Johnny de Mol: ‘Ik weet niet of het medium televisie over tien jaar nog bestaat’

Het leven van Johnny de Mol (40) is de afgelopen jaren drastisch veranderd. Hij verliet de stad, trouwde met zijn grote liefde en werd vader van een zoon. In de voorstelling Hier is De Mol vertelt hij over dit kantelpunt in zijn leven. Playboy spreekt hem onder meer over zijn rock-‘n’-roll-verleden, de band met zijn vader en zijn avontuur met een shemale in Thailand.

Dit is slechts een deel van het interview. Lees het gehele stuk hier of in het augustusnummer van Playboy. (2019)

Q1. Je gaat vanaf september de theaters in met Hier is De Mol. Waarom wil je op een podium over je leven te vertellen?
Het is veel breder dan dat. Ik vertel inderdaad over mijn eigen leven, maar ook over mijn werkzaamheden voor Het Vergeten Kind en Stichting Movement on the Ground op Lesbos. Ik deed daar al best veel lezingen over en deze voorstelling is daar een uitvergroting van. De voorstelling is eigenlijk een pleidooi voor wat meer medemenselijkheid, zonder daarbij een belerende toon aan te slaan, want daar heb ik zelf ook een hekel aan. Alles gebeurt met een gezonde dosis humor en zelfspot. Na afloop van zo’n lezing hoorde ik vaak dat ik mensen aan het denken had gezet over de onverschilligheid waarmee ze bijvoorbeeld naar de vluchtelingenproblematiek keken. Daardoor kreeg ik het idee om een voorstelling te maken waarin ik nog meer tijd heb om bepaalde dingen uit te leggen, aangekleed met een waanzinnig vette band onder leiding van mijn neefje Julian Vahle en wat verhalen uit mijn rock-‘n’-roll-verleden, waarvan ik me trouwens nog steeds afvraag of ik ze wel moet vertellen.

Q2. Wat is het meest beschamende verhaal dat je in de voorstelling vertelt?
Het verhaal over mijn trip naar Thailand met Ben Saunders voor Waar is De Mol?  Voor de eerste draaidag gingen we nog even op stap met z’n tweeën en het enige wat ik me daarvan herinner is dat ik de volgende ochtend wakker werd en er iets in mijn rug prikte. Ik dacht dat het Ben’s ochtendlul was, maar het was Ben niet. Het was een dame. Bij dat verhaal hoort ook een tattoo en een verkeerd gezette tepelpiercing en nog wel meer dan dat. The Hangover is niets vergeleken bij wat wij hebben meegemaakt.

Q4. Je leven is de afgelopen jaren drastisch veranderd: je bent getrouwd, vader geworden en hebt Amsterdam verruild voor ‘t Gooi. Wat is voor jou persoonlijk de grootste verandering?
Lacht: Het is inderdaad wel een beetje game over met mijn vorige leven, dat is ook de jammerlijke conclusie van de voorstelling. Nee, als je het zo opsomt klinkt het heel drastisch, maar het is heel geleidelijk gegaan. De grootste verandering is natuurlijk dat ik voorheen uit mijn grachtenpand uit het raam liep te turen welk café nog open was, terwijl ik nu met mijn bonusdochter Kiki en haar vogelboek uit het raam zit te turen welk vogeltje er voorbij fladdert. Dat zijn wel twee uitersten. Ik ben ook wel klaar met dat vorige leven. Ik heb toen alles uit het leven gehaald wat erin zat, misschien nog wel meer, ik heb alles gedaan wat god verboden heeft, misschien zelfs nog wel wat dingetjes bij verzonnen… Nee, dat is helemaal goed. Daar kan ik tot in de lengte van dagen met een glimlach op mijn lippen aan terugdenken.

Q7. Ben je een betere vader dan je eigen vader?
Nou, mijn ouders (Willeke Alberti en John de Mol, red.) zijn uit elkaar gegaan toen ik één was. Het ergste wat een vader dan kan overkomen is dat je ex verliefd wordt op een ander (Søren Lerby, red.) en dan naar het buitenland verhuisd. Dat is gebeurd. Dus die vergelijking gaat niet helemaal op, maar hij is in ieder geval een fantastische opa. Ik ben pas op mijn zestiende bij mijn vader gaan wonen, iets wat ik ook uitvoerig behandel in het stuk. Hij is nu in ieder geval de allerbeste vader die ik me kan wensen en dan heb ik het puur over de relationele band.

Q19. Presenteer je over tien jaar nog programma’s op televisie?
Dat denk ik niet, maar dat komt ook omdat het telvisielandschap heel snel aan het veranderen is. Ik weet niet of het medium televisie over tien jaar nog bestaat. Ik zou wel verder willen gaan in het coachen van jongen mensen. Mensen in hun kracht zetten is een van de mooiste dingen die er zijn. Daar kunnen geen kijkcijfers tegenop. Een programma als Down met Johnny kan ik ook niet eeuwig blijven maken. Als iemand dat een keer van me over zou willen nemen, zou ik het heel leuk vinden om die persoon daarbij te helpen.

Q20. Zou je te zijner tijd je vader op willen volgen binnen Talpa?
Nee. Ik ben daar zakelijk niet sterk genoeg voor en ik zou daar ook geen zin in hebben. Elke dag naar kantoor en elke dag vergaderen… Dat lijkt me niet echt iets voor mij.

Rutger Hauer (1944 – 2019) over het gedicht dat hem ontroerde

Thuiskomst van de kinderen

M. VASALIS (1909 – 1998)

RUTGER HAUER

Gepubliceerd in bundel Gedichten die mannen aan het huilen maken. (2015)

Veel van de poëzie die ik lees, lees ik omdat mijn moeder het ook las. Vasalis was een van haar geliefde dichteressen. Ik bewonder haar en haar gedicht ‘Thuiskomst van de kinderen’ omdat het een onbeschrijfelijke warmte – die tussen een moeder en kind – zo prachtig omhelst in taal.

Thuiskomst van de kinderen

Als grote bloemen komen zij uit ‘t blauwe duister.
Onder de frisheid van de avondlucht
waarmee hun haren en hun wangen
licht zijn omhangen,
zijn zij zo warm. Gevangen
door ‘t sterke klemmen van hun zachte armen,
zie ik de volle schaduwloze liefde,
die op de bodem van hun diep-doorzichtige ogen leeft.
Nog onvermengd met menselijk erbarmen,
dat later komt – en redenen en grenzen heeft.

Hauer in het kort
Rutger Hauer (1944) is een van de bekendste acteurs van ons land. In 1969 verwierf hij landelijke bekendheid met zijn hoofdrol in de televisieserie Floris. In de jaren zeventig volgden hoofdrollen in Turks Fruit, Keetje Tippel en Soldaat van Oranje. In 1981 brak Hauer (‘Blond, blue eyes’) in de Verenigde Staten door met zijn rol in Nighthawks. Later volgden belangrijke rollen in filmklassiekers als Blade Runner, The Hitcher en Buffy The Vampire Slayer. Voor zijn rol in Escape from Sobibor won hij in 1988 – vooralsnog als enige Nederlander – een Golden Globe. Zijn carrière in Hollywood kreeg in 2003 opnieuw een impuls toen hij een rol kreeg aangeboden in Confessions of a Dangerous Mind, het regiedebuut van George Clooney. Rollen in kaskrakers als Batman Begins en Sin City werden aan zijn toch al imposante oeuvre toegevoegd. Voor het eerst sinds de jaren tachtig maakte Hauer ook weer zijn opwachting in Nederlandse filmproducties, waaronder Black Butterflies, De Heineken Ontvoering en Michiel de Ruyter. In 2013 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Frank Lammers: ‘Er wordt weinig gemaakt wat kloten heeft’

Frank Lammers (47) regisseert de rockopera Jumping Jack. Playboy spreekt de gezellige acteur over motorrijden, de nieuwe Netflix-serie Undercover en het filmklimaat in Nederland. ‘Er wordt weinig gemaakt wat kloten heeft.’

Interview uit met meinummer (2019) van Playboy. Lees het gehele interview hier.

Q1. Je regisseert de rockopera Jumping Jack over motorcoureur Jack Middelburg. Waarom precies over hem, niemand kent hem toch meer?
Nederland is best wel een motorsportland. Kijk naar iemand als Max Verstappen, wat hij allemaal losmaakt in het land. Kijk naar de Zwarte Cross – niet voor niets het grootste festival van Nederland. Kijk naar de TT in Assen, een van de grootste sportspektakels van het land, waar jaarlijks meer dan 100.000 mensen op afkomen. Toch hebben we al heel lang geen grote motorraces meer. De laatste drie grote motorcoureurs die we hebben gehad zijn Jack Middelburg, Boet van Dulmen en Wil Hartog. Jack Middelburg was in 1980 de laatste Nederlandse winnaar van de TT in Assen. Hij is dus met recht een legende. Daarnaast is het een charismatische man met een flamboyante levenswandel die zo ongeveer elk botje in zijn lijf weleens gebroken heeft en die – en daar verklap ik niets mee – niet heel fijn aan zijn eind is gekomen.

Q4. Je speelt een gezellige huisvader in de reclames voor de Jumbo, maar ook ’s werelds grootste xtc-handelaar in de nieuwe Netflix-serie Undercover. Zijn die rollen te combineren?
Ik heb daar van beide kanten nooit problemen mee gehad. Ik heb me altijd al in verschillende werelden bewogen. Ik vloog van het alternatieve toneelclubje op de middelbare school naar de lompheid van het voetbal en het elitaire van de tennis. Ik zat overal tussenin, maar was wel overal mezelf. Dat is namelijk wat ik goed kan: mezelf zijn.

Q9. Wat vind je van het huidige filmklimaat in ons land?
Er wordt weinig gemaakt wat kloten heeft, vind ik. Romantische komedies doen het commercieel goed, maar dat vind ik afschuwelijke films. Daarom werk ik graag in België. Daar worden nog films met een randje gemaakt. Neem een film als Rundskop. Had een Oscarnominatie. Zou in Nederland nooit gemaakt kunnen worden. Te zwart, te moeilijk, te heftig. Nederland houdt van makkelijk. Wij hebben Frans Bauer, zij hebben deus. Een van de beste dingen die ik ooit heb gemaakt is De Enclave, een serie over Srebrenica. Daar keken op primetime 15.000 mensen naar. Dat is minder dan niks. Het is een bekroonde serie, aan de kwaliteit lag het dus niet, maar mensen weigerden gewoon om ernaar te kijken. Ze wilden niet geconfronteerd worden met de ellende uit ons recente verleden.

Q10. Klopt het dat je ontdekt bent door Hollywood?
Ha, nou ja, ik loop daar sinds kort af en toe rond. Ik heb daar vorig jaar een film gemaakt, D-railed. Die gaat over een trein die onder water verdwijnt en dan komt er een monster en dat eet iedereen op. Hij is hier nog niet uit, maar hij draait al wel op verschillende filmfestivals. Er komt waarschijnlijk een nieuwe film aan, maar dat weet ik nog niet zeker. We’ll see what happens. Ik hoef ook niet zo nodig een carrière in Hollywood. Ik wil er best af en toe naartoe om een film te draaien, maar ik ga daar niet wonen. Amerikanen zijn wel leuke mensen om mee te werken. Ze zijn – zo is me opgevallen – heel erg complimenteus. Ik werkte samen met crewleden die ook samenwerken met Steven Spielberg. Ze kwamen naar me toe en zeiden: ‘I work with a lot of A-listers man, but you fucking knocked the ball out of the park.’ Dat is leuk om te horen. Als je iets goed doet, dan wordt dat ook benoemd. Hier zijn de mensen afgunstig. Wat dat betreft kunnen wij daar nog een hoop van leren.

Q16. Wat is het grootste nadeel van de roem?
Dat je overal wordt aangesproken. ‘Hé, Jumboooo!’ schreeuwen ze dan bijvoorbeeld. Ik kan daar zelf redelijk mee omgaan, maar mijn vrouw en dochter worden daar weleens gek van. Dat snap ik ook wel. Ik ga met carnaval ook niet meer naar Eindhoven. Dat gaat gewoon niet, dan word je helemaal gek. In die zin isoleert roem wel, al zou je denken dat juist het tegenovergestelde waar zou zijn.

Q17. Waarom wil je nooit vertellen hoeveel je verdient met de reclames voor Jumbo?
Omdat daarover praten alleen maar negativiteit oplevert. Ik schaam me nergens voor, ik denk ook dat ik krijg wat ik verdien, maar het roept alleen maar afgunst op. In Amerika krijg je complimenten als je op die manier je geld verdient als acteur, hier het tegenovergestelde.

Q18. Doe je weleens boodschappen bij de Albert Heijn? Nee.

 

Kim Holland over porno, monogamie en seks in een ministerskamer

Kim Holland wordt volgende maand vijftig. Playboy ging alvast op verjaardagsvisite bij de koningin van de polderporno. Ze mag dan een monogame relatie hebben en als actrice met pensioen zijn, haar sex drive blijft onverminderd. ‘Mijn streven is nog steeds om drie keer per dag sex te hebben.

Meer lezen over Kim Holland over porno, monogamie en seks in een ministerskamer

Annet Malherbe over haar museumfobie

Annet Malherbe (61) speelt in de voorstelling InVrede. Als tv-actrice werd ze bekend door onder meer Jiskefet en Gooische Vrouwen. Wat leest, luistert en ziet zij zoal in haar vrije tijd?

Verschenen in het aprilnummer van HP/De Tijd. (2019)
Lees het gehele interview hier.

Boeken
“Ik heb al een jaar een reader’s block. Ik heb wel een aantal boeken op mijn nachttafel liggen, maar die worden altijd vrijwel meteen weer neergelegd. Laatst begon ik in Mijn zusje, de seriemoordenaar, het debuut van de Nigeriaanse schrijfster Oyinkan Braithwaite. Het schijnt een goed boek te zijn, alleen ben ik niet verder gekomen dan de eerste drie bladzijden, die ik ook alweer vergeten ben. Ik zeg het je: het is echt een aandoening. Ik word wel graag voorgelezen. Mijn man (kunstenaar en regisseur Alex van Warmerdam – red.) leest mij nu voor het slapengaan voor uit Een huis vol – een geschiedenis van het dagelijks leven van Bill Bryson. Hij las gisteren bijvoorbeeld voor dat het helemaal niet vanzelfsprekend was dat mensen zich vroeger wasten. Ook vooraanstaande mensen wasten zich niet. Hij vertelde iets over een of andere koning die zich elfenhalf jaar niet had gewassen, maar ook zijn onderhemd niet had verwisseld of verschoond. Toen het uit moest, omdat er waarschijnlijk niet veel meer van over was, bleek dat hemd helemaal in zijn huid gegroeid te zijn. Hele repen vel werden meegetrokken. Ik ben dus echt dol op dat soort verhalen. Het kan mij niet goor genoeg.”

Beeldende kunst
“Ik heb een soort museumfobie. Ik vind het heel moeilijk om in een museum te zijn, omdat er gewoon te veel is om te zien. Een poos geleden waren we in het Prado in Madrid. Alex stond erop dat ik Las Meninas (de hofdames) zag van Velázquez. Ik heb in de enorme museumhal op een bankje gewacht terwijl hij het schilderij ging zoeken. Als acteur is het fantastisch om daar te zitten. Je ziet allemaal kleine dingen – bijvoorbeeld hoe iemand loopt of hoe iemand zijn jas uittrekt – die je later weer kunt gebruiken voor een rol. Na een tijdje kwam hij me halen en heeft hij me linea recta naar dat schilderij geleid. Het is inderdaad een prachtig schilderij. Ik heb het goed op me in laten werken en daarna zijn we weer vertrokken. Het Guggenheim in New York vind ik wel een prettig museum, omdat je in een krul omhooggaat. Je loopt niet van zaal naar zaal; je ziet waar je naartoe gaat. Je hebt ook maar één wand met schilderijen. De andere wand is open. Heel overzichtelijk.”

Theater
“Je vraagt wat ik vind van de #Metoobeschuldigingen aan het adres van Job Gosschalk en Ruut Weissman. Natuurlijk vind ik iedere ongewenste seksuele avance verwerpelijk. Ik weet dat er uiteindelijk maar één aanklacht is geweest tegen Job Gosschalk. Ruut Weissman is een ander verhaal. Een docent kan geen seksuele relatie hebben met een leerling. Dan is er altijd sprake van een machtsverhouding. Natuurlijk kan een docent verliefd worden op een leerling, dat mag van mij best, maar dan moet je wel stoppen met lesgegeven. Ik vind het trouwens verbazingwekkend hoe weinig aanklachten er zijn geweest in Nederland. Ik ken acteurs van wie ik in die periode dacht: jij zult wel zenuwachtig worden, maar ze zijn ermee weggekomen. Er zijn trouwens nog steeds mannen die hun handjes niet thuis kunnen houden. Ook nu nog worden er ongevraagd tongen naar binnen gestoken. De predatoren staan zichzelf vrijheden toe die nog steeds worden gedoogd. Even de hand langs de borst of tussen de benen. Jonge actrices durven daar misschien niet zo snel iets van te zeggen, omdat ze denken: heb ik dat wel goed gemerkt? Zolang mensen hun mond dichthouden, blijft dit doorgaan. Als ik nu getuige zou zijn, dan zou ik er ogenblikkelijk werk van maken. I don’t give a fuck. Zolang we er niets van zeggen, blijft dit doorgaan.”

Pierre Bokma: ‘Het toneel is aan het verdwijnen’

Pierre Bokma (63) staat in de theaters met De Verleiders – #niksteverbergen. Wat leest, luistert en ziet ’s lands meest gevierde acteur zoal?

(Uit: HP/De Tijd, februari 2019. Lees het gehele interview hier.)

THEATER
“Ik heb op mijn zestiende een aantal voorstellingen gezien waarvan ik dacht: dat kan ik beter. Ik zag in die tijd een stuk van Luigi Pirandello met Bob de Lange, Glazen speelgoed met Josée Ruiter en Cyrano de Bergerac met Ko van Dijk, Jeroen Krabbé en Guus Hermus. Ko van Dijk was een en al schmieren – daar geloofde je gewoon niets van. Dat vond ik een aanfluiting. Hermus was een openbaring. Bij bijna alle acteurs, en niet zelden ook bij mij, zie je de inspanning om het echt te laten lijken. Dan is het eigenlijk al niet goed. Hermus was anders. Als hij een emotie toonde, dan was het waar. Er zijn nu ook jonge talenten aan het werk die de hemel willen bestormen, maar omdat ik zo weinig heb gezien, kan ik alleen maar gissen wie dat zijn. En dat vind ik een beetje suf. Dan begeef ik me op minder dan één nacht ijs. Ik vind het wel jammer dat de toneelscholen de handen niet wat meer ineenslaan, zodat ze bij elkaar kunnen gaan kijken en elkaar scherp kunnen houden. Ik denk weleens dat dat de kwaliteit van het onderwijs ten goede zou komen.
“Iedereen met een leuke babbel gaat tegenwoordig voor een zaal staan. Je wordt er helemaal gek van. Lubach mag van mij best de theaters in, maar ik vind hem vermoedelijk op televisie honderd keer beter. Die mensen nemen ook de zuurstof weg voor de toneelcultuur. Het nieuwe theater gaat altijd over de waan van de dag, terwijl er in het verleden toch wel mensen zijn geweest die zich bekwaamd hadden in het schrijven van toneelstukken waar je het een en ander van kunt opsteken. Het toneel is aan het verdwijnen. Natuurlijk, de Stadsschouwburg in Amsterdam zit vaak vol, maar dat is slechts één gezelschap en die spelen dan ook nog eens in huis. Maar als je het land in gaat, zie je dat de zalen nauwelijks vol zitten. Toneel zal op een gegeven moment een niche worden. Toneelacteurs worden mensen die zich ook nog in een heleboel andere dingen hebben bekwaamd. Ze willen voor de gelegenheid heus nog weleens opdraven voor iets geks als een toneelstukje, maar het zal met een zekere bijsmaak worden gedaan. Wat ik zonde vind, maar het is niet anders.”

FILM
“Don’t Look Now van Nicolas Roeg heeft een enorme invloed op mij gehad. Door beeldvorming, door verhaalvertelling, door de verweving van het mystieke en het werkelijke. De openingsscène zal ik nooit vergeten. De film gaat over een mediamiek echtpaar, gespeeld door Donald Sutherland en Julie Christie. De man is restaurateur en werkt veel in Venetië. Hij woont met zijn gezin op een landgoed in Engeland. Op een dag zit hij thuis dia’s te bekijken. Zijn dochter, die vanwege het druilerige weer een rood jasje aan heeft, speelt in de tuin. Op een van die dia’s ziet hij opeens een rood figuurtje in een kerkbank zitten. Hij weet niet wat het is. Dan stoot hij een glas rode wijn om, waardoor de wijn over de dia stroomt en het rode figuurtje langzaam uitloopt. Als hij dat ziet, rent hij zonder na te denken naar buiten en springt in de vijver, waar hij zijn dochtertje levenloos uit het water haalt. Ik kan er wel meer over vertellen, maar je moet hem gewoon zien, ook omdat er de mooiste vrijscène ooit gefilmd in voorkomt. De films van Stanley Kubrick zijn ook bijna allemaal goed. Barry Lyndon is niet alleen goed door de brutaliteit van het verhaal en het prachtige spel, maar ook vanwege het onwaarschijnlijke licht in de eerste scène. Alleen maar kaarslicht. Kubrick heeft daar een aparte cameralens voor moeten laten maken. A Clockwork Orange is ook zo’n onwaarschijnlijk mooie film van hem. Van 2001: A Space Odyssey vind ik het begin vooral heel goed. Daarna vallen mij te veel inconsequenties op.
“Hoe het staat met Siegfried? (Bokma gaat de hoofdrol spelen in Frans Weisz’ verfilming van deze roman van Harry Mulisch – red.) Daar zijn we mee bezig, maar het hangt nog op financiering en beschikbaarheid. Beschikbaarheid kan ik begrijpen, maar de financiering vind ik altijd een probleem. Ik zou weleens willen weten wie de mensen zijn die bij die fondsen over de subsidies gaan. Ik zou weleens een gesprek met hen willen hebben om erachter te komen hoe ze daar terechtgekomen zijn en wat hun expertise is. Dat geldt ook voor de mensen die bij omroepen over dit soort zaken gaan. Dat zijn, heb ik de sterke indruk, veelal mensen die via allerlei onduidelijke wegen en niet gehinderd door specifieke kennis op dit gebied zijn doorgestroomd en van wie er maar erg weinig weten wat ze daar doen. Ik vind het onbestaanbaar dat die mensen, ondemocratisch gekozen, zo veel macht hebben. Vroeger was er een zekere mate van coulance. Er waren een aantal hoofdproducenten die de dienst uitmaakten, maar dat waren mensen uit het metier zelf, die hadden min of meer de goedkeuring van hun vakgenoten. Maar die zijn allemaal weggesaneerd door het achterlijke Halbe Zijlstra-beleid. Ik was helemaal niet tegen een herziening en een opschoning van dat beleid, maar wat hij heeft gedaan, ligt in het verlengde van zijn leugens.”

Leo Alkemade over champagne, horloges en lekker janken

Acteur en cabaretier Leo Alkemade (37) is gek op champagne, horloges en Kim van Kooten. Playboy spreekt hem naar aanleiding van een nieuw seizoen Foute Vrienden – misschien wel het laatste. ‘Ik denk dat heel lastig is om hierna nog een seizoen te maken met dit clubje.’

Interview in het augustusnummer van Playboy. (2018)

1. Deze zomer wordt Foute Vrienden herhaald, het razend populaire programma waarin drie komieken om de beurt een opdracht bedenken, die een vierde vervolgens uit moet voeren. Vanaf 4 september zijn nieuwe afleveringen te zien op RTL5. Zijn jullie onderhand niet te bekend geworden voor een nieuw seizoen?

Het wordt inderdaad steeds moeilijker. Deze week waren we aan het filmen in een fotostudio toen er iemand binnenkwam en zei: ‘Hé, jij bent toch die acteur?’ Ik beaamde dat, maar zei er tegelijk bij dat ik eigenlijk ben opgeleid als fotograaf en dat ik dit er af en toe nog bij doe omdat ik het heel gaaf vind om te doen. Dat geloven ze dan grappig genoeg ook meteen. Maar dat het een keer stopt… Ik denk dat het heel lastig is om hierna nog een seizoen te maken met dit clubje.

2. Je bent ook bekend van het sketch-programma Sluipschutters. Keert dat nog terug op televisie?

Ja. We zijn nu aan het schrijven, dus ik verwacht dat het september volgend jaar weer op televisie zal komen. We moeten vierhonderd grappige scènes bedenken voor zo’n seizoen, dus je kunt je voorstellen dat we daar wel even mee bezig zijn naast al onze andere werkzaamheden.

9. Je bent bevriend met Guus Meeuwis en schrijft ook teksten voor hem. Van welke liedjes heb jij de teksten geschreven?

Hmm, moet dat erin? Dat vind ik altijd zo pochen. Maar hij is een vriend, dat klopt, en we schrijven weleens wat samen. We hebben onder meer Tilburg geschreven, over onze liefde voor deze schitterende stad, en zijn nieuwe single Je moet het voelen. Ik doe dat echt voor de lol. We tennissen weleens samen en dan eten we daarna bij hem aan de keukentafel een paar boterhammen en dan schrijven we een liedje. De ene keer wordt dat dan de nieuwe single, maar veel vaker verdwijnt het gewoon in de prullenbak.

10. Van welk Nederlandstalig nummer zou je willen dat jij het had geschreven?

Er zijn zoveel verschrikkelijk mooie Nederlandstalige liedjes, maar als ik er een had willen schrijven, dan is dat Voor haar, gezongen door Frans Halsema, vertaald uit het Engels door Michel van der Plas. Mooier dan dat wordt het niet. Ik heb het daarom ook voor mijn vrouw gezongen op onze bruiloft.

11. Hield je het droog?

Ja. Ik kan onder druk altijd goed presteren. Ik heb ook op de crematie van mijn pa Zoon van Bram Vermeulen gezongen. Voordat hij stierf vroeg hij me of ik dat wilde doen. Ik zei: dat gaat me niet lukken, pa. Uiteindelijk heb ik het toch gedaan en is het me op een of andere manier toch gelukt om dat hartstikke straight te doen.

12. Je bent op je vijfentwintigste getrouwd met Margriet. Mis je niet dat je niet echt een losbandige periode hebt gehad?

Nee, want ik heb die behoefte nooit gehad. Ik was niet een jongen die elk weekend op stap ging, want dat kon ik niet zo goed. Ik vind het heel leuk om af en toe aan de bar van een café te hangen, maar in een club of een discotheek – bestaat dat trouwens nog? – heb ik helemaal niets te zoeken. Je kunt elkaar niet verstaan, je moet tof doen door tegen de muur aan te hangen en je ziek te drinken aan de Flügel… Niets voor mij. Ik was ook vroeg vader, maar dat vind ik achteraf een voordeel. Als ik straks vijftig ben zijn mijn vier kinderen het huis uit en ben ik nog fit genoeg om met ze op pad te gaan. Dan gaan we lekker bierdrinken in een discotheek bijvoorbeeld, dan vind ik het wel leuk, of we gaan liggend eten in een loungebar. Ik heb daar nu al zin in.

18. Je bent bezig met het script van je eerste film: Champagne. Leg eens uit?

Ik ga het verhaal van mij en mijn vader verfilmen. We hielden allebei van champagne – de liefde daarvoor heb ik van hem. Voordat hij stierf zouden we nog een keer naar de Champagne gaan. Hij bleek echter te ziek, dus toen ben ik zelf maar gegaan om een paar flessen te halen die we in die laatste weken hebben opgedronken. De film is het verhaal van hoe de reis had moeten zijn. Het is een roadmovie over een zoon en zijn zieke vader die nog een keer tot elkaar willen komen. Echt tot een gesprek leidt die trip niet. Ze komen erachter dat dat ook niet per se hoeft om elkaar beter te leren kennen. Het samen drinken van een mooi glas is evenveel waard als een diepgaand gesprek. Volgens mij is dat ook de relatie die ik had met mijn vader: ik weet wie hij was, hij wist wie ik was en we wisten wat we aan elkaar hadden gehad en dat was goed.

19. Ga je zelf de hoofdrol spelen?

Ja. Ik speel de zoon, die in de film trouwens anders gaat heten.

20. Is het lastig om als acteur je hoofd boven water te houden?

Het is natuurlijk een drukke vijver waarin ik vis. Er zijn zoveel knappe blonde acteurs in Nederland. (Lacht) Ik ben alleen niet iemand die bij de telefoon gaat zitten wachten tot ze hem iets aanbieden. Dat is ook waarom ik zelf een film ben gaan schrijven. Mijn passie ligt bij acteren. Al die panelshows waarvoor ik word gevraagd zijn leuk, maar het leidt af van wat ik werkelijk wil. Ik denk dat ik nog niet heb kunnen laten zien wat ik echt kan. Ik blijf toch een soort komedieacteur, terwijl ik denk dat komedieacteurs ook vaker voor serieuze rollen gecast moeten worden. Dat geeft zo’n rol een soort lichtheid die heel goed werkt. Kijk naar André van Duin in de serie over Hendrik Groen. Die man heeft zichzelf echt opnieuw uitgevonden. Het lijkt me leuk om ook wat vaker zo’n rol te spelen. Een keer een schurk spelen lijkt me ook wel wat.

Hans Croiset: ‘Het doet pijn hoe Rutte en consorten over cultuur spreken’

Acteur Hans Croiset (82) zit dit jaar 65 jaar in het vak. Vanaf 24 augustus speelt hij de dementerende André in de reprise van het toneelstuk De Vader – waarvoor hij vorig jaar de Louis d’Or kreeg uitgereikt. Wat leest, luistert en ziet hij zoal?

Uit het zomernummer van HP/De Tijd, 2018. Het gehele interview leest u hier.

BOEKEN

“Vondel is mijn favoriete dichter. Zijn taalgebruik is fenomenaal. Dat heb ik ook altijd gemerkt als ik een stuk van hem op de planken bracht. Het publiek heeft altijd tien minuten nodig om erin te komen, om even aan die oude taal te wennen, maar daarna worden ze door die prachtige teksten naar het toneel gezogen. Nadat ik daarmee was opgehouden, heeft niemand meer een stuk van hem gespeeld. En dat is kwalijk. Als je niet meer op de schouders van je voorgangers staat, dan zak je heel snel in het moeras. Dit jaar is het vierhonderd jaar geleden dat Bredero overleed en er is geen een toneelgezelschap dat Spaanschen Brabander op de planken brengt. Toneelgroep Amsterdam, Het Nationale Theater of het Ro Theater zouden die handschoen eigenlijk moeten oppakken. Desnoods doen ze dat gezamenlijk. Als er één stuk actueel is, dan is het dát, over vluchtelingen die zich in Amsterdam vestigen en de weerstand die dat bij de bevolking oproept.”

BEELDENDE KUNST

“Mijn favoriete kunstenaar is de vorig jaar overleden beeldhouwer Jannis Kounellis. Hij maakte werkelijk overweldigende beelden met aarde, teer en ijzer – dat soort materialen. Ik weet nog dat toenmalig minister Hedy d’Ancona een voorstel deed om een sculptuur van hem op het nieuwe plein bij de Tweede Kamer te plaatsen. De dames en heren die ons vertegenwoordigen hielden dat tegen. Niet omdat het beeld aanstootgevend was, maar omdat het te modern was. Dat is typisch Nederland. Cultuur wordt consequent tegen gehouden. Dat was in de Gouden Eeuw al zo, toen de dominees nog de macht hadden, en dat is nooit veranderd. De manier waarop Rutte en consorten over cultuur spreken doet gewoon pijn. Vorige week las ik dat de Duitse minister van Cultuur driehonderd miljoen extra heeft weten te regelen. Onze minister kan met moeite een noodverbandje van twintigduizend euro regelen en zelfs daar moet hij of zij zich dan al kapot voor vechten. Op dat gebied is Nederland een heel moeilijk land. De manier waarop cultuur wordt tegengewerkt is werkelijk stuitend.”

THEATER

“De laatste voorstelling die ik heb gezien is Oedipus van Toneelgroep Amsterdam, met een voortreffelijke Hans Kesting en Marieke Heebink. Ik zou kunnen discussiëren over de noodzaak van de bewerking van het stuk. Je kunt je afvragen of het nodig is om het verhaal naar het heden te trekken. Het origineel is namelijk zo waanzinnig spannend. Alfred Hitchcock zei al: een beter script is er nooit geschreven. Je weet voor aanvang al hoe het zit en toch denk je dat het anders zal aflopen. Alles wat wij als mens fout kunnen doen is in de 37 overgebleven Griekse tragedies verwerkt. Al het andere is een variant daarop. Ik vond dit een variant op Oedipus. De enscenering was wel echt heel erg goed. Het moment nadat hij zijn vader heeft gedood, en achteruit wegloopt, zal ik over tien jaar nog weten, alleen kan ik dat moment niet meer reproduceren. Een ontroerend schilderij kun je altijd terugzoeken, muziek waarvan je de tranen in de ogen springen kun je altijd opnieuw afspelen, maar toneel niet. Dat is ook meteen de magie ervan.”

“Toneel brengt veel meer teweeg dan andere kunstvormen. Mooie muziek kan je ontroeren, maar een mooie voorstelling brengt je uit je evenwicht. Daarom is het zo treurig dat de zalen niet meer vol zitten. Toneel is een niche geworden, wordt alleen nog door een culturele toplaag bezocht. Mensen gaan liever een avond lachen bij een cabaretier of worden liever in slaap gesust door een musical dan dat ze naar een toneelvoorstelling gaan kijken. Ik speelde onlangs in De Oresteia. Dat stuk is de basis van het theater. Het is eens in de tien jaar te zien in Nederland. Het publiek zou ons achterna moeten reizen om het te kunnen zien! Maar nee, de zalen zitten niet eens vol. Als je niet in DWDD komt met je voorstelling, dan kun je het bij voorbaat eigenlijk al wel schudden. Het is krankzinnig, maar het is de realiteit. Het succes van De Vader hebben wij aan DWDD te danken, maar ook aan Volle Zalen, het theaterprogramma van de publieke omroep dat onlangs is afgeschoten omdat het te weinig kijkers zou trekken, terwijl Podium Witteman bijvoorbeeld wel kan blijven bestaan. Ik snap dat niet. Toneel wordt gebagatelliseerd in Hilversum.”

“Mijn favoriete schrijver in mijn jonge jaren was Jean Genet en eigenlijk is hij dat nog steeds. Hij wist teksten te schrijven die nog niemand anders had geschreven. En zijn stukken zijn nog steeds urgent. Een mooi voorbeeld daarvan is Les Nègres. Alleen het vertalen van de titel is in deze tijd al een onmogelijke taak. Bij het uitspreken ervan krijg je bij wijze van spreken al een klap op je harses. Het is in de jaren vijftig geschreven en ik heb het in de jaren zestig geregisseerd – het was mijn debuut als regisseur. Het stuk is vanuit de zwarte mens geschreven en geeft weer tegen welke problemen zij oplopen. Gezien de huidige discussies rondom diversiteit en over mensen met een andere afkomst zou dit stuk opgevoerd moeten worden. Het zou een schokgolf teweegbrengen. Hoe bestaat het dat we toen zo racistisch dachten en eigenlijk nog steeds zo denken? Ik verwacht wel dat het binnenkort ergens op een affiche verschijnt. Ik hoop het in ieder geval.”

 

Géza Weisz: ‘Ik wil zoveel mogelijk vrouwen veroveren’

Interview met Géza Weisz voor Playboy. (Januari 2017)

Deze maand schittert hij in de bioscoopfilm Het leven is verrukkulluk, geregisseerd door zijn vader. ‘Ik maak me geen illusies: ik had deze rol niet gekregen als hij niet de regisseur was geweest.’

1 Je speelt een van de hoofdrollen in Het leven is vurrukkulluk – de film naar het gelijknamige boek van Remco Campert. Hoe was het om zo intensief samen te werken met je vader (regisseur Frans Weisz, red.)?
Het is oprecht de beste ervaring uit mijn leven. Ik heb wel vaker meegespeeld in films van hem, maar dat waren altijd maar een paar draaidagen, nooit een hoofdrol. Deze keer was echt voor het eerst dat hij mijn regisseur was in plaats van mijn vader. En dat is even wennen. In general is het zo dat je als acteur naar de regisseur luistert en dat was in dit geval niet anders, al durf je misschien wel wat meer tegen hem te zeggen omdat het je vader is.

2 Zou je de rol ook hebben gekregen als je vader niet de regisseur was geweest?
Ik maak me geen illusies: ik had deze rol niet gekregen als de regisseur niet mijn vader was geweest. Ik ben niet de meest voor de hand liggende acteur om die rol te spelen. Daar kun je gewoon eerlijk over zijn. Als je naar m’n cv kijkt… Maar ik ben wel heel blij mee met deze rol. Ik heb ook niet het gevoel dat ik de keuze van mijn vader hoef te rechtvaardigen – al heeft hij dat zelf wel een beetje. Sommige mensen zullen er de poëzie van inzien, dat vader en zoon samen aan een film werken, en dat die zoon dan ook nog eens is vernoemd naar de vader van zijn vader, een acteur uit Berlijn die de oorlog niet heeft overleefd… En een ander zegt dat een andere acteur veel geschikter zou zijn voor de rol. Wat je als regisseur ook besluit, het heeft geen zin om dat met woorden te verdedigen. You can’t have them all. Je moet gewoon zorgen dat de film goed is. En ik vind hem erg goed geworden.

We vroegen chef-kok Ron Blaauw waarmee een middelmatig kokende man een vrouw kan verleiden
Lees ook:
We vroegen chef-kok Ron Blaauw waarmee een middelmatig kokende man een vrouw kan verleiden
Wanneer is de culinaire honger van Ron Blaauw eindelijk gestild? Het is een vraag waar hij zelf ook geen antwoord op heeft. Want voorlopig dijt het horeca-imperium van de hotste …
3 Het leven is vurrukkulluk gaat over twee jongens die verliefd worden op hetzelfde meisje. Is jou dat weleens overkomen?
Ja, best wel met enige regelmaat. Ik heb een soort Napoleoncomplex: ik wil zoveel mogelijk vrouwen veroveren. Als ik een vrouw zie van wie m’n vrienden ook ondersteboven zijn, dan voel ik toch een soort competitiegevoel. Ik gun mijn vrienden echt alles, maar als zij ook verliefd zijn op dat meisje, dan wil ik haar toch voor me winnen. Ik ben ook weleens verliefd geworden op een bezet meisje, maar dat vond ik helemaal niet prettig. Ik heb het zelf een keer meegemaakt om belazerd te worden en dat deed zo’n pijn dat ik zelf nooit die guy wil zijn.

4 Waar ben je het meest onzeker over?
(Na een lange stilte:) Moeilijk. Ik heb natuurlijk een soort bewijsdrang. Als je kijkt naar het werk wat ik doe, dan is het altijd: ‘Kijk mij eens.’ Ik heb een soort drive om gezien te worden. Maar waar dat vandaan komt weet ik niet. Ik ben nergens onzeker over. Mijn lengte werkt natuurlijk niet in mijn voordeel bij het veroveren van een vrouw, maar daar kan ik niets aan doen. Dat hoort bij mij. Misschien gaat die drive wel verder dan onzekerheid. Mijn opa is in de oorlog letterlijk onzichtbaar gemaakt door de Duitsers. Mijn vader heeft geen fysieke herinneringen aan hem. Misschien is de drive van mijn vader en mij wel om niet ook onzichtbaar te worden. Om ons bestaan te bevestigen, zo van: ‘Kijk, hier ben ik.’

5 Wat vind je aantrekkelijk aan een vrouw?
Heel cliché: de ogen. En ik ben ook wel een walgelijke, oppervlakkige loser die heel vatbaar is voor mooie vrouwen. Ik word vaak op slag verliefd en ga dan allemaal eigenschappen op haar projecteren die ze helemaal niet heeft. Het is vaak een blik waarna ik denk: jou wil ik.

15 Je hebt een jaar lang gewerkt bij Kemna Casting – het bureau dat in opspraak is geraakt omdat castingdirecteur Job Gosschalk werd beschuldigd van seksueel grensoverschrijdend gedrag jegens acteurs en dat ook bekende. Heb jij daar ooit iets van gemerkt?

Lees het antwoord op deze vraag en de rest van het interview in de Playboy die nu in de winkel ligt of op Blendle!

Loes Luca over Hugo Borst, De Warme Winkel en Goran Bregovic

Loes Luca (1953) staat avond aan avond op de planken met het filmische toneelstuk Pilp Fuction, maar tussen de bedrijven door gaat ze graag naar de bioscoop, bezoekt ze een museum of draait ze plaatjes in haar eigen woonkamer, waar eigenlijk altijd wel mensen zijn.

Het gehele interview is te lezen op Blendle. Verschenen in het meinummer (2017) van HP/De Tijd.

BOEKEN
(…) “Mijn favoriete verhaal is De honderdjarige van Godfried Bomans. Als kind heb ik het eens helemaal uit mijn hoofd geleerd: ‘”’Is vader thuis?’, vroeg ik aan het oude mannetje, dat open deed. Hij knikte, en liet mij in een kamertje waar een nóg ouder mannetje zat, dat al bijna dood was. Haastig rukte ik een spreekhoorn van den wand en schreeuwde in zijn oor: ‘Wel gefeliciteerd!’” Ik heb het verhaal ook nog eens overgeschreven in een poëzieschriftje, dat ik als veertienjarige bijhield. Gedichten en verhalen die ik mooi vond schreef ik daarin op. Ik heb dat schriftje nog steeds. Er staan gedichten in van K. Schippers, Jules Deelder en Remco Campert, in een net meisjeshandschrift overgeschreven of met de typemachine overgetypt. Wat lees ik verder? Het dagboek van Hendrik Groen heb ik gelezen. Dat lees je zo weg. Een heerlijke mopperkont is dat. O! En Ma van Hugo Borst natuurlijk. Dat heb ik ook gelezen omdat ze me gevraagd hebben om zijn moeder te spelen in de op handen zijnde verfilming van het boek. Ik heb zelf een moeder van in de tachtig die er qua geheugen op achteruit gaat, dus ik heb wel feeling met de doelgroep. Of de film er ook daadwerkelijk komt, is nog even afwachten. Maar hoe langer ze wachten, hoe beter het is – er steeds minder schmink aan te pas te komen.”

THEATER
“Wat ik de laatste tijd allemaal heb gezien in het theater? Dan moet ik even mijn agenda pakken. Meestal ga ik kijken wat bevriende collega’s hebben gemaakt. De Warme Winkel speelt De Warme Winkel heb ik bijvoorbeeld gezien omdat Sofie Porro daarin meedanst, die ik in mijn hart heb gesloten nadat ik met haar heb samengewerkt. Het is een voorstelling over Pina Bausch. De dansers kunnen natuurlijk nooit wat de dansers van Pina Bausch kunnen, maar ze gaan wel zo tekeer dat ze – die keer dat ik kwam kijken – Sofie een arm uit de kom hebben gegooid. Dus die voorstelling moest toen even gestaakt worden. Ik ben ook naar De Marathon – de musical geweest. John Buijsman is daarin echt om op te vreten. Zo ontroerend. En ik ben ook naar Snorro, de gemaskerde held van het RO Theater geweest. Ik kende het verhaal al, ik heb in de versie gespeeld die zeven jaar geleden draaide, maar ik vond het toch weer heel leuk om te zien. Op sommige punten was de voorstelling beter, op sommige punten wat minder – maar dat doet er niet toe. Pieter Kramer heeft het geweldig geregisseerd.”

MUZIEK
“Ik vind het leuk om voor disc jockey te spelen als hier visite is. Ouderwets plaatjes draaien. Ik heb een hele kast vol muziek, allemaal op alfabetische volgorde, waarmee ik ze altijd aan het dansen weet te krijgen. Van Wilson Pickett tot The Ramblers en van Tino Rossi tot Roy Orbinson.”
“Mijn laatst aangeschafte plaat is er een van Wim Sonneveld. Die zie ik dan in een kringloopwinkel liggen en denk: die moet ik hebben. En wat heb ik nog meer gekocht? Eens even kijken. Yves Montand. The Beach Boys. Harry Belafonte, ha! Leuk voor mijn moeder. Bette Midler. Claude Nougaro. James Brown. O, Dr. John the Night Tripper! Die moeten mensen in huis hebben. En o! Goran Bregovic! Mijn lievelingsnummer is nummer vier op de cd Tales And Songs From Weddings And Funerals: Sex. Een soort moderne balkanmuziek is het. Daar kan ik niet stil bij blijven staan. En verder vind ik Ry Cooder zo geweldig omdat hij uit allerlei landen muzikanten heeft vergaard en daarmee nieuwe bandjes heeft geformeerd.”