dat gewoon de waarheid is. De Quote was vroeger een mooi blad. Dat was mijn Bijbel, dat legde ik onder het hoofdkussen. Als ik zie wat er nu voor een onzin in staat, alleen al over mij, dan denk ik: wat is er met het blad gebeurd? Ik heb vier of vijf keer in de Quote 500 gestaan. Ik was altijd dikke vrienden met de redacteuren. Een paar jaar geleden kwam er een vervelende journalist bij en die schrijft je helemaal kapot. Als er negatieve dingen te melden zijn dan schrijft hij een groot stuk, maar als er iets positiefs te melden is dan hoor je hem niet. Waarom hij dat doet? Ik ben een kijkcijferkanon. Als ze iets negatiefs over mij schrijven dan wil iedereen dat lezen. Ik ben twee jaar geleden met een accountant op de redactie geweest en heb alle stukken overlegd die ze nodig hebben om mijn vermogen uit te rekenen. Iedere idioot kan zien dat ik meer waard ben dan dat zij zeggen. Ik heb me m’n hele leven kapot gewerkt om zover te komen, snap je? Dan wil je ook met respect behandeld worden, maar respect kennen ze daar niet. Ik hoor gewoon in de Quote 500. Punt.
Q11. Wie hoef je nooit meer terug te zien?
Ons pap, maar die komt ook niet meer terug. Misschien kom ik hem later nog eens tegen in de hemel, maar ik denk het niet. De mensen van de Belastingdienst, zeg je? Ach, die doen ook hun werk. Ik zou alleen geen biertje met ze gaan drinken. Leuke mensen zijn het niet. Ik denk dat ze vroeger op school veel gepest zijn en nu andere mensen gaan pesten – net als agenten die parkeerboetes uitdelen. Je moet het maar willen. Hoge bomen vangen nu eenmaal veel wind en ik zie het onderzoek dat ze naar me doen met vertrouwen tegemoet. Ik heb niets te verbergen dus laat maar komen.
Q18. Mark Rutte of Sigrid Kaag?
Mark Rutte. Die doet het nog niet zo verkeerd. Ze zitten allemaal wel op hem te schelden, maar wat hij ook beslist: het is toch niet goed. Ik zou niet graag in z’n schoenen staan.
Q19. Nederland of België?
België. Ik vind dat wel een gemoedelijk land. Bourgondisch, niet zo gejaagd als Nederland. Hier in de buurt hoor je ‘s zondagsmorgens alleen maar een grasmaaier. Behalve die van mij dan, die hoor je niet. Het is hier heel relaxed wonen. Ik ga ook niet meer terug naar Nederland.
Q20. Volgend maand word je zestig. Mooie leeftijd om met pensioen te gaan?
Dat is veel te vroeg, hè. Ik wil wel een keer die parken verkopen. Dat heb ik ook al met de kinderen besproken: een keer een rode strik eromheen en weg. Dat hoeft nog niet snel, maar komt er over anderhalf jaar iemand met een mooi bod dan kan het zomaar gebeuren. Dan houdt de serie natuurlijk ook op, want dan valt er niets meer te filmen, en dat is allemaal best. Ik heb veel onroerend goed. Pandjes kopen en verkopen, dat lijkt me leuk om verder uit te bouwen. Het geld ligt op straat, je moet het alleen oprapen. Nicol moet er niet aan denken dat ik hier de hele dag in de stoel zit. Ze zegt nu al: er komt niets uit m’n handen als jij bij mij in de buurt bent.