Elke zaterdagochtend, in het laatste lesuur, dat van twaalf tot één duurde, als we allemaal moe waren en geen zin meer hadden, als de zon door de ramen schreeuwde dat we naar buiten moesten komen, probeerde onze docent Nederlands op het Vossius Gymnasium ons de schoonheid van poëzie bij te brengen. Zijn naam? Willem Wilmink.
Orde houden was niet zijn sterkste punt, maar op maandag deelde hij wel met ons de analyses van Ajax en sc Enschede (of waren het nog de Enschedese Boys?), want Wilmink was een groot voetbalfan.
Door hem werd Paul van Ostaijen de eerste kunstenaar die een gedicht tot me liet doordringen. Dat kwam vooral door de vorm, althans: de vorm in druk. Het was popartpoëzie in mijn herinnering. Later schreef Willem Wilmink zelf ook prachtige gedichten. Eigenlijk wilde ik voor deze bundel een gedicht van Willem kiezen, als eerbetoon. Maar ik zag dat er al wat Wilminks in de bundel zijn opgenomen, en het prachtige boek van Van Ostaijen staat net zo verdwaald in onze boekenkast als Wilmink destijds in het klaslokaal.
Daarom kies ik liever iemand anders, een dichter die minder voor de hand ligt, maar die wat mij betreft zeker niet in dit boek mag ontbreken. Ik kies voor Nico Scheepmaker en zijn gedicht Afscheid, een prachtige ode van de mooiste Nederlandse sportschrijver aan de beste voetballer ter wereld. Ik voel me uitverkoren dat ik Nico heb zien schrijven, en af en toe met Cruijff mag voetballen.
Afscheid
Nico Scheepmaker (1930 – 1990)
Daar gaat-ie dan! Ik heb het nog beleefd,
geen sterveling die mij dit af kan pakken.
Hoe zette hij zijn schaduw niet te kakken,
al zat die nog zo aan hem vastgekleefd.
Hij kon zich in een elftal vertakken:
zo’n man die alles neemt en alles heeft
maar op z’n tijd ook wel een bal afgeeft
voorzien van alle denkbare gemakken.
Daar gaat-ie dan! Het grote fenomeen
dat net als ik en Rembrandt werd geboren
in Nederland, — ik voel me uitverkoren.
Met Rembrandt echter heb ik slechts gemeen
de aanblik van de Munt en Westertoren,
maar Cruijff heb ik gezien, — door merg en been.
Uit: Gedichten die mannen aan het huilen maken, 2015.