Jeroen Krabbé over Pablo Picasso, Lady Di en Dirk Hannema

Jeroen Krabbé (1944) werkt deze hele zomer aan de televisieserie Krabbé zoekt Picasso. Ook is er in het Nationaal Holocaust Museum in Amsterdam een expositie te zien van schilderijen die hij maakte van zijn in Sobibor omgebrachte grootvader. Wat kijkt, ziet en luistert acteur, regisseur en kunstschilder Jeroen Krabbé?

HP/De Tijd 07/08 – 2016. Het gehele interview leest u hier.

Picasso
“Wat ik op dit moment lees? Kijk eens om je heen. Allemaal boeken over Picasso. Begin juli beginnen we met de opnames van Krabbé zoekt Picasso. Al vanaf begin oktober ben ik met de voorbereidingen bezig. Ik weet niet hoeveel boeken ik inmiddels heb doorgespit en in speciale schriftjes heb samengevat, maar het zijn er tientallen. Picasso zei: ‘Als je mijn werk wilt begrijpen, moet je weten wat er op dat moment in mijn leven gebeurde.’ Zijn schilderijen zijn dagboeken. John Richardson doet in zijn driedelige biografieA Life of Picasso – het is helaas nog niet compleet, deel vier komt eraan – minutieus verslag van zijn leven. Zijn lange leven wordt bijna per dag beschreven. Eigenlijk zijn dat de beste boeken voor wie ín Picasso wil zien te komen. Ik heb ze letter voor letter gelezen. Ik kan nog geen tien procent van de kennis die ik de afgelopen maanden heb opgedaan gebruiken, maar ik moet het wel allemaal weten.

Blauw Bloed
“Of ik een guilty pleasure heb? Moet dat per se met muziek te maken hebben? Ik kijk altijd naar Blauw Bloed op zaterdagavond. Daar geniet ik echt van. Ik vind het zo niks dat ik het heerlijk vind. Vertel me welke schoenen de royals dragen, welke sieraden ze om hebben en welke jurken ze dragen. Ik vind het zó leuk om te weten. Laatst was er een special op over de negentigjarige Queen Elizabeth. Ik heb Lady Di vier keer ontmoet. Een keer op de set van James Bond, een keer op de première van The Fugitive, een keer tijdens een diner in een hotel in Londen en daarna nog een keer bij een lunch – maar waar die was, weet ik niet meer. Dat was zo’n aantrekkelijke vrouw. Ik heb ook echt gesprekken met haar gehad. Ruud Lubbers, die ook een huis in Dalfsen heeft, vertelde ik eens dat ik die week zou lunchen met Diana. Toen zei hij: ‘O, dan moet je haar de groeten doen.’ En dat deed ik. Ze zei: ‘He saved my day.’ Ze hadden blijkbaar eens een rondvaart gehad met Queen Elizabeth II en alle Europese leiders; veel saaier kun je je niet voorstellen voor zo’n jong meisje. En natuurlijk was Ruud de charmantste man aan boord en hebben ze het leuk met elkaar gehad. Met Charles heb ik gesprekken gehad over aquarelleren. Want ik wist dat hij dat deed en dat hij niet ontalentvol was.”

Museum De Fundatie
“Het beste museum van Nederland? Museum de Fundatie in Zwolle. Het briljante is dat Ralph Keuning (de directeur – red.) het museum eigenhandig van een magere 30.000 naar 360.000 bezoekers per jaar heeft getild – en dat zeg ik niet omdat hij een dierbare vriend is. Door in de breedte te programmeren en een visie te hebben van wat hij met het museum wilde, is het hem gelukt er een internationaal gewaardeerd museum van te maken. Ik ken de collectie al meer dan dertig jaar. Dat komt zo: de man van mijn moeder was een oud-studiegenoot van Dirk Hannema, de kunstverzamelaar uit Heino op wiens collectie het museum is gebouwd. Hij regelde ergens in de jaren tachtig een afspraak met Hannema zodat ik zijn collectie kon bekijken. Hannema was een heel rare man. Hij woonde op kasteel Het Nijenhuis bij Heino. Toen ik zijn torenkamer – waar hij vaak zat – binnenliep, riep hij: ‘Jeroen, zit!’ Ik schrok en ging meteen zitten. Maar Hannema bleek een hond te hebben die óók Jeroen heette en achter me liep. Wist ik veel. Toen Hannema overleed, heeft de hond het kasteel én de kunstcollectie geërfd. Bizar. Hij heeft er nog een tijdlang gewoond en werd verzorgd door de mensen die het kasteel onderhielden. Toen ook de hond overleed, is er lange tijd niets gedaan met de collectie, maar gelukkig heeft Ralph het in zijn klauwen genomen en de toekomst in geslingerd.”