In het kerstnummer van HP/De Tijd (nummer 10, 2013) was er aandacht voor vijf talenten die dat jaar boven zijn komen drijven. Geïnterviewd zijn: Jacco Gardner, Simone van Saarloos, Erik Scherder, Pieter Derks en Bauke Mollema.
Simone van Saarloos
Filosofe, columniste en schrijfster Simone van Saarloos (23) behoort tot de nieuwste generatie opiniemakers. Ze schreef begin dit jaar voor Vrij Nederland een pleidooi: ‘Het nieuwe feminisme van Simone vanSaarloos’, waarin ze bepleitte dat niet het lichaam of het geslacht je identiteit bepaalt, maar de verhalen en gedragen die we aan dat lichaam toekennen wel. Verder schrijft ze sinds kort drie maal per week een column in nrc.next en werkt ze aan haar debuutroman.
Hoogtepunt van 2013?
“Deze zomer ben ik drie maanden in New York geweest om te werken aan mijn eerste roman. Ik heb daar ontzettend veel geleerd. Bijvoorbeeld dat het fantastisch is om je eigen universum te creëren. En waar ik ook achter ben gekomen is dat dat universum zichzelf ontwikkeld. Natuurlijk bedenk ik het verhaal zelf, maar ik hoef er niets voor te doen. Het gaat vanzelf. Sinds ik weer in Nederland en is net of ik met een imaginair hondje aan de lijn loop dat door niemand wordt gezien, behalve door mij. Dat is aan de ene kant wel prettig, maar aan de andere kant ook wel eng. Misschien vinden ze het hondje wel heel lelijk als ze ‘m te zien krijgen, en blijkt dat de wolfshond eigenlijk een trillende chiuaua is.”
Dieptepunt van 2013?
“Verlies speelde dit jaar een belangrijke rol. Ik verloor mijn oma, die was oud. Ik verloor de broer van een goede vriendin en een kennis, schrijver Thomas Blondeau. Die waren jong. Dat is heel erg, voor dat soort verliezen kies je natuurlijk niet. Maar voor andere verliezen koos ik weer wel: ik beëindigde mijn relatie en stapte over van de Volkskrant, daar waar ik ooit begon met schrijven, naar NRC. De dood van de twee jonge jongens heeft daar deels een rol in gespeeld: ik voelde me opgejaagd, hoe gek dat ook klinkt. Tegelijkertijd gaf het me levenskracht, zo van: neem die beslissing, nu! En ik heb van beide beslissingen totaal geen spijt.”
Waar sta je over tien jaar?
“Ik doe nu dingen, bijvoorbeeld het schrijven van de column en het schrijven van mijn eerste boek, waarvan ik dacht dat ik ze pas over tien jaar zou doen. Omdat de tijd je toch wel verrast, ben ik niet met de toekomst bezig. I never think of the future. It comes soon enough. Het is, denk ik, heel goed om je toekomstdoelen níet te verwoorden, zodat je geen voldoening haalt uit de formulering van die doelen maar enkel uit de realisatie ervan. Het is veel belangrijker om achteraf te weten wat je hebt gedaan dan vooraf te voorspellen wat je gaat doen.”
