Lale Gül: ‘Multatuli wakkerde mijn liefde voor lezen en schrijven aan’

Lale Gül (23) debuteerde onlangs met de autobiografische roman Ik ga leven, waarin ze beschrijft hoe ze opgroeide in een streng-islamitisch gezin in Amsterdam-West. Wat leest, luistert en ziet de jonge schrijfster zoal in haar 
vrije tijd?

Lees verder Lale Gül: ‘Multatuli wakkerde mijn liefde voor lezen en schrijven aan’

Jean Pierre Rawie: ‘De enige poëzie die ik niet begrijp is die van eigentijdse Nederlanders’

Jean Pierre Rawie viert zijn zeventigste verjaardag met een nieuwe bundel (Een luchtbel in een vluchtige rivier) en de tentoonstelling Rawie en Pesapane – Poëzie in tekeningen in museum Huis van het boek in Den Haag. Wat leest, luistert en ziet deze flamboyante dichter in zijn vrije tijd?

Lees verder Jean Pierre Rawie: ‘De enige poëzie die ik niet begrijp is die van eigentijdse Nederlanders’

Kluun: ‘Ik wil gewoon weer 100.000 exemplaren verkopen van mijn nieuwe boek’

Raymond van de Klundert, beter bekend als Kluun, tovert de hoofdpersoon van Komt een vrouw bij de dokter weer tot leven in zijn nieuwe roman Familieopstelling. Playboy spreekt hem over het ‘meloenenmeisje’, monogamie en ouder worden: ‘Ik zie heus nog wel welke vrouw mooi is, maar het is gewoon not done om naar een meisje van 25 te lopen staren, laat staan dat je er iets mee zou hebben.’

Lees verder Kluun: ‘Ik wil gewoon weer 100.000 exemplaren verkopen van mijn nieuwe boek’

Harold Hamersma: ‘Bij ons thuis werd vroeger helemaal geen wijn gedronken’

Harold Hamersma (63) heeft meer dan dertig wijnboeken op zijn naam staan. Onlangs verscheen zijn eerste autobiografische boek: Onder de rook van de Heineken – Een jeugd in De Pijp.

Lees verder Harold Hamersma: ‘Bij ons thuis werd vroeger helemaal geen wijn gedronken’

Özcan Akyol: ‘Ik ben afgehaakt met het lezen van boeken van mijn generatiegenoten’

Özcan Akyol (35) schreef het Boekenweekessay Generaal zonder leger en presenteert in de Boekenweek het televisieprogramma Dwarse Denkers. Wat leest, luistert en leest hij in zijn vrije tijd?

Lees verder Özcan Akyol: ‘Ik ben afgehaakt met het lezen van boeken van mijn generatiegenoten’

Maarten ’t Hart over Multatuli, Charles Dickens en Theodor Fontane

Maarten ’t Hart (75) is de meest belezen man van Nederland. Door zijn leesverslaving heeft hij nooit tijd voor een bezoek aan een theater, een bioscoop of een concertzaal. In deze speciale editie van de maandelijkse rubriek ‘De culturele agenda van…’ vertelt de schrijver daarom welke boeken een blijvende indruk hebben achtergelaten en welke juist niet. “Ulysses van James Joyce wordt zwaar overschat.”

Lees verder Maarten ’t Hart over Multatuli, Charles Dickens en Theodor Fontane

Maarten Spanjer: ‘Waarom begint iedereen toch altijd over Jeroen Krabbé?’

Maarten Spanjer (66) schreef een boek met tragikomische verhalen over zijn jeugd. Playboy ging een nacht op pad met deze meesterverteller. “Waarom begint iedereen toch altijd over Jeroen Krabbé met me?”

Deel van het interview in het septembernummer van Playboy. (2019) Het gehele interview leest u hier.

Q1. Geluk is een herinnering is een bundeling tragikomische verhalen over je jeugd. Om welk verhaal moet je zelf het hardst lachen?
Dat zijn er meerdere, maar een van mijn favorieten is ‘Een zure appel’, een verhaal over de jongste broer van Karel Appel. Joop Appel was jeugdscheidsrechter bij de Amsterdamse Voetbalbond. De jongens met wie ik speelde waren altijd een beetje bang voor hem. Paul, een elftalgenoot, had op een dag al zijn moed bij elkaar geraapt en vroeg hem of hij zelf ook schilderde. Meneer Appel antwoordde toen nors: ‘Alleen plinten.’

Q3. Om welke cabaretiers moet je lachen?
Hans Teeuwen en Theo Maassen vind ik de grootste cabaretiers van dit moment. Daniël Arends en Peter Pannekoek vind ik ook erg goed. Youp van ’t Hek en Freek de Jonge zijn daarentegen een beetje in hun eigen val getrapt. Youp schopte altijd aan tegen mensen met dikke auto’s en grote huizen maar woont nu zelf in een gigantisch huis aan het Vondelpark. Dan verlies je je geloofwaardigheid. Freek maakte vroeger grappen over Wim Kan en zijn vrouw Corry Vonk, hij stak er de draak mee dat ze altijd samen waren, maar is nu zelf nog veel kleffer met zijn vrouw Hella. Dat is een Yoko Ono in het kwadraat. Verschrikkelijk. Freek denkt volkomen ten onrechte dat hij zijn succes aan haar te danken heeft. Zij maakte bijvoorbeeld die rare clownspakken waar hij vroeger in rond sprong. Ik kan je een ding vertellen: in die pakken lag het succes van zijn voorstellingen niet. Ik vind het heel apart dat zo’n intelligente man een groot deel van zijn succes ophangt aan zijn vrouw. Dat is een rare vorm van bescheidenheid die ik niet begrijp.

Q5. Je bent een ras-Amsterdammer. Wat vind je van het beleid van burgemeester Femke Halsema?
Ik volg de politiek niet echt, maar ik heb weleens de indruk dat ze de geschiedenis in wil gaan als de burgemeester die aan allerlei dingen een einde heeft gemaakt. Ze wil bijvoorbeeld een einde maken aan de raamprostitutie op de Wallen. Ze stelde voor om die vrouwen dan maar achter gesloten gordijnen te zetten. Hoe kom je erop? Volgens mij maak je het met die verboden alleen maar erger. Je kunt veel beter strenger handhaven.

Q6. Je bent naast schrijver ook acteur. Heb je alles uit je acteercarrière gehaald wat erin zat?
Dat denk ik niet, al denk ik ook niet dat er veel meer in zat. Ik zag acteren als een makkelijke manier om een boterham te verdienen, maar ik ben heel slecht in het vertolken van andermans teksten. Ik krijg ze maar niet in m’n kop. Nee, ik ben geen groot acteur. Regisseurs zagen mij ook niet een groot acteur en dan kom je dus in foute series terecht – daar heb ik er redelijk wat van gedaan. Als ik het script las dan zonk me de moed alweer in de schoenen. Wat een slechte tekst, dacht ik dan, en dan moest ik die onzin nog uit mijn hoofd leren ook!

Q7. In Spetters speelde je samen met de onlangs overleden Rutger Hauer. Hoe was het om met hem te werken?
Hij was een man van weinig woorden, een nuchtere Fries. Ik mocht hem wel. Het eerste wat ik dacht toen hij was overleden: Cruijff is dood, de koning van het voetbal, en nu is de koning van de film ook dood. Ik vind hem van dezelfde grootheid.

Q8. Wie is nu de grootst nog levende acteur van het land? Je grote vriend Jeroen Krabbé?
Waarom begint iedereen toch altijd over Jeroen Krabbé met me? Nou, heel even dan: naar aanleiding van de dood van Rutger Hauer mocht Krabbé aan tafel aanschuiven bij Jinek. Als een bekend persoon overlijdt is hij er altijd als de kippen bij. Hij vertelde bij die gelegenheid over de wel heel bijzondere  band die hij had met Rutger Hauer. Hou toch op. Ik durf te wedden dat hij hem in geen jaren heeft gesproken. Ik had in de jaren negentig een talkshow met Rijk de Gooyer en ik belde Rutger Hauer of hij die week bij ons te gast wilde zijn. Zonder nadenken stemde hij in. Na afloop vroeg ik hem waarom hij nooit in talkshows verschijnt, maar wel meteen bij ons aanschoof. Hij antwoordde lachend: ‘Nou, ik vind jullie wel grappige mannetjes en ik weet dat jullie een bloedhekel aan Jeroen Krabbé hebben, maar de publiciteit die jullie daarmee genereren laat ik graag aan jullie over.’ Hij kon die man ook niet uitstaan.

Q20. Waar leef jij van?

Nou, ik heb een periode goed verdiend, zowel met de commercials die ik samen met Rijk de Gooyer deed voor KPN als met Taxi. Rijk belde me eens toen het geld van de commercials weer was overgemaakt: ‘Heb je dat bombardement op je bankrekening al gezien?’ Eigenlijk leef ik daar nog steeds van. Ik heb ook nooit echt gek gedaan: ik heb niks met dure auto’s of dure kleding. Ik rijd wel rond op dure fietsen die ook regelmatig gestolen worden, maar dat is eigenlijk mijn enige uitspatting. Ik kan me bedruipen. Kijk, ik moet geen honderd worden, ook geen negentig, maar tachtig red ik misschien net. En ach, als je tachtig bent dan zit je ook maar met een lepel in je bordje pap te slaan, dan heb je toch niet zoveel meer nodig.

Ronald Giphart: ‘Series hebben een grotere toekomst dan romans’

Ronald Giphart (53) komt eind september met een nieuwe roman: Alle tijd. Door welke schrijvers laat hij zich inspireren, welke muziek luistert hij al sinds zijn studententijd en welke series ziet hij het liefst?

Fragmenten. Het gehele interview is te lezen in het septembernummer van HP/De Tijd (2019) of hier via Blendle.

BOEKEN
“Philip Roth is mijn favoriete schrijver. Ik heb net American Pastoral herlezen, dat blijft een majestueus meesterwerk, maar zijn beste boek is denk ik Sabbaths Theater. Het gaat over een poppenspeler die een onstuimige verhouding krijgt met een vrouw en plotseling overlijdt die vrouw. Dat is een van de maffe dingen aan dit boek: opeens is die vrouw dood, zomaar, je leest er makkelijk overheen als je niet goed oplet. Daarna begint het boek pas echt. Sabbath had zo’n obsessieve seksuele relatie met haar dat hij naar haar graf gaat om zich af te trekken, maar als hij daar aankomt ziet hij een andere man staan die zich ook aan het aftrekken is. Hij begrijpt het niet. Had ze naast hem ook nog een andere minnaar? Dan komt hij erachter dat ze een heel leger aan minnaars had en raakt nog meer geobsedeerd door haar dan hij al was bij leven. Het is een fascinerend boek. Iets heel anders is Vallen is als vliegen van Manon Uphoff. Godverdomme, wat een boek is dat. Bert Natter zei tegen me: als we jong waren geweest en we zouden dit boek hebben gelezen dan zouden we meteen verkocht zijn voor de literatuur. Dit is een boek met dezelfde impact als Het verzonkene van Jeroen Brouwers of Nader tot U van Gerard Reve. Ik was er dagen kapot van. Vallen is als vliegen gaat over incest, al wordt dat woord niet echt gebruikt. De zus van de hoofdpersoon overlijdt en dat zet een soort maalstroom aan herinneringen in werking die lukraak door elkaar schieten. De stilistische brille van Manon is fenomenaal. Ik kan me niet voorstellen dat dit niet internationaal wordt opgepakt.”

BEELDENDE KUNST
“Ik mis het gen om me door kunst te laten raken. Ik ben ook dusdanig misantropisch dat ik me in een museum teveel aan andere bezoekers erger om van de kunst te genieten. Wim Kok zei eens dat hij Who’s Afraid of Red, Yellow and Blue van Barnett Newman niet begreep totdat hij er een halfuur voor had gestaan en het schilderij bij hem binnenkwam. Ik zou mezelf niet eens kunnen dwingen om een halfuur voor een schilderij te gaan staan. Een bezoek aan een museum voelt voor mij altijd een beetje als een verplicht nummertje. In de tijd dat ik een theatershow deed met Bart Chabot bezochten we weleens een museum, maar ik ging dan vooral mee om hem een plezier te doen. Het Van Abbemuseum in Eindhoven, Boijmans van Beuningen in Rotterdam – ik heb het allemaal gezien, maar ik zou het potsierlijk vinden om mezelf een museumbezoeker te noemen. Ben ik dan nooit verpletterd door kunst? Jawel. David Hockney vind ik fascinerend. Ik zou niet snel naar een tentoonstelling van hem gaan, maar zijn schilderijen vind ik fantastisch. Dat hele hoge doek met die bomen vind ik van een tranentrekkende schoonheid. Kunst zie ik eigenlijk het liefst in fotoboeken. Ik heb zelf inmiddels een hele verzameling. Het allereerste fotoboek dat ik zelf kocht was van Robert Mapplethorpe – een van de inspiratiebronnen van Erwin Olaf. Ik woonde in mijn studententijd in een huis met een meisje die op haar kamer een hele grote foto van hem had hangen. Het was een portret van een grote zwarte man in een polyester suit die een enorme lul uit zijn broek had hangen. Ik was meteen gefascineerd. Ik vroeg haar eens waarom die foto daar hing. ‘Om de jongens die hier komen te intimideren’, antwoordde ze. Dat werkte inderdaad.”

FILM
“Ik besteed veel meer tijd aan het kijken van series dan aan het lezen van boeken. Ik denk ook dat series een grotere toekomst hebben dan romans. Is dat erg? Nee. Ik denk het niet. Lezen bevordert je empathische vermogens. Dat is waar. Het is bewezen dat gevangen die gestimuleerd worden om boeken te lezen empathischer worden en dat de kans op recidive afneemt. Lezen is cognitieve arbeid. Je moet beelden maken. Als je het woord ‘schrijver’ ziet dan heb je onbewust in beeld van een schrijver in gedachten. Bij een serie hoef je dat beeld niet zelf te maken. Daar is dus minder cognitieve arbeid voor nodig. Toch denk ik dat het volgen van een wereld in beeld je empathische vermogens ook versterkt – misschien iets minder intensief dan wanneer je leest, maar misschien ook iets laagdrempeliger. Ik was laatst op een middelbare school in een klas met leerlingen die voor hun leeslijst verplicht mijn boeken hadden gelezen. Ik ook van jou gaat een beetje over seksualiteit dus dan gaat het daar natuurlijk al snel over. Ik vroeg: wie kijkt er weleens naar Sex Education op Netflix? Drie meisjes staken hun vinger op. Je merkt dat daar toch meer aandacht voor is dan voor een boek. Sex Education vind ik trouwens een erg goede serie. Het gaat over een zestienjarige jongen wiens moeder een nogal excentrieke sekstherapeute is. Ze vraagt bijvoorbeeld voortdurend aan haar zoon: masturbeer je al? Van die vragen die je niet van je moeder wilt krijgen. Die jongen is een enorme nerd en nog maagd, maar omdat zijn moeder dat beroep heeft, komen al zijn klasgenoten bij hem met hun seksproblemen. En dan blijkt dat hij een soort gave heeft om die seksproblemen op te lossen. Easy vind ik ook erg goed. Het is een serie over normale mensen in een buitenwijk van Chicago. In de eerste aflevering volgen we een uitgeblust stel die hun seksleven proberen te verbeteren. Je denkt dat het verhaal in de tweede aflevering verdergaat, maar dan volgen we opeens totaal iemand anders. Later blijkt dat die persoon een heel klein personage was in de eerste aflevering. In de derde aflevering volgen we iemand die zowel in de eerste als in de tweede aflevering kort de revue passeerde. En ga zo maar door. Het acteerwerk is ook zo goed. Laatst las ik pas dat deze serie voor een groot deel is geïmproviseerd. De acteurs krijgen à la De vloer op een paar aanwijzingen en de rest moeten ze zelf maar bedenken. Dat pakt in dit geval erg goed uit. Ik ben er een paar keer echt ontroerd door geraakt. Iets grappiger maar wel uit dezelfde bron is Love. Het gaat over een getroebleerd meisje dat erg knap is maar vatbaar voor verslavingen en foute mannen. Een nerdachtige jongen wordt verliefd op haar maar zij niet op hem, totdat ze ziet dat hij toch wel erg leuk is ondanks dat hij zo’n ongelooflijke nerd is. De nerd die hem speelt is ook de nerd die deze serie geschreven heeft. Het is een feel good drama in optima forma. Het is in alles liefdevol, warm en menselijk. Peter Heerschop zou z’n vingers erbij aflikken.”