Hans Croiset: ‘Het doet pijn hoe Rutte en consorten over cultuur spreken’

Acteur Hans Croiset (82) zit dit jaar 65 jaar in het vak. Vanaf 24 augustus speelt hij de dementerende André in de reprise van het toneelstuk De Vader – waarvoor hij vorig jaar de Louis d’Or kreeg uitgereikt. Wat leest, luistert en ziet hij zoal?

Uit het zomernummer van HP/De Tijd, 2018. Het gehele interview leest u hier.

BOEKEN

“Vondel is mijn favoriete dichter. Zijn taalgebruik is fenomenaal. Dat heb ik ook altijd gemerkt als ik een stuk van hem op de planken bracht. Het publiek heeft altijd tien minuten nodig om erin te komen, om even aan die oude taal te wennen, maar daarna worden ze door die prachtige teksten naar het toneel gezogen. Nadat ik daarmee was opgehouden, heeft niemand meer een stuk van hem gespeeld. En dat is kwalijk. Als je niet meer op de schouders van je voorgangers staat, dan zak je heel snel in het moeras. Dit jaar is het vierhonderd jaar geleden dat Bredero overleed en er is geen een toneelgezelschap dat Spaanschen Brabander op de planken brengt. Toneelgroep Amsterdam, Het Nationale Theater of het Ro Theater zouden die handschoen eigenlijk moeten oppakken. Desnoods doen ze dat gezamenlijk. Als er één stuk actueel is, dan is het dát, over vluchtelingen die zich in Amsterdam vestigen en de weerstand die dat bij de bevolking oproept.”

BEELDENDE KUNST

“Mijn favoriete kunstenaar is de vorig jaar overleden beeldhouwer Jannis Kounellis. Hij maakte werkelijk overweldigende beelden met aarde, teer en ijzer – dat soort materialen. Ik weet nog dat toenmalig minister Hedy d’Ancona een voorstel deed om een sculptuur van hem op het nieuwe plein bij de Tweede Kamer te plaatsen. De dames en heren die ons vertegenwoordigen hielden dat tegen. Niet omdat het beeld aanstootgevend was, maar omdat het te modern was. Dat is typisch Nederland. Cultuur wordt consequent tegen gehouden. Dat was in de Gouden Eeuw al zo, toen de dominees nog de macht hadden, en dat is nooit veranderd. De manier waarop Rutte en consorten over cultuur spreken doet gewoon pijn. Vorige week las ik dat de Duitse minister van Cultuur driehonderd miljoen extra heeft weten te regelen. Onze minister kan met moeite een noodverbandje van twintigduizend euro regelen en zelfs daar moet hij of zij zich dan al kapot voor vechten. Op dat gebied is Nederland een heel moeilijk land. De manier waarop cultuur wordt tegengewerkt is werkelijk stuitend.”

THEATER

“De laatste voorstelling die ik heb gezien is Oedipus van Toneelgroep Amsterdam, met een voortreffelijke Hans Kesting en Marieke Heebink. Ik zou kunnen discussiëren over de noodzaak van de bewerking van het stuk. Je kunt je afvragen of het nodig is om het verhaal naar het heden te trekken. Het origineel is namelijk zo waanzinnig spannend. Alfred Hitchcock zei al: een beter script is er nooit geschreven. Je weet voor aanvang al hoe het zit en toch denk je dat het anders zal aflopen. Alles wat wij als mens fout kunnen doen is in de 37 overgebleven Griekse tragedies verwerkt. Al het andere is een variant daarop. Ik vond dit een variant op Oedipus. De enscenering was wel echt heel erg goed. Het moment nadat hij zijn vader heeft gedood, en achteruit wegloopt, zal ik over tien jaar nog weten, alleen kan ik dat moment niet meer reproduceren. Een ontroerend schilderij kun je altijd terugzoeken, muziek waarvan je de tranen in de ogen springen kun je altijd opnieuw afspelen, maar toneel niet. Dat is ook meteen de magie ervan.”

“Toneel brengt veel meer teweeg dan andere kunstvormen. Mooie muziek kan je ontroeren, maar een mooie voorstelling brengt je uit je evenwicht. Daarom is het zo treurig dat de zalen niet meer vol zitten. Toneel is een niche geworden, wordt alleen nog door een culturele toplaag bezocht. Mensen gaan liever een avond lachen bij een cabaretier of worden liever in slaap gesust door een musical dan dat ze naar een toneelvoorstelling gaan kijken. Ik speelde onlangs in De Oresteia. Dat stuk is de basis van het theater. Het is eens in de tien jaar te zien in Nederland. Het publiek zou ons achterna moeten reizen om het te kunnen zien! Maar nee, de zalen zitten niet eens vol. Als je niet in DWDD komt met je voorstelling, dan kun je het bij voorbaat eigenlijk al wel schudden. Het is krankzinnig, maar het is de realiteit. Het succes van De Vader hebben wij aan DWDD te danken, maar ook aan Volle Zalen, het theaterprogramma van de publieke omroep dat onlangs is afgeschoten omdat het te weinig kijkers zou trekken, terwijl Podium Witteman bijvoorbeeld wel kan blijven bestaan. Ik snap dat niet. Toneel wordt gebagatelliseerd in Hilversum.”

“Mijn favoriete schrijver in mijn jonge jaren was Jean Genet en eigenlijk is hij dat nog steeds. Hij wist teksten te schrijven die nog niemand anders had geschreven. En zijn stukken zijn nog steeds urgent. Een mooi voorbeeld daarvan is Les Nègres. Alleen het vertalen van de titel is in deze tijd al een onmogelijke taak. Bij het uitspreken ervan krijg je bij wijze van spreken al een klap op je harses. Het is in de jaren vijftig geschreven en ik heb het in de jaren zestig geregisseerd – het was mijn debuut als regisseur. Het stuk is vanuit de zwarte mens geschreven en geeft weer tegen welke problemen zij oplopen. Gezien de huidige discussies rondom diversiteit en over mensen met een andere afkomst zou dit stuk opgevoerd moeten worden. Het zou een schokgolf teweegbrengen. Hoe bestaat het dat we toen zo racistisch dachten en eigenlijk nog steeds zo denken? Ik verwacht wel dat het binnenkort ergens op een affiche verschijnt. Ik hoop het in ieder geval.”

 

Wende Snijders over Nick Cave, Jacques Henri Lartigue en Antjie Krog

Zangeres Wende Snijders (35) over haar culturele smaak.

Verschenen in het zomernummer van HP/De Tijd 2014.

MUZIEK
“Wat ik op dit moment in mijn speellijst heb staan, vraag je? Even kijken. Nick Cave. Zijn album Push the sky away kan ik heel vaak achter elkaar luisteren. Dan komt Frank Ocean, dat is wat meer R&B-achtig, en Ray Lamontagne, dat neigt dan weer meer naar folk. Dat geldt trouwens ook voor de volgende in de lijst, de muzikale zusjes van CocoRosie. Oh, en dan komt Vampire Weekend, van die heerlijk vage Indie-rock, gevolgd door Tom Waits, dan dat nieuwe album van Blur-frontman Damon Albarn, Lykke Li, DJ Harvey, dingetjes van de gasten waarmee ik mijn album Last Resistance heb geproduceerd… En dan moderne klassieke muziek. Satie. Prokovjev. Andriessen. Mijn muzieksmaak gaat echt alle kanten op, maar toch: alle muziek is me even lief. Bij elke gemoedstoestand past weer een andere artiest. Dat cumulatieve, die constante afwisseling van muziekstijlen, vind ik dan ook fijn.”
“Stromae vind ik als artiest ontzettend interessant. Wat ik zo bijzonder aan hem vind, is hoe hij het visuele aspect van zijn show ten volste benut. Daar zit zijn kracht. Volgens mij snapt hij exact hoe de tijd zich beweegt en hoe de mensen tegenwoordig muziek willen beleven. Hij kan zijn boodschap als geen ander naar een mainstream publiek communiceren. Ik ben heel benieuwd hoe hij zich de komende jaren gaat ontwikkelen. Nick Cave vind ik ook zo goed. Zijn songteksten zijn pure literatuur. Natuurlijk is het leuk dat zo’n jongen als DJ Martin Garrix door het hebben van één hitje ineens ontzettend beroemd is, maar met muzikanten is het volgens mij zo dat ze, net als rode wijn, wat tijd moeten hebben om op smaak te komen. Nick Cave draait al ruim dertig jaar mee en blijft zichzelf constant uitdagen – en dat proef je in zijn muziek.”
“Atoms for Peace is ook supergaaf. Ze maken hele experimentele rock met echt een superformatie: onder andere Thom Yorke, de frontman van Radiohead, en Flea van The Red Hot Chili Peppers. En naast waanzinnig mooie muziek maken ze ook waanzinnig mooie clips. In Nederland vind ik De Staat helemaal te gek. Wat ik waardeer is, en dat is wat ik bij alle kunstenaars heb,  dat ze een eigen signatuur hebben. Ze hebben iets eigenzinnigs. Dat geldt ook voor Colin Benders, Kyteman. Ik ben heel benieuwd wat hij teweeg wil brengen met zijn artistieke broedplaats Kytopia. En waar ik ook wel heel nieuwsgierig naar ben, is de nieuwe lichting muzikanten. Wie zijn toch al die jongens en meisjes die de komende jaren op zullen gaan staan en de kar gaan trekken?”

THEATER
“Theater is mijn leven. Er is dan zoveel wat ik wil zien de komende maanden… Ik ben bijvoorbeeld heel benieuwd naar de opera Homebody.  Of ja, opera, het is een mix van allerlei disciplines. Ten eerste is er de opera. Het verhaal is gebaseerd op het toneelstuk van Tony Kushner, die ook Angels in America en de film Lincoln schreef. Regisseur Malcolm Rock schreef het libretto. Kyteman heeft de compositie gemaakt. En Monic Hendrix is gastactrice. En Het Nationale Ballet danst er in mee… Homebody wordt gemaakt door een team dat artistiek zo goed is, dat ik denk: daar moet iedereen naar toe. Vanaf september staan ze in de theaters. Gaat dat zien. Verder wil ik Hamlet vs. Hamlet van Toneelgroep Amsterdam snel eens gaan zien. Deze voorstelling is nog tot en met begin oktober te zien in de Stadsschouwburg in Amsterdam. Ik ben vooral heel benieuwd hoe Tom Lanoye dat oeroude toneelstuk heeft hertaald naar iets van deze tijd.”
“Onlangs ging ik kijken naar de opera Laika. Een geweldige theatervorm trouwens, opera. De muziek die door Martijn Padding is gecomponeerd, het libretto dat door P.F. Thomése is geschreven, de vormgeving en natuurlijk het geweldige spel van de acteurs – al die disciplines kwamen samen en vielen in elkaar. Gesamtkunst. Soms heb ik er wel moeite mee dat alles gezongen wordt, maar goed, dat is nu eenmaal zo bij opera.  Dans vind ik ook heel mooi. Ergens in oktober van dit jaar wordt de door de meesterlijke choreograaf Mats Ek hertaalde versie van Sleeping Beauty door het Nederlands Dans Theater opgevoerd. Dat moet ik zien.”
“Weet je wat ik jammer vind? Dat Jeroen Willems er niet meer is. En dat Maarten van Roozendaal er niet meer is. Ik had graag gezien wat die nog in de theaters zouden hebben gedaan. Gelukkig staat er ook veel nieuw jong talent op. Neem iemand als Benjamin Moen. Een heel getalenteerde acteur. Zo grappig en zo geraffineerd in zijn spel en humor… Reinout Scholten van Aschat vind ik ook een groot talent. Hoe hij Willem Holleeder speelt in De Heineken Ontvoering en hoe hij Johan Cruijff speelt in de televisieserie over diens leven – ik geloof gewoon dat hij die personages is. En theatermaakster Marjolijn van Heemstra wil ik ook nog even noemen. Ze is intelligent, ze heeft een eigen signatuur en geeft het publiek inzicht over hoe zij over de wereld denkt.”

FILM
“Een poosje geleden was iedereen lyrisch over Breaking Bad, dus ging ik dat ook maar eens kijken. Vijf afleveringen heb ik gezien, toen was ik er klaar mee. Toen wist ik het wel. Mensen zeggen dan dat ik door moet blijven kijken omdat ik series anders nooit leuk ga vinden. Vijf seizoen door blijven kijken? Dude, daar heb ik helemaal geen zin in. Ik kijk liever naar een film, daar kan ik wel geduld voor opbrengen. Van Michael Häneke heb ik echt alles wel gezien. En van Lars von Trier ook. Ik merk dat ik Italiaanse films wel kan waarderen. Federico Fellini heeft echt prachtige films gemaakt: Amarcord was vroeger mijn lievelingsfilm. La Grande Bellezza van Paolo Sorrentino heb ik ook gezien. Maar Il Divo, een film van dezelfde regisseur en met dezelfde hoofdrolspeler als La Grande Bellezza, is ook echt heel gaaf hoor. Dat gaat een beetje over de Italiaanse politiek. Over Berlusconi ook. De kracht van Italiaanse films is, denk ik, dat fantasie en realiteit zo in elkaar overlopen. En de katholieke dramatiek. De mensen zijn allemaal zo dramatisch. Dat geeft zo’n film wel sjeu.”
“Wat echt de aller- allermooiste film is die ik de laatste maanden heb gezien is La Vie d’Adèle. Daar heb ik echt een week over nagedacht, zo’n impact had die film op mij. La Vie d’Adèle vertelt het verhaal van de jonge Adèle die denkt dat ze op jongens valt, maar opeens verliefd wordt op de blauwharige Emma. Het acteerwerk, het verhaal, en hoe dat verhaal vertelt wordt – dat komt zo hard binnen. Wat ik ook een toffe film vind is The Grand Budapest Hotel van Wes Anderson. Alles aan deze film is gestileerd, en juist dat maakt het zo goed. En Her, die film waarin een man verliefd wordt op een computer, vind ik ook heel bijzonder. Alleen die gedachte al, dat je als mens in de toekomst misschien verliefd kunt worden op een stukje techniek, vind ik heel interessant. De Dallas Buyers Club is ook wel heel cool gedaan. En die film van die hele jonge filmmaker, J’ai tué ma mère van Xavier Dolan. Een prachtige film over de relatie tussen een homoseksuele tienerjongen en zijn moeder.”

BEELDENDE KUNST
“Ik hou heel erg van fotografie. Fotograaf Jimmy Nelson vind ik heel goed, Sebastião Salgado en Joost Vandebrug ook. En wie ik ook heel tof vind is de Japanse fotograaf Daido Moriyama. Hij loopt dagelijks door de stad en maakt dan random snapshots, maar wel superwonderschoon. Wat deze fotografen met elkaar gemeen hebben? Ik denk dat ze allemaal een soort esthetische rauwheid in hun werk hebben. En dat bevalt me. De portretten van Richard Avedon vind ik bijvoorbeeld veel te gestileerd, die zijn mij niet rauw genoeg of zo. Ik kan het niet goed uitleggen. Er moet gewoon een soort randje aan zitten, snap je?”
“Misschien wel de mooiste tentoonstelling die ik ooit heb gezien was de overzichtstentoonstelling van fotograaf Jacques Henri Lartigue, in het Centre Pompidou in Parijs – ik denk dat ik die inmiddels een jaar of tien geleden heb gezien. Toen ik dat had gezien begreep ik ineens het belang van een goede curator. Alles klopte namelijk aan die expositie. De opbouw, de keuze van de foto’s, de informatie die werd gegeven… Lartigue was een Franse fotograaf die zijn hele leven consequent gefotografeerd heeft. Vanaf 1910 ongeveer, toen hij een jaar of veertien was, tot aan zijn dood in 1986. Die tentoonstelling in Parijs was onderverdeeld in telkens tien jaar van zijn leven. Je zag daardoor niet alleen zijn ontwikkeling als fotograaf, maar ook de ontwikkeling van de tijd. Toen ik eenmaal weer buiten stond was ik echt ontroerd: nooit eerder had ik ‘de tijd’ zo sterk gevoeld.  En nooit eerder had ik zo duidelijk gezien wat je allemaal in een leven kan doen.”
“Ik hou van kunstenaars die een eigen signatuur hebben. Francis Bacon, Michaël Borremans, Marlene Dumas. Van laatstgenoemde ga ik zeker naar de overzichtstentoonstelling kijken die vanaf september in het Stedelijk in Amsterdam te zien is, daar verheug ik me nu al een beetje op. En ik wil binnenkort ook naar het Martin-Gropius-Bau in Berlijn waar de internationale tentoonstelling over David Bowie te zien is. Natuurlijk kan ik ook wachten tot-ie december volgend jaar in het Groninger Museum te zien is, maar dan bekijk ik ‘m toch liever daar. Het Museum for Modern Art in New York: heerlijk. Maar aan de andere kant vind ik het veel kleinere Whitney Museum of Modern Art, allebei gelegen rond Central Park, ook heel lekker. Lekker overzichtelijk vooral. Daar heb je niet het idee dat je er een week rond moet lopen om alles te hebben gezien.”

BOEKEN
“Ik was een tijd geleden in Thailand en sprak daar met een kunsthistoricus. Ik vroeg hem: ‘Als ik iets van kunst wil begrijpen, welk boek moet ik dan lezen?’ Hij antwoordde: ‘Lees Gun, Germs and Steel van Jared Diamond.’ En daar lees ik nu dus in. Het is een prachtig, historisch boek dat vertelt hoe de mens zich in ruim 13.000 jaar tijd over de wereld heeft verspreid. Hoe de mens vanuit Afrika naar Europa en Azië is getrokken bijvoorbeeld, en hoe de cultuur van de verschillende volkeren zich in de periode daarna, beïnvloed door de plaats waar ze zich vestigden, heeft ontwikkeld. De hedendaagse politiek, kunst en economie: alles heeft zijn wortels liggen in de cultuur en de rituelen uit dat verre verleden. Ook de kunst die ik maak. En daarom vind ik dat antwoord van de kunsthistoricus in Thailand ook zo mooi. Hij had ook kunnen zeggen: lees The Story of Art van E.H. Gombrich. Maar dat deed hij niet. In plaats van mij een wegwijzer te geven in de kunst, gaf hij mij een wegwijzer in de mens.”
“Naast Gun, Germs and Steel lees ik momenteel La Superba van Ilja Leonard Pfeijffer. Ik las het van de week op een overvol terras en moest hardop lachen om die passage dat de hoofdpersoon seks heeft met een geamputeerd vrouwenbeen. Hij beschrijft dat echt heel hilarisch. En ook zijn geestige en scherpe observaties over Italië, over de toeristen en over zichzelf – want hij ontziet ook zichzelf niet –  vind ik heel mooi opgeschreven. Ja, wat slingert er hier nog meer rond? Een boek over mindfulness van een of andere Tibetaanse monnik waar ik al even in heb gebladerd en… o ja! De Gewichtslozen van Valeria Luiselli. Daar ben ik net in begonnen en gaat geloof ik over een vrouw die vertelt over haar leven zoals het nu is, met een gezin en zo, maar dat wordt doorvlochten met verhalen over haar leven toen ze student was. Het is een beetje een Pinteriaanse manier van vertellen: het is geen chronologisch verhaal, maar het verhaal ontvouwt zich bijna achterstevoren. Er gebeurt iets, en gaandeweg het boek kom je te weten waarom dat is gebeurd.”
“Als ik van iemand fan ben, dan is dat van de Afrikaanse dichteres Antjie Krog. Kleur komt nooit alleen is mijn lievelingsdichtbundel. Haar gedichten zijn een combinatie van heel aards, heel intelligent, maar tegelijkertijd ook heel vrouwelijk en heel emotioneel. Zoals Marlène Dumas schildert, zo dicht Antjie Krog. Ze heeft trouwens ook gedichten gemaakt op de schilderijen van Dumas, dus ik durf deze vergelijking te maken. P.F. Thomése vind ik een goede schrijver. Nicole Krauss ook: The History of Love is echt prachtig. En dat boek over Berlijn van Cees Nooteboom. Oh, die is echt heel goed! Zijn stijl van schrijven, zijn manier van denken, zijn observaties…  Sommige mensen zijn echt schrijvers. Cees Nooteboom is echt een schrijver. Hij kan me echt alles wijsmaken. Alles wat hij opschrijft geloof ik. En dat is bloedlink, eigenlijk. Ik heb ooit eens een boek gelezen over hoe Rusland aan geschiedvervalsing heeft gedaan. Grenzen anders tekenen terwijl ze dat land nog helemaal niet veroverd hadden, dat soort dingen. Stel dat Cees Nooteboom een kwaadaardig persoon zou zijn, dan zou hij me allerlei leugens wijs kunnen maken!”